Welke ervaringen en resultaten zijn er reeds met cultureel competente arbeidsdeskundige dienstverlening?
Eén van de aanleidingen voor dit onderzoek was de constatering dat de gebruikte methodieken in de arbeidsdeskundige praktijk doorgaans niet gericht zijn op migranten. Ons onderzoek bevestigt dit. Op basis van het groepsgesprek met arbeidsdeskundigen concluderen we dat er zeker ervaring is met dienstverlening aan migranten door arbeidsdeskundigen, maar dat ze hierbij geen gebruik maken van speciaal voor migranten ontworpen methoden of instrumenten. De aanpassingen die arbeidsdeskundigen doen wanneer ze te maken hebben met migranten kunnen worden gegroepeerd binnen drie thema’s: communicatie, wet- en regelgeving en handhaving, en werkwijze/aanpak bij begeleiding en re-integratie. Wanneer we deze aanpassingen nader analyseren, blijken ze voor een deel de vaardigheden te bevatten die we ook zijn tegengekomen in de basiscompetenties ‘referentiekader in kaart brengen’, ‘omgaan met barrières in de communicatie’, ‘opbouwen van een interculturele vertrouwensrelatie’ en ‘intercultureel samenwerken’. Concrete voorbeelden hiervan zijn onder meer het uitgebreider voorbereiden op het gesprek met de cliënt door iets te achterhalen over het land van herkomst en de cultuur (referentiekader in kaart brengen), eenvoudiger taalgebruik, korte zinnen en het vermijden van jargon en spreekwoorden (omgaan met barrières in de communicatie) en de migrant thuis opzoeken in plaats van de migrant naar de arbeidsdeskundige te laten komen (opbouwen van interculturele vertrouwensrelatie).
Kortom, de arbeidsdeskundigen die aan het groepsgesprek deelnamen, handelen op onderdelen en deels onbewust al cultureel competent. Dit betekent niet dat in de praktijk geen knelpunten worden ervaren. Met name op het gebied van praktische kennis en kennisdeling bestaat behoefte aan ondersteuning. De arbeidsdeskundigen hebben overigens geen zicht op de resultaten van cultureel competente arbeidsdeskundige dienstverlening.
Welke werkwijzen dan wel methodieken worden momenteel specifiek voor cliënten met een niet-westerse achtergrond toegepast op het terrein arbeidsre-integratie?
Zoals gezegd passen de arbeidsdeskundigen hun aanpak en handelwijze aan aan de migrant. Het gaat om praktische, pragmatische oplossingen die niet uitsluitend voor migranten zijn ontworpen, maar voor deze groep wel relatief vaak nodig zijn en worden toegepast in vergelijking met autochtone klanten. De aanpassingen kunnen worden gegroepeerd binnen drie thema’s:
communicatie, bijvoorbeeld eenvoudiger taalgebruik en vaker controleren of de migrant begrepen heeft wat er besproken is;
meer aandacht voor wet- en regelgeving en handhaving in de gesprekken met migranten, bijvoorbeeld door heel duidelijk uit te leggen wat van de migrant wordt verwacht in het Nederlandse systeem rondom verzuim en re-integratie (zoals het verrichten van loonvormende arbeid binnen de belastbaarheid ondanks ziek zijn of ziek voelen);
de werkwijze bij arbeidsre-integratie, bijvoorbeeld meer tijd nemen voor gesprekken, gesprekken vaker face to face laten plaatsvinden, vaker op huisbezoek gaan en het betrekken van het systeem rondom de klant (familie, gemeenschap) om de migrant in beweging te krijgen.
Is er bij de re-integratie van cliënten met een niet-westerse achtergrond sprake van een seksespecifieke aanpak?
Uit het onderzoek komt naar voren dat niet alle arbeidsdeskundigen een seksespecifieke aanpak hanteren bij de re-integratie van migranten. De arbeidsdeskundigen die aan het groepsgesprek deelnamen, verschillen van mening als het gaat om het belang van een seksespecifieke aanpak. Zo houdt de één er vooral rekening mee of een klant wel of geen kostwinner is en speelt de sekse hierbij geen rol. Een andere arbeidsdeskundige houdt meer rekening met sekseverschillen bij migranten en benadrukt bijvoorbeeld de grote rol van de echtgenoot of een ander familielid bij de begeleiding van vrouwelijke klanten van bijvoorbeeld Marokkaanse afkomst. De communicatie verloopt daardoor meestal niet rechtstreeks. Eén arbeidsdeskundige heeft aangegeven niet te proberen deze situatie te doorbreken, door bijvoorbeeld de man weg te sturen, maar deze te accepteren. Hij probeert door vaker op onaangekondigd huisbezoek te gaan toch een compleet beeld te krijgen van de mogelijkheden voor re-integratie.