Cahier 9 – Cultureel competente beroepsuitoefening arbeidsdeskundigen
Samenvatting schema competenties

Aan de hand van figuur 3 geven we een samenvatting van de kennis, houding en vaardigheden met betrekking tot cultureel competente beroepsuitoefening in de drie sectoren die we in dit onderzoek hebben betrokken: jeugdhulpverlening, gezondheidszorg en re-integratie. In bijlage 5 is een ingevuld schema interculturele competenties opgenomen, waarin we onderscheid hebben gemaakt tussen de vier basiscompetenties voor cultureel competente beroepsuitoefening en vakspecifieke competenties. Ook hebben we rekening gehouden met de uitsplitsing van competenties naar kennis, houding en vaardigheden. Onderaan in het schema zijn de werkzame strategieën voor het omgaan met culturele verschillen opgenomen.

Figuur 3 Schema competenties

Competenties

Basiscompetenties

Vakspecifieke competenties

Zorg

Jeugdzorg

Re-integratie

Kennis

Houding

Vaardigheden

Interventies

Randvoorwaarden1

Kennis

Bij kennis gaat het er in de eerste plaats om dat de professional kennis heeft (bewust is) van de eigen cultuur en normen en waarden alsmede van de cultuur en normen en waarden van de klant. Op die manier is de professional zich bewust van zijn eigen bril en de bril van de klant. Dit is een belangrijke eerste stap in het omgaan met culturele diversiteit. Voor arbeidsdeskundigen zijn op dit punt onder meer verschillen in opvattingen over ziektegedrag en ziektebeleving van belang.

Daarnaast gaat het om kennis van thema’s of hulpvragen die bij migranten vaker spelen dan bij autochtone Nederlanders. Voor arbeidsdeskundigen gaat het dan onder meer om kennis met betrekking tot ziekmakers op de werkvloer, zoals discriminatie en het effect van een kloof tussen het beroep dat iemand zou willen uitoefenen (heeft uitgeoefend in het land van herkomst) en het beroep dat men heeft. Een voorbeeld daarvan is een migrant die in het land van herkomst les gaf op een middelbare school en in Nederland schoonmaakwerk heeft.

Kennis van verschillende communicatiestijlen (meer indirect in plaats van direct), verschillen in omgangsregels (bijvoorbeeld veel of weinig oogcontact), het effect van culturele diversiteit (symmetrische of asymmetrische relatie tussen professional en cliënt), de effecten van machtsverschillen (afhankelijke positie van de cliënt, machtspositie van de professional) en discriminatie zijn van belang voor het omgaan met barrières in de communicatie, het opbouwen van een vertrouwensrelatie en de samenwerking met de cliënt. Voor arbeidsdeskundigen zijn al deze elementen van belang voor het maken van contact met de cliënt en daarmee voor een effectieve relatie met de cliënt. Specifiek voor arbeidsdeskundigen is een goed inzicht in de klachtengeschiedenis van de cliënt door uitgebreid in te gaan op alle aspecten uit het verleden (bijvoorbeeld trauma’s) en het heden van een cliënt (en zijn gezin en familie) van belang om oorzaken van de klachten te achterhalen.

Houding

De houdingsaspecten die van belang zijn voor cultureel competente beroepsuitoefening kunnen we in een aantal begrippen samenvatten. Het gaat om open en onbevooroordeeld zijn, aandacht en respect tonen, sensitief en betrokken zijn en het accepteren van (culturele) diversiteit. Deze aspecten zijn voor arbeidsdeskundigen heel vanzelfsprekend in het uitoefenen van hun beroep. Extra aandacht hiervoor in de vorm van (na)scholing of intervisie kan ertoe bijdragen dat deze aspecten nog verder worden ontwikkeld en daarmee de dienstverlening aan alle cliënten nog verder wordt geoptimaliseerd.

Vaardigheden

Ten aanzien van de vaardigheden die van belang zijn voor cultureel competente beroepsuitoefening gaat het er vooral om daadwerkelijk rekening te houden met en te kunnen handelen naar de bovengenoemde kennis- en houdingsaspecten. Concrete voorbeelden zijn het aanpassen van het taalgebruik, het betrekken van de sociale omgeving van een cliënt, outreachend werken (bijvoorbeeld door meer huisbezoeken af te leggen) en het toepassen van een brede benadering (communicatie niet alleen beperken tot het doel van het contact tussen professional en cliënt, persoonlijke en warme contacten onderhouden). Ook hier geldt dat deze vaardigheden voor arbeidsdeskundigen heel vanzelfsprekend zijn en dat extra aandacht hiervoor in de vorm van (na)scholing of intervisie ertoe kan bijdragen dat deze vaardigheden nog verder worden ontwikkeld. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan intervisie om het taalgebruik nog meer aan te passen aan het niveau van de cliënt.

1 

Interventies en randvoorwaarden zijn belangrijke aspecten in relatie tot intercultureel competente beroepsuitoefening. In dit onderzoek ligt de focus echter op de professional en de competenties die hij nodig heeft om om te kunnen gaan met culturele diversiteit. Interventies en randvoorwaarden blijven in dit onderzoek buiten beschouwing.

Accepteer de voorwaarden

Gebruik van dit werk is toegestaan conform licentie creative commons CC-BY-4.0. Deze gebruikslicentie vervalt zes maanden na het verschijnen van een nieuwe editie van het werk. Het auteursrecht op dit werk berust bij de Staat der Nederlanden, ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.


Download document Download document