Cahier 9 – Cultureel competente beroepsuitoefening arbeidsdeskundigen
Intercultureel samenwerken

Bij intercultureel samenwerken komen de hierboven genoemde competenties allemaal samen. Naast alle eerdergenoemde kennis, houdingsaspecten en vaardigheden vergt dit van de professional op een aantal punten extra kennis, houdingsaspecten en vaardigheden om te komen tot een optimale dienstverlening aan migranten. Haterd e.a. (2010) stellen dat het hierbij met name gaat om het vermogen van de professional om binnen de eigen organisatie samen te werken met collega’s uit een andere culturele groep en met medewerkers van migrantenorganisaties: de professional moet in staat zijn om gebruik te maken van de deskundigheid van anderen om de eigen dienstverlening te verbeteren (Haterd e.a., 2010). Ook Vink wijst erop dat voor intercultureel samenwerken niet alleen de individuele professional interculturele competenties moet hebben, maar dat ook van belang is dat in de organisatie waar hij werkzaam is intercultureel en multidisciplinair wordt gewerkt (Vink en Höppener in Kruysbergen e.a., 2011). Omdat de focus van dit onderzoek ligt op de professional en diens competenties voor het omgaan met culturele diversiteit, laten we in deze paragraaf het organisatieniveau buiten beschouwing. We komen hier in het laatste hoofdstuk op terug.

Kennis van:

  • het voorkomen van, de rol van en de effecten van discriminatie en hoe te handelen bij discriminatie (Pacemaker in Global health, 2008);

  • verschillende benaderingswijzen: gericht op gelijkwaardigheid (tussen professional en cliënt), zelfsturing, eigen verantwoordelijkheid en gericht op het aandragen van oplossingen, meer directief (Pacemaker in Global Health, 2007).

Houding

  • openstaan voor verschillen: een open en onbevooroordeelde houding ten aanzien van andere groepen en andere waarden en normen (Haterd e.a., 2010; Vink, 2009, Bellaart, 2009);

  • accepteren van ander gedrag (Vink, 2009).

Vaardigheden

  • brede benadering: wat is het verhaal; wat is de situatie van de migrant, rekening houdend met de omgeving van de migrant: waar is de familie, hoe is het met de familie, is er aansluiting in de nieuwe (Nederlandse) situatie (Kruysbergen e.a., 2011; Pacemaker in Global Health, 2007);

  • werkwijze en verwachtingen duidelijk maken, met betrekking tot de eigen rol en die van de klant (Beentjes e.a., 2007);

  • maatwerk in plaats van standaardproces, bijvoorbeeld door meer tijd te nemen (Beentjes e.a., 2007);

  • zoeken naar en investeren in een gemeenschappelijke basis voor de interventie/relatie tussen professional en klant, commitment verkrijgen (Verstraten e.a., 2006; Pels e.a., 2009, Bellaart, 2009).

Accepteer de voorwaarden

Gebruik van dit werk is toegestaan conform licentie creative commons CC-BY-4.0. Deze gebruikslicentie vervalt zes maanden na het verschijnen van een nieuwe editie van het werk. Het auteursrecht op dit werk berust bij de Staat der Nederlanden, ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.


Download document Download document