4.12 Casus 12: Mensen de kans bieden om weer te werken | Arbeidsdeskundigen

Cahier 29 - Duurzaam werk(t)
4.12 Casus 12: Mensen de kans bieden om weer te werken

Context

Casus 12 gaat over twee werknemers zonder startkwalificatie die werkzaam zijn bij een bedrijf dat de openbare ruimte beheert. Het inzetten van werknemers met een arbeidsbeperking is expliciet onderdeel van de missie van de organisatie. De belangrijkste redenen om aan inclusief ondernemen te doen zijn de mogelijkheden binnen het bedrijf, intrinsieke motivatie en vraag vanuit gemeente.

Instroom

Bevorderende (of belemmerende) factoren

De werknemers zijn allebei vanuit het Werkbedrijf gedetacheerd binnen de groenvoorziening en werken tussen de 36 en 40 uur per week. De werkzaamheden bestaan uit het onderhoud van plantsoenen, werkzaamheden die volgens de werkgever goed aansluiten bij mensen met een arbeidsbeperking. Om de plaatsing mogelijk te maken, is bij beide werknemers de hoeveelheid werk aangepast. De werknemers ontvangen allebei begeleiding van een externe jobcoach die elke ochtend aanwezig is. Daarnaast biedt de voorman van de wijkteams waar de werknemers werken – die veel ervaring heeft met de doelgroep – ook begeleiding.

‘De groenploegen, de plantsoenendiensten, dat zijn eigenlijk altijd wel mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, omdat dat ook bij uitstek een geschikte plek is.’ [leidinggevende]

Beide werknemers hebben het naar hun zin op het werk en er lijkt sprake te zijn van een goede match tussen de werknemers en het werk. Bij beiden lijkt de goed ingeregelde begeleiding een belangrijke bevorderende factor. Bij werknemer 1 zijn daarnaast de fit met het team en de werkzaamheden die passen bij zijn opleiding en ervaring bevorderende factoren. Vanuit de werknemer zelf zijn motivatie, zelfstandigheid, fysieke gezondheid, acceptatie van zijn beperking en zijn sociale netwerk bevorderende factoren. Het toekomstperspectief van de werknemer en de vraag of hier aandacht voor is vormt een mogelijke belemmering. Bij de andere werknemer werken zijn redelijke mate van zelfstandigheid, acceptatie van zijn beperking en zelfinzicht bevorderend. Hoewel de werknemer het naar zijn zin heeft op zijn werk ervaart hij soms ook ingewikkeldheden in de samenwerking met andere teams, hetgeen een aandachtspunt vormt.

Rol arbeidsdeskundige

In de instroomfase is geen arbeidsdeskundige betrokken geweest. De DW-arbeidsdeskundige is door de coronapandemie later gestart.

Doorstroom

Bevorderende (of belemmerende) factoren

Om het werk passend te houden, zijn tijdens het verloop van de plaatsing werkzaamheden aangepast en uitgebreid. Daarnaast volgen de werknemers regelmatig trainingen (onder andere over plantenkennis) zodat zij zich kunnen blijven ontwikkelen en hun kennis uitbreiden. De motivatie van werknemer 1 is met tijden minder, waardoor ook zijn productiviteit afneemt. Volgens de werkgever blijft monitoring en begeleiding van de jobcoach belangrijk om de duurzaamheid te waarborgen. Door gesprekken met de jobcoach neemt de motivatie van deze werknemer weer toe. Ook bij de andere werknemer blijkt monitoring een belangrijke bevorderende factor. De werknemer functioneert namelijk goed en heeft het naar zijn zin op het werk, maar functioneert minder goed als er problemen zijn op privégebied. Volgens de werkgever hangt dit sterk samen de coronapandemie. Bij beide werknemers wordt het dienstverband via de detacheringsconstructie gecontinueerd, omdat de werkgever tevreden is over het functioneren.

Rol arbeidsdeskundige

Binnen het onderzoek heeft de DW-arbeidsdeskundige een beoordelende en adviserende rol vervuld. Bij de beoordeling hecht de DW-arbeidsdeskundige belang aan het kijken naar zowel werk- als privégerelateerde zaken. De DW-arbeidsdeskundige ziet bij beide werknemers een positieve match, met name omdat de werknemers het naar hun zin hebben. Omdat de plaatsing goed loopt, zijn de contactmomenten van de DW-arbeidsdeskundige bewust beperkt gebleven.

De DW-arbeidsdeskundige heeft de werkgever geadviseerd om bij werknemer 1 te monitoren of het werk in de toekomst ook passend blijft, gezien zijn jonge leeftijd en mogelijke ontwikkelambities. Bij de andere werknemer adviseerde de DW-arbeidsdeskundige om te onderzoeken hoe de samenwerking tussen de wijkteams verloopt.

‘Als het goed gaat, moet je voorzichtig zijn. Ja, dat vind ik. Zeker met [mensen vanuit de] WSW. Mensen met een verstandelijke beperking moet je niet [overvragen]. Als je iets vraagt kan je een heleboel dingen losmaken die je niet los wil maken, met je vraagstelling. Ik denk dat je daar voorzichtig mee moet zijn.’ [DW-arbeidsdeskundige]

Duurzame plaatsing?

Deels. Bij beide werknemers lijkt sprake te zijn van een deels duurzame plaatsing. Werknemers hebben het naar hun zin en functioneren goed. Een aandachtspunt is dat de werknemers via een detacheringsconstructie werken. Daardoor is het onduidelijk hoelang de werknemers bij het bedrijf kunnen blijven.

Accepteer de voorwaarden

Gebruik van dit werk is toegestaan conform licentie creative commons CC-BY-4.0. Deze gebruikslicentie vervalt zes maanden na het verschijnen van een nieuwe editie van het werk. Het auteursrecht op dit werk berust bij de Staat der Nederlanden, ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.


Download document Download document