Cahier 9 – Cultureel competente beroepsuitoefening arbeidsdeskundigen
Gezondheidszorg

Uit de literatuur en de expertinterviews over cultureel competente gezondheidszorg komt naar voren dat belangrijke oorzaken van knelpunten in de dienstverlening aan migranten enerzijds liggen op het vlak van communicatieproblemen door een taalbarrière en anderzijds door culturele verschillen in ziektegedrag en ziektebeleving (onder andere Duijsters e.a., 2005; Seeleman, 2008; Pacemaker in Global Health, 2008; NIVEL, 2004). Een ander knelpunt komt voort uit andere manieren van besluitvorming en wie hierbij betrokken zijn (grotere rol voor familieleden). Ook is er sprake van andere verwachtingen en opvattingen over de rol van bijvoorbeeld huisartsen en de eigen verantwoordelijkheid (Scharwächter e.a., 2000). Dit alles maakt het ingewikkeld om te komen tot een gedeeld beleid ten aanzien van de behandeling. Kortom, er zijn meerdere actoren nodig om te komen tot consensus; de sociale context speelt een grote rol. Een meer praktisch knelpunt dat in de gezondheidszorg naar voren is gekomen, is het gebrek aan tijd: een consult bij de huisarts duurt te kort om een goed inzicht te krijgen in de problematiek van de migrant.

Referentiekader in kaart brengen

Hierbij gaat het met name om (het ontbreken van) kennis over ziekten die bij migranten vaker voorkomen dan bij autochtonen (o.a. Seeleman, 2008; Duijsters e.a., 2005, Pacemaker in Global Health, 2007; Pacemaker in Global Health, 2008; Beentjes e.a., 2007). Wanneer kennis hierover bij de professional ontbreekt, zullen klachten die verband houden met de ziekte minder snel worden herkend. In het verlengde hiervan ligt het feit dat behandelaars zich niet altijd bewust zijn van de noodzaak tot het aanpassen van de behandeling van een bepaalde aandoening als gevolg van een andere genetische aanleg (expertinterviews). Een ander aandachtspunt is de kennis van verschillen in ziektegedrag, ziektebeleving en klachtenpresentatie (somatiseren van psychische klachten, vage lichamelijke klachten) en de invloed van cultuur en religie hierop (Pacemaker in Global Health, 2008; Beentjes e.a., 2006; Seeleman, 2008). Uit het literatuuronderzoek en uit de gesprekken met experts is naar voren gekomen dat het vergroten van de kennis van de professionals op het gebied van het voorkomen van ziekten (prevalentie) en de invloed van cultuur op ideeën over ziekte en gezondheid van groot belang zijn voor het verder ontwikkelen van deze competentie voor professionals in de gezondheidszorg.

Omgaan met barrières in de communicatie

Hierbij gaat het vooral om praktische maatregelen die ervoor kunnen zorgen dat de communicatie tussen de professional en de migrant beter verloopt. Verder is het belangrijk dat huisartsen meer vaardigheden ontwikkelen om een gesprek te kunnen voeren met mensen die laaggeletterd zijn en mensen die een andere taal spreken. Ook moeten ze een driehoeksgesprek kunnen voeren (Pacemaker in Global Health, 2008; Scharwächter e.a., 2006; Beentjes e.a., 2007). Daarnaast gaat het om bewustzijn van verschillen in verwachtingen tussen de professional en de migrant. Terwijl de professional uitgaat van een symmetrische relatie en directe communicatie met de patiënt, verwachten migranten dat de professional zich meer directief opstelt en dé oplossing biedt. Het is belangrijk werkwijzen en verwachtingen wederzijds duidelijk te maken. Er moet geen standaardproces worden ingezet, maar maatwerk worden geleverd, door bijvoorbeeld meerdere en langere gesprekken te voeren. Daarmee komen we op het terrein van de organisatie/instelling waar de professional werkzaam is. Door diverse auteurs en in de expertinterviews is gewezen op de noodzaak om de dienstverlening ook op organisatieniveau cultureel competent te maken (Beentjes e.a., 2007, Scharwächter e.a., 2006).

Interculturele vertrouwensrelatie

Wat de competentie ‘opbouwen van een interculturele vertrouwensrelatie’ betreft, zijn er vanuit de literatuur en de gesprekken met experts voor de sector gezondheidszorg geen specifieke accenten naar voren gekomen.

Intercultureel samenwerken

Het geven van duidelijke voorlichting over het Nederlandse zorgstelsel, waarbij de huisarts de poortwachter is en de specialist pas in tweede instantie in beeld komt, speelt een belangrijke rol als het gaat om intercultureel samenwerken. Beentjes e.a. (2007) wijzen erop dat de professional zijn werkwijze duidelijk moet maken en moet uitleggen hoe het Nederlandse systeem werkt, zodat duidelijk is wat de verwachtingen zijn en wat de rolverdeling is tussen de betrokken partijen. Het gaat dan om de kaders waarbinnen maatwerk moet worden toegepast. Daarnaast wordt gewezen op het openstaan van professionals voor het inzetten of consulteren van traditionele vormen van hulpverlening (bijvoorbeeld natuurgenezers) waarin de migrant vertrouwen heeft (Duijsters e.a., 2005).

Werkzame strategieën voor omgaan met culturele diversiteit

Hieronder zijn die werkwijzen en methodieken opgenomen die op meerdere plekken in de geraadpleegde literatuur en/of door meerdere experts naar voren zijn gebracht voor het omgaan met culturele diversiteit. Eerder merkten we al op dat over de effectiviteit van methodieken voor het omgaan met culturele diversiteit in de sector jeugdhulpverlening weinig bekend is. Dat geldt ook voor de werkzame strategieën voor het omgaan met culturele diversiteit in de sector gezondheidszorg. Ook hier geldt dat er steeds meer aandacht komt voor bewezen effectiviteit. ZonMw heeft in 2009 een uitgebreid programmavoorstel gepresenteerd over etniciteit en gezondheid, waarin effectiviteit van reguliere en diversiteitsintensieve behandelingen en interventies een belangrijke plaats inneemt. Uit onderzoek is wel gebleken dat de inzet van voorlichters in de eigen taal en cultuur effectief is (NIGZ, 2008). Tot slot willen we erop wijzen dat het werken met cultuursensitieve medisch-inhoudelijke richtlijnen een efficiënte methode kan zijn doordat in de dagelijkse werkzaamheden van bijvoorbeeld huisartsen veelvuldig van dergelijke richtlijnen gebruik wordt gemaakt (expertinterviews).

Werkzame strategieën zijn:

  • Inzetten van (migranten)zorgconsulent, voorlichter eigen taal en cultuur (VETC), tolk of een familielid dat de taal wel spreekt. Het gaat hierbij met name om het oplossen van knelpunten op het gebied van communicatie, maar ook om het overdragen van kennis over het Nederlandse zorgsysteem en de manier van werken (Pacemaker in Global Health, 2008, Beentjes e.a., 2007).

  • Het verbeteren van interculturele communicatieve vaardigheden door trainingen in het kader van nascholing zoals Huisarts in achterstandswijken van Pharos.

  • Het inzetten van hulpmiddelen voor interculturele communicatie met als doel voorlichting en het vergroten van de toegankelijkheid van zorg en het verbeteren van de dienstverlening (Scharwächter e.a., 2000). Concrete voorbeelden zijn onder meer het Zakboekje communicatie hulpverlening allochtonen (NIGZ) en Elkaar begrijpen helpt (NIGZ, ZonMw en Meavita) waarin, in vijf talen, een selectie is opgenomen van woorden en zinnen, ondersteund met pictogrammen over verschillende onderwerpen (eten en drinken, therapieën, dokter/medicijnen). Doel is dat klanten kunnen aangeven wat ze willen en dat professionals (in de thuiszorg) kunnen aangeven wat ze willen vragen of zeggen.

  • Werken met cultuursensitieve medisch-inhoudelijke richtlijnen (NHG-standaarden voor de huisarts van het Nederlands Huisartsen Genootschap). Concrete voorbeelden zijn enkele richtlijnen in de palliatieve zorg (voor een aantal veelvoorkomende klachten bij terminale patiënten) (expertinterviews; Duijsters e.a., 2005).

  • Multidisciplinaire samenwerking, afstemming tussen artsen in de eerste en tweede lijn en/of tussen artsen die vanuit verschillende rollen (huisarts, bedrijfsarts) met de migrant te maken hebben (Scharwächter e.a., 2000; Duijsters e.a., 2005; expertinterviews). Op deze manier kan op het niveau van de individuele patiënt informatie worden overgedragen en kan het beleid op elkaar worden afgestemd. Bovendien kan dit bijdragen aan meer expertise en kan het input opleveren voor de ontwikkeling van richtlijnen en systematische interventies.

Accepteer de voorwaarden

Gebruik van dit werk is toegestaan conform licentie creative commons CC-BY-4.0. Deze gebruikslicentie vervalt zes maanden na het verschijnen van een nieuwe editie van het werk. Het auteursrecht op dit werk berust bij de Staat der Nederlanden, ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.


Download document Download document