Cahier 29 - Duurzaam werk(t)
6.1 Frequentie en contactmomenten

Rolopvatting betrokken DW-arbeidsdeskundige

In onze studie zien we dat de frequentie van contactmomenten en ingezette acties van de betrokken arbeidsdeskundigen sterk uiteenlopen. Waar de ene arbeidsdeskundige het sec bij monitoren houdt, neemt de andere arbeidsdeskundige contact op met de gemeente om een jobcoach te betrekken. De frequentie van contactmomenten en ingezette acties lijken daarmee mede ingegeven door de rolopvatting van de arbeidsdeskundige. Een deel van de arbeidsdeskundigen in ons onderzoek lijkt meer op de relatie gericht (het helpen van de werknemer en het ondersteunen van de werkgever), terwijl anderen meer handelen vanuit hun onderzoekersrol (met name observeren, met meer afstand).

Werkgevers hebben behoefte aan ondersteuning

De mate waarin acties worden uitgezet en de hoeveelheid contactmomenten is daarnaast afhankelijk van de noodzaak in de casus. De plaatsingen die goed lopen vragen om minder acties dan plaatsingen die moeizaam verlopen. De meerwaarde van de arbeidsdeskundige inzet is het grootst in organisaties waar nog weinig ervaring is met het plaatsen van mensen met een arbeidsbeperking en waar ook nog weinig tot geen ondersteuningsinfrastructuur is.

De ondersteuningsbehoefte blijkt overigens bij alle werkgevers aanwezig, zelfs bij werkgevers die meer ervaring hebben met het plaatsen van mensen met een arbeidsbeperking. Werkgevers met meer ervaring hebben over het algemeen een aantal zaken al beter ingeregeld, zoals begeleiding en financiële ondersteuning. Hun behoefte aan ondersteuning ligt veelal in het sparren met de arbeidsdeskundigen over specifieke knelpunten in een casus. Bij werkgevers met minder ervaring richt de ondersteuning zich meer op de basis, zoals het inregelen van begeleiding. Zij zijn minder goed op de hoogte van de mogelijkheden bij gemeenten en het UWV, zoals de financiële stimuleringsmiddelen.

Intensiteit van contact varieert

Een deel van de arbeidsdeskundigen hecht veel waarde aan intensief contact met de werkgever en werknemer. Op deze manier kunnen ze middels advies tijdig inspelen op ontwikkelingen binnen de casus. Dit komt overeen met de behoefte van werkgevers en mogelijk ook met de rolopvatting van de betrokken arbeidsdeskundigen zelf. Bij werknemers kan (te) veel contact juist ook onrust veroorzaken, zo geeft een aantal arbeidsdeskundigen aan. Zij zien zichzelf vooral als achterwacht en vraagbaak en leggen de regie bij de werkgever en werknemer om contact met hen op te nemen indien nodig. Een deel van deze arbeidsdeskundigen geeft terugkijkend aan dat zij toch meer contact met de werkgever en werknemer hadden willen hebben, omdat naar eigen zeggen misschien toch signalen gemist zijn dat de betreffende werknemer het moeilijk had. Meer contact maakt het volgens hen ook mogelijk laagdrempeliger te kunnen adviseren. Naast de DW-arbeidsdeskundige waren in sommige gevallen arbeidsdeskundigen vanuit gemeenten of het UWV betrokken bij de instroomfase om een loonwaardemeting te doen. Dit betreft een eenmalige beoordeling, die over het algemeen niet leidt tot een samenwerkingsrelatie met de werkgever.

Accepteer de voorwaarden

Gebruik van dit werk is toegestaan conform licentie creative commons CC-BY-4.0. Deze gebruikslicentie vervalt zes maanden na het verschijnen van een nieuwe editie van het werk. Het auteursrecht op dit werk berust bij de Staat der Nederlanden, ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.


Download document Download document