We beschrijven in dit hoofdstuk varianten waarmee arbeidsdeskundigen hun expertise ook in het preventiedomein kunnen inzetten. De varianten laten zien waar arbeidsdeskundigen mogelijk een meerwaarde zijn. De varianten zijn voornamelijk gericht op de hogere preventieniveaus 1, 2A en 2B. De focus ligt op de mogelijkheden die er zijn voor arbeidsdeskundigen vanwege hun expertise, de expertise van andere professionals en de vraag vanuit de markt. We beschrijven ook de expertise die nodig is voor een variant, in hoeverre de huidige expertise van arbeidsdeskundigen daarbij aansluit en welke extra expertise er eventueel nodig is. De varianten zijn overigens niet alleen van toepassing op arbeidsdeskundigen. Ook andere professionals kunnen ze vervullen. Het gaat in feite om algemene varianten binnen het preventiedomein, los van een specifieke beroepsgroep.
In paragraaf 4.1 staat een schematische samenvatting van de varianten. Daarna volgt een uitgebreide beschrijving van iedere variant in paragraaf 4.2. De varianten beschrijven we aan de hand van de volgende kenmerken:
Preventieniveau(s)
Doelgroep(en)
Focus
Kerntaken
Kerncompetenties
Extra benodigde expertise
Andere professionals/concurrenten
Vraag vanuit de markt
Haalbaarheid
Wenselijkheid
De haalbaarheid van varianten hebben we bepaald door te kijken wat mogelijk is gezien de huidige expertise van arbeidsdeskundigen, de expertise en activiteiten van andere professionals en de eventueel vereiste expertiseontwikkeling. De wenselijkheid van een variant baseren we op de haalbaarheid ervan en de vraag vanuit de markt.