Arbeidsdeskundig Kennis Centrum (AKC)
Context
Casus 5 betreft een werknemer zonder startkwalificatie, die werkt bij een organisatie die openbare ruimten beheert. De werknemer zit wegens psychische beperkingen in de Wajong en was lang werkloos. De organisatie heeft een actief beleid op inclusief ondernemen: ‘mensen hebben geen afstand tot de arbeidsmarkt; de arbeidsmarkt heeft een afstand tot mensen’. De organisatie werkt vanuit de 3-A gedachte: Aandacht, Acceptatie en Aansturing. De organisatie kent wijkteams, die als soort kweekvijver functioneren om mensen met een arbeidsbeperking werkervaring en -ritme op te laten doen.
Instroom
Bevorderende (of belemmerende) factoren
De werknemer is via het UWV en een re-integratiebedrijf voor 32 uur per week geplaatst binnen een wijkteam. Hij heeft affiniteit met het type werkzaamheden. Zijn werkzaamheden bestaan uit zwerfvuil prikken, schoffel- en snoeiwerkzaamheden. De werkgever ontvangt loonkostensubsidie en maakt gebruik van de no-riskpolis.
Om de plaatsing te realiseren en de duurzaamheid te bevorderen, wordt veel maatwerk toegepast. Zo is voor de werknemer een werkpakket gecreëerd, met aan de werknemer aangepaste hoeveelheid werk en werkuren. Ook heeft de werknemer inhoudelijke trainingen gehad. Hij wordt intensief, een-op-een en respectvol begeleid door de voorman uit zijn wijkteam die bekend is met de doelgroep. De voorman zet de werknemer niet onder druk om te presteren, waardoor de werknemer rust in zijn hoofd ervaart. Daarnaast heeft de werknemer eerst wekelijks, later tweewekelijks, een gesprek met een externe jobcoach, die hem ondersteunt bij werkgerelateerde problemen en hem tools geeft om daarmee om te gaan.
De werknemer kent zichzelf goed en kan daarom benoemen wat hij nodig heeft (geen werkdruk). Voorafgaand aan de plaatsing creëerde de werknemer randvoorwaarden in zijn thuissituatie (zoals andere woonruimte). Zijn faalangst, veroorzaakt door zijn pestverleden, kan een belemmering zijn voor duurzame plaatsing. Deze uit zich in het niet goed om kunnen gaan met stress. Daarom is het belangrijk dat de werknemer past in het team, en dat dit team geen ‘schreeuwers’ bevat waardoor hij blokkeert. De voorman komt de werknemer in zijn behoeften tegemoet door hem weg te houden van drukke omgevingen (zoals een schoolplein). De werknemer neemt (te) weinig verlof, omdat hij van mening is dat hij lang genoeg thuisgezeten heeft. Om een goede balans te houden werkt de werknemer nu 32 uur per week en heeft hij op woensdagen vrij. De werknemer is erg tevreden met zijn werk omdat het hem weer een gevoel van nuttig zijn geeft, ontwikkelmogelijkheden en autonomie biedt, er goede begeleiding is en hij geaccepteerd wordt.
Rust en goede begeleiding zijn belangrijk: ‘Wat ik aan andere werkgevers zou willen meegeven, is geen druk op [de werknemer] te leggen, gewoon het eigen tempo te laten bepalen. Dan haal je er meer uit dan dat je denkt dat erin zit. En goede begeleiding. Er zijn ook mensen die denken: we begeleiden goed, maar die eigenlijk druk en geld belangrijker vinden dan deze mensen. […] Als je [tijdens intensieve een-op-eenbegeleiding] zelf hebt kunnen ervaren en ondervinden wat zo’n jongen kan, wat zo’n jongen of meisje doet; daarop kun je weer verder borduren, van “die past mooi daar of die past mooi daar, dat is beter werk of misschien minder goed”. Ja. Dan kun je iemand geschikt begeleiden.’ [voorman]
Rol arbeidsdeskundige
Bij de plaatsing is een arbeidsdeskundige betrokken geweest voor de loonwaardemeting. De DW-arbeidsdeskundige heeft een aantal keer contact gehad en beoordeelt de plaatsing als potentieel duurzaam ‘het loopt allemaal erg goed’. De DW-arbeidsdeskundige is positief over het concept van de wijkteams, de begeleiding en het wederzijds vertrouwen. De werknemer is ook tevreden over de DW-arbeidsdeskundige.
Doorstroom
Bevorderende (of belemmerende) factoren
Na een proefperiode en een tijdelijk contract, heeft de werknemer een vaste aanstelling gekregen omdat hij goed functioneert en prima in het team past. De werkgever is zeer tevreden en noemt de werknemer loyaal, leergierig, collegiaal, nauwkeurig. Ook zegt hij: ‘Iemand die lang niet heeft kunnen werken en geboekt stond als iemand zonder verdiencapaciteit de kans geven toch weer deel te nemen aan werk, en met succes.’ Ook de werknemer heeft het prima naar zijn zin: ‘Ik lig goed in de groep, er wordt niet gejaagd en we krijgen regelmatig complimenten van mensen in de wijk.’ De werknemer houdt van buiten werken, is erg gemotiveerd, doet zijn best, heeft plezier in zijn werk, is plooibaar en sociaal. Ook heeft de werknemer inhoudelijke trainingen gevolgd. Faalangst blijft een punt van aandacht. UWV heeft wel voor onrust gezorgd. De werknemer is niet ondersteund rondom loonheffingskorting en moet veel geld terugbetalen. Dit had negatieve invloed op de werknemer en zijn werk, omdat de werknemer zich afvroeg waar hij het allemaal voor deed. Zowel werkgever als arbeidsdeskundige vinden deze situatie, die geen uitzondering is, schrijnend. De jobcoach heeft in deze problematiek een belangrijke positieve bemiddelende rol gehad. Omwille van de duurzaamheid zijn de werkzaamheden niet veranderd, maar zijn er wel aanpassingen gedaan in hoeveelheid werk. In het kader van maatwerk zijn deze aanpassingen bewust niet met de werknemer gecommuniceerd, om stress te voorkomen. Verder blijven gesprekken tussen werknemer met voorman of jobcoach gefaciliteerd.
Rol arbeidsdeskundige
De DW-arbeidsdeskundige heeft gedurende het hele traject elke drie maanden een gesprek gehad met werknemer, werkgever en jobcoach en heeft de werknemer het advies gegeven om bij de huisarts naar een behandeling te vragen in verband met faalangst. De werknemer was hier nog niet aan toe. De werknemer is zeer tevreden over de inzet van de arbeidsdeskundige. De arbeidsdeskundige geeft op haar beurt complimenten aan werkgever en werknemer. Ze beoordeelt de plaatsing als duurzaam.
Duurzame plaatsing?
Ja, er is sprake van een duurzame plaatsing.