Bijlage 5 Schema interculturele competenties | Arbeidsdeskundigen

Cahier 9 – Cultureel competente beroepsuitoefening arbeidsdeskundigen
Bijlage 5 Schema interculturele competenties

Figuur 5.1 Schema interculturele competenties

Competenties

Basiscompetenties

Vakspecifieke competenties

Basiscompetenties

Jeugdzorg

Zorg

Re-integratie

Referentiekader in beeld brengen

Kennis van

  • Eigen cultuur, normen en waarden

  • Cultuur klanten en normen en waarden

  • Klantverwachtingen

  • Specifieke thema’s en hulpvragen

  • Verschillen in opvatting over gedrag

  • Verschil in opvatting wie waarvoor verantwoordelijk is

  • Ziekten die vaker voorkomen bij migranten

  • Invloed cultuur op ziektegedrag en -beleving

  • Psychosociale, sociaal-culturele en medische factoren

  • Ziekmakers op de werkvloer

  • Werksituatie migrant

Houding

  • Open, nieuwsgierig, empathisch

  • Onbevooroordeeld

  • Sensitief

Als bij basiscompetentie

Als bij basiscompetentie

Als bij basiscompetentie

Vaardigheden

  • Bewust van eigen culturele bril

  • Bewerkstelligen van aansluiting

  • Vermijden van generalisatie

  • Betrekken van de sociale omgeving

  • Verwerken van verschillen in normen, waarden en wereldbeeld in de interventie

Vermijden van stereotypering

Als bij basiscompetentie

Omgaan met barrières in communicatie

Kennis van

  • Effect van verschillen op communicatie

  • Andere omgangsregels

  • Communicatiestijlen

Als bij basiscompetentie

Verschil in verwachtingen (symmetrische of asymmetrische relatie)

Effecten van (ervaren van) machtsafstand

Houding

  • Bewustzijn van communicatie als randvoorwaarde

  • Respectvol, open, aandachtig, betrokken

  • Geduldig en luisterend

Als bij basiscompetentie

Als bij basiscompetentie

  • Culturele empathie

  • Open-mindedness

  • Sociaal initiatief

  • Emotionele stabiliteit

  • Flexibiliteit

Vaardigheden

  • Aanpassen taalgebruik

  • Kunnen inzetten van hulpmiddelen

Als bij basiscompetentie

Als bij basiscompetenties + voeren van driehoeksgesprek

  • Extra checken op wat wordt gezegd en wat wordt bedoeld

Vervolg figuur b5.1 Schema interculturele competenties

Competenties

Basiscompetenties

Vakspecifieke competenties

Basiscompetenties

Jeugdzorg

Zorg

Re-integratie

Interculturele vertrouwensrelatie opbouwen

Kennis van

  • Vertrouwen = randvoorwaarde

  • Effect van machtsverschillen

Als bij basiscompetentie

Als bij basiscompetentie

  • Belang van aansluiting

  • Klachtengeschiedenis

  • Uitleggen systeem van verzuim en re-integratie

Houding

  • Open en respectvol

  • Vermijden van generalisatie en labels

  • Geduldig

Als bij basiscompetentie

Als bij basiscompetentie

Als bij basiscompetentie

Vaardigheden

  • Communicatieve vaardigheden

  • Outreachend werken

  • Brede benadering

Als bij basiscompetentie

  • Luisteren

  • Geduld

  • Toelichten (in plaats van mededelen)

Intercultureel samenwerken

Kennis van

  • Verschillende benaderingswijzen

  • Rol en effecten van discriminatie

Opvoedstijlen, socialisatiepatronen

Voorlichting over het ‘Nederlandse systeem’, verwachtingen en rolverdeling

Belang van aansluiting

Houding

  • Open voor verschillen

  • Accepteren anders zijn

Expliciteren van doelstellingen

Open voor traditionele hulpverlening

Als bij basiscompetentie

Vaardigheden

  • Brede benadering

  • Maatwerk

  • Outreachend werken

  • Verbinding aangaan met kind én ouders

Als bij basiscompetentie

Als bij basiscompetentie + ‘Meebewegen’

Werkzame strategieën voor het omgaan met culturele verschillen

  • Kruispuntdenken

  • Gespreksvoering aan de hand van het TOPOI-model

  • Cultureel interview

  • Interculturele gespreksvoering

  • Inzetten van ‘hulpmiddelen’

  • Aangepaste medisch-inhoudelijke richtlijnen

  • Cognitieve gedragsmatige interventie

  • Cultureel interview

  • Brede (divergerende) benadering: betrekken van context en sociale omgeving