5.3 Van vragenlijst naar gesprek (conversie vergroten) | Arbeidsdeskundigen

Cahier 17 – Hoe werkt de Werkscan
5.3 Van vragenlijst naar gesprek (conversie vergroten)

De eerste mogelijkheid om het aantal Werkscangesprekken te vergroten, is om te proberen om het percentage werkenden dat na het invullen van de Werkscan een Werkscangesprek aanvraagt te vergroten. Bijvoorbeeld door werkenden vanuit het oogpunt van preventie – en ongeacht de hoogte van het werkvermogen – altijd het advies te geven om een Werkscangesprek te voeren. Daarnaast kan het goed zijn om werkenden informatie over de Werkscan aan te reiken, waarmee zij naar hun werkgever of bedrijfsarts kunnen stappen. De werkende kan op die manier een verzoek bij de werkgever neerleggen om het Werkscangesprek te vergoeden.

In onderstaande paragraaf gaan we in op de redenen om geen Werkscangesprek te voeren, en op de redenen om de Werkscanvragenlijst in te vullen, en hoe we op basis hiervan tot bovengenoemde aanbevelingen komen.

5.3.1 Waarom vragen werkenden geen gesprek aan?

Van de werkenden die de Werkscanvragenlijst invulden, vraagt 6,2 procent een gesprek aan. In de interviews is de meest genoemde reden om geen gesprek te voeren dat er geen financiering voor het gesprek is. Andere redenen om geen gesprek te voeren, zijn dat het voeren van het gesprek te veel tijd kost, te ver reizen is of dat er meer algehele psychische ondersteuning nodig is.

In de enquete is ook gevraagd of men een gesprek heeft gevoerd en zo niet, waarom niet. Hierbij geeft 13 procent aan een Werkscangesprek te hebben gevoerd. Dit percentage is twee keer zo hoog als het feitelijke percentage van 6,2 procent. Dit duidt erop dat de respons op de enquête hoger is onder werkenden die een gesprek hebben gevoerd, dan onder werkenden die geen gesprek hebben gevoerd.

Het grootste gedeelte van de werkenden kiest voor de categorie ‘Anders’ (72 procent) om toe te lichten waarom zij geen gesprek hebben gevoerd. Uit analyse van de open antwoorden blijkt dat de belangrijkste reden om geen gesprek te voeren is dat men daar geen behoefte aan heeft of geen aanleiding voor ziet (30 procent, n=211). Een kleine 10 procent (n=211) van de werkenden meldt dat ze geen gesprek voerden, omdat ze niet wisten dat dit mogelijk was. Ook zochten enkele werkenden elders hulp (ongeveer 3 procent, n= 211). De overige antwoorden in de categorie anders laten zich lastig categoriseren.

Ook kozen er enkele werkenden voor de opties ‘Nee, vanwege de kosten’ (10 procent, n=211) en ‘Nee, vanwege de privacy’ (5 procent, n=211).

Figuur 17 Heeft u een Werkscangesprek gevoerd met een Werkscandeskundige? (enquête werkenden, n=21)

5.3.2 Waarom vullen werkenden de Werkscan in?

Uit de interviews komt naar voren dat het grootste deel van de werkenden de Werkscanvragenlijst invult, omdat het niet lekker loopt op het werk of omdat ze zijn uitgevallen. Daarnaast is er een kleinere groep die de vragenlijst invulde uit professionele nieuwsgierigheid. Het zijn arbeidsdeskundigen of werkgevers die de Werkscan zelf willen uitproberen.

Uit de enquête komt een wat ander beeld. De meest genoemde reden voor het invullen van de Werkscan is hier nieuwsgierigheid (66 procent). Slechts een klein deel van de werkenden vult de vragenlijst in omdat het niet lekker liep op het werk (15 procent). Ook uitval (ziek zijn) wordt als reden genoemd (7 procent). Dat dit beeld afwijkt van het beeld dat de interviews geven is niet heel verwonderlijk. Werkenden konden in de enquête meerdere motieven aankruisen. Dat nieuwsgierigheid bij veel van de werkenden ook meespeelt, is niet verwonderlijk.

Werkenden die na het invullen van de vragenlijst een gesprek voerden, geven relatief vaker aan dat zij de vragenlijst invulden omdat het niet lekker liep op het werk (29 procent) of omdat ze waren uitgevallen (14 procent).

Figuur 18 Waarom vulde u de Werkscanvragenlijst in? (enquête werkenden, geen Werkscangesprek n=181, Werkscangesprek n=28, totaal n=209)

Bij het voeren van het Werkscangesprek speelt het motief ‘Het liep niet lekker op mijn werk’ een nog grotere rol, namelijk bij 50 procent van de werkenden die een gesprek voerden. Dit is niet verwonderlijk: alleen werkenden met een lage WAI-score krijgen het advies om in gesprek te gaan. Daarnaast blijft nieuwsgierigheid ook hier een belangrijke rol spelen (61 procent).

Figuur 19 Waarom voerde u een Werkscangesprek? (enquête werkenden, n=28)

5.3.3 Mogelijkheden om de respons te verhogen

De meest genoemde reden om geen gesprek aan te vragen, is dat de werkende geen aanleiding ziet voor een gesprek. Dat niet alle respondenten aanleiding zien voor een gesprek is logisch. Een deel van de respondenten krijgt namelijk in de Werkscanrapportage de boodschap ‘Het is goed gesteld met uw werkvermogen, een Werkscangesprek is daarom niet nodig’. Een logische mogelijkheid om het aantal gesprekken te vergroten, is om deze boodschap aan te passen naar (bijvoorbeeld) ‘Het is goed gesteld met uw werkvermogen, toch denken wij dat ook u iets kunt opsteken van het Werkscangesprek en dat het gesprek u kan helpen om uw werkvermogen te behouden’. Het veranderen van de boodschap sluit goed aan bij het doel van de Werkscan. De Werkscan is immers ook bedoeld om problemen te voorkomen, duurzaam inzetbaar te blijven. Preventieve inzet van het Werkscangesprek past daar goed bij. Uit de analyse van de redenen waarom werkenden een gesprek aanvragen blijkt ook dat het hebben van een ‘probleem’ niet vereist is. Nieuwsgierigheid is de meest genoemde reden om aan de slag te gaan met de Werkscanvragenlijst en het Werkscangesprek. Een kanttekening is dat het altijd geven van een advies tot het voeren van een gesprek ook afschrikkend kan werken. Voor degene die de Werkscan financiert (werkgever, verzekeraar etc.) betekenen meer gesprekken ook meer kosten. Dit kan de financier mogelijk afschrikken. Op die manier kan het aanpassen van het advies dus ook een pervers effect teweeg brengen.

Werkenden die afhaken vanwege de kosten kunnen mogelijk over de streep worden getrokken als ze informatie over het gesprek krijgen aangereikt, waarmee ze naar hun werkgever of bedrijfsarts kunnen stappen. Uit deze informatie moet blijken wat de meerwaarde van het Werkscangesprek voor de werkgever is. Wanneer het gesprek (deels) vergoed wordt door de werkgever zullen wellicht meer werkenden uit deze groep een gesprek aangaan.

Een andere mogelijkheid om de vragenlijst-gesprek conversie te vergroten, is om de drempel voor het voeren voor een gesprek te verlagen door een tussenstap toe te voegen. Deze tussenstap kan de vorm krijgen van telefonisch contact of via de mail.

1

1  De percentages tellen op tot boven de 100 procent, omdat er meerdere antwoorden gegeven konden worden.

Accepteer de voorwaarden

Gebruik van dit werk is toegestaan conform licentie creative commons CC-BY-4.0. Deze gebruikslicentie vervalt zes maanden na het verschijnen van een nieuwe editie van het werk. Het auteursrecht op dit werk berust bij de Staat der Nederlanden, ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.


Download document Download document