3 Varianten inzet arbeidsdeskundige expertise | Arbeidsdeskundigen

Cahier 19 – De arbeidsdeskundige en het preventiedomein arbeid en gezondheid
3 Varianten inzet arbeidsdeskundige expertise

We hebben een aantal varianten ontwikkeld voor de bredere inzet van arbeidsdeskundige expertise binnen het preventiedomein. De varianten worden in het rapport beschreven aan de hand van de volgende kenmerken:

  • Preventieniveau(s)

  • Doelgroep(en)

  • Focus

  • Kerntaken

  • Kerncompetenties

  • Extra benodigde expertise

  • Andere professionals/concurrenten

  • Vraag vanuit de markt

  • Haalbaarheid

  • Wenselijkheid

De haalbaarheid van varianten is afgemeten aan wat er mogelijk is, gezien de huidige expertise van arbeidsdeskundigen, de expertise en activiteiten van andere professionals en de eventueel vereiste expertiseontwikkeling. In hoeverre een variant wenselijk is, baseren we op de haalbaarheid en de vraag vanuit de markt. Het is hierbij belangrijk om op te merken dat we de varianten zien als taken die in bepaalde situaties worden toegevoegd aan het takenpakket van arbeidsdeskundigen en dus niet als nieuwe rollen of functies.

We onderscheiden vier hoofdvarianten: Verbinder, Screener, Adviseur en Coördinator. Tabel S.1 geeft een beknopte schematische samenvatting van de varianten weer, waarin ook enkele subvarianten staan. De tabel bevat verder voor iedere variant een samenvatting van de uitkomsten van de haalbaarheids- en wenselijkheidsanalyse. Voor een uitgebreide beschrijving van de varianten en de uitkomsten van de haalbaarheids- en wenselijkheidsanalyse verwijzen we naar paragraaf 4.2.

Tabel S.1 Schematische samenvatting varianten inzet arbeidsdeskundige expertise

Variant

Preventie-niveau(s)

Doelgroep(en)

Focus

Haalbaar- en wenselijkheid

A. Verbinder

3A

Individuele zieken en arbeidsbeperkten

Beoordelen problemen, aanreiken oplossingen of oplossingsrichtingen, preventie in samenwerking met en/of door inschakeling van professionals hogere preventieniveaus

H: Ja, gezien huidige expertise direct haalbaar, wel een kwestie van doen

W: Ja, vormt basis voor goed functionerend preventiedomein

B-1. Screener - individu

2A, 2B

Individuele werknemers

In kaart brengen individuele werknemers (en eventueel hun werkplekken)

H: Ja, gezien huidige expertise direct haalbaar, wel een kwestie van doen

W: Ja, komt functioneren preventiedomein ten goede

B-2. Screener - groep

2B

Risicogroepen in werknemers-bestand

In kaart brengen risicogroepen (en eventueel risicoberoepen)

H: Ja, maar niet direct want vraagt doorontwikkeling (o.a. specifieke kennis risicogroepen) en alleen als niet gericht op risicoberoepen

W: Ja, als m.n. gericht op screenen individuen behorend tot risicogroepen (en niet zozeer screenen volledige risicogroepen) en niet gericht op screenen risicoberoepen

B-3. Screener - bedrijf

2A

Het bedrijf (alle werknemers)

In kaart brengen alle werknemers (en eventueel al het werk) in het bedrijf

H: Nee, alleen n.a.v. vele individuele gevallen en vraagt doorontwikkeling (o.a. A&O-kennis)

W: Nee, alleen n.a.v. vele individuele gevallen

C-1. Adviseur - individu

1

Individuele werknemers

Voorkomen problemen individuele werknemers

H: Ja, als gebaseerd op concrete analyse individuele werknemer(s)

W: Ja, als gebaseerd op concrete analyse individuele werknemer(s)

C-2. Adviseur - bedrijf

1

Het bedrijf (alle werknemers)

Voorkomen problemen bedrijf (gehele werknemersbestand)

H: Nee, alleen n.a.v. meerdere individuele gevallen en vraagt doorontwikkeling (o.a. A&O-kennis en adviesvaardigheden)

W: Nee, alleen n.a.v. meerdere individuele gevallen

D. Coördinator

1, 2A, 2B, 3A, 3B

Individuele werknemers & het bedrijf (alle werknemers)

Overzien alle activiteiten binnen preventiedomein en aansturing alle betrokken professionals

H: Nee, alleen voor specifieke arbeidsdeskundigen (persoonsgebonden, vereist leidinggevende capaciteiten) in specifieke situaties

W: Nee, alleen voor specifieke arbeidsdeskundigen (persoonsgebonden, vereist leidinggevende capaciteiten) in specifieke situaties

Directe mogelijkheden

De volgende varianten zijn, gezien de huidige expertise van arbeidsdeskundigen, direct haalbaar en wenselijk. Voorwaarde is dat ze juist worden ingevuld. Het gaat om Verbinder, Screener - individu en Adviseur - individu. De Verbinder geeft signalen door aan professionals die actief zijn op de hogere preventieniveaus en werkt met hen samen. Doel is om toekomstige problemen bij werknemers te voorkomen. De Screener - individu brengt de belastbaarheid van individuele werknemers in kaart, ook in relatie tot de belasting die het werk vraagt. Op het gebied van het screenen van risicogroepen liggen er alleen directe mogelijkheden als dit wordt ingevuld door het screenen van individuele werknemers die (mogelijk) tot risicogroepen behoren. De Adviseur - individu geeft advies om uitval te voorkomen en duurzame inzetbaarheid te bevorderen. Bij deze variant is het van belang dat het advies is gebaseerd op de concrete analyse van de individuele werknemer.

Figuur S.3 geeft een voorbeeld van verrijking van het huidige takenpakket van arbeidsdeskundigen door toevoeging van een aantal varianten.

Figuur S.3 Voorbeeld verrijking takenpakket door varianten

Overige mogelijkheden

Voor de variant Screener - bedrijf is er alleen enig perspectief, als het volgt uit de individuele screening van vele werknemers. Hierbij merken we op dat het in het midden- en kleinbedrijf makkelijker zal zijn om een substantieel deel van het werknemersbestand te screenen. In grote bedrijven kan het ook een optie zijn om bijvoorbeeld alleen de werknemers van een bepaalde afdeling te screenen.

De variant Adviseur - bedrijf heeft alleen enig perspectief als de dienstverlening voortkomt uit de inzichten die zijn opgedaan uit verschillende individuele gevallen binnen het bedrijf. Een rol als coördinator wordt in zijn geheel niet haalbaar noch wenselijk geacht, ongeacht de invulling van deze variant. Het screenen van risicoberoepen wordt ook niet haalbaar of wenselijk geacht.

Figuur S.4 illustreert hoe de dienstverlening aan individuele werknemers overstijgende inzichten kan geven voor dienstverlening op groeps- of bedrijfsniveau. Weliswaar betreft het in dit voorbeeld verschillende werknemers, hun problematiek is hetzelfde en alle pijlen wijzen dan ook dezelfde kant op.

Figuur S.4 Vertaling dienstverlening individuele werknemers naar dienstverlening op groeps- of bedrijfsniveau

Positie Werkscan binnen varianten

Met de Werkscan – ontwikkeld door het AKC – hebben arbeidsdeskundigen al een instrument in handen waarmee een individuele screening kan worden uitgevoerd en waarvoor arbeidsdeskundigen al zijn opgeleid. Dit bevestigt dat de screeningsvariant op het individuele niveau dus per definitie haalbaar is. Wel is het zo dat arbeidsdeskundigen die met de Werkscan werken, hiervoor een speciale opleiding moeten volgen. De Werkscan kan ook specifiek worden ingezet om werknemers die tot risicogroepen behoren, in kaart te brengen. Ook bij een dergelijke inzet blijft het echter een individueel screeningsinstrument. Het verschaft een individueel beeld van werknemers behorend tot een risicogroep, maar geeft geen beeld van de risicogroep als zodanig.

Als het instrument door voldoende werknemers van een afdeling, vestiging/ bedrijf of sector wordt ingevuld, kunnen analyses op het bestand worden uitgevoerd om zicht te krijgen op een grotere werknemerspopulatie. De uitkomsten van de Werkscan bieden aanknopingspunten om een rol als adviseur te vervullen in combinatie met een rol als screener. Nadat een werknemer de Werkscan heeft ingevuld, kan de arbeidsdeskundige hem/haar op basis van de uitkomsten adviseren over te nemen vervolgstappen. Als voldoende werknemers het instrument hebben ingevuld, kan de arbeidsdeskundige de werkgever adviseren op het niveau van de gehele werknemerspopulatie. Bijvoorbeeld over aanpassingen aan het werk of aandachtspunten voor de werving & selectie.

Speerpunten bredere inzet arbeidsdeskundige expertise

We concluderen dat bij een juiste invulling van de varianten, het zowel haalbaar als wenselijk is dat arbeidsdeskundige expertise breder wordt ingezet binnen het preventiedomein. Hierbij vormen de samenwerking met en inschakeling van andere professionals de basis voor een goed werkend preventiedomein. Een preventiedomein waarin zowel werknemer als werkgever optimaal worden ondersteund. Voor een goede samenwerking is het van belang dat de verschillende typen professionals van elkaar goed weten wat ieders expertise is en in welke situaties de expertise van een andere professional van meerwaarde kan zijn. Enerzijds vereist dit dat de professionals zich goed in de andere beroepsgroepen verdiepen en dat kennis van andere beroepsgroepen goed in de opleidingen is geborgd. Anderzijds vereist dit dat de beroepsgroepen zichzelf goed profileren, duidelijk maken wat hun expertise is en laten zien op welke wijze ze een bijdrage kunnen leveren binnen het preventiedomein.

Hoewel de ontwikkelde varianten een uitbreiding van het takenpakket betekenen, is het van belang uit te blijven gaan van de eigen kracht van arbeidsdeskundigen; die ligt in het van dienst zijn van individuen. Met dit individuele niveau als vertrekpunt, is het toch mogelijk een grotere meerwaarde binnen het preventiedomein te realiseren. Bij genoeg individuele gevallen kan deze kennis vervolgens worden vertaald naar kennis op het niveau van groepen, afdelingen en organisaties. Het zal echter niet vanzelf gebeuren dat je als arbeidsdeskundige een grotere rol op het gebied van preventie krijgt. Om een bredere inzet van arbeidsdeskundige expertise te realiseren is het van belang dat de beroepsgroep zich nadrukkelijker profileert als een professional met meerwaarde op het gebied van preventie en dit expliciet(er) opneemt in het takenpakket. De meest directe manier van profileren is rechtstreeks in of naar aanleiding van de huidige dagelijkse werkzaamheden. Als arbeidsdeskundige kun je aan werknemers en werkgevers laten zien dat je ook expertise hebt op dit terrein en meerwaarde kunt bieden. Het zetten van deze stap is mogelijk, maar het is wel een kwestie van doen en hier ook tijd voor hebben – of krijgen van de opdrachtgever en de eventuele eigen werkgever. Samenvattend zijn dit de speerpunten voor een bredere inzet van de arbeidsdeskundige expertise binnen het preventiedomein:

  • wees samen sterker: werk nauwer samen met professionals hogere preventieniveaus en vervul een signaleringsfunctie;

  • ga uit van eigen kracht: benut maximaal de huidige expertise op het individuele niveau;

  • bundel kennis en ervaringen: vertaal indien mogelijk kennis over en ervaringen met individuele werknemers naar kennis op groeps-, afdelings- of organisatieniveau;

  • verrijk het takenpakket: maak preventie en duurzame inzetbaarheid vast onderdeel van het werk;

  • profileren is doen: toon meerwaarde direct in of naar aanleiding van huidige dagelijkse werkzaamheden.

1

1  In theorie is er ook een variant denkbaar waarin de professional beschikt over specialistische kennis op alle preventieniveaus en zelf alle activiteiten binnen het preventiedomein uitvoert. Vroeg in het onderzoek concluderen we al dat deze variant zo goed als niet haalbaar is en hebben we het daarom niet verder uitgewerkt. We zien momenteel ook geen andere professionals die deze rol vervullen. In individuele gevallen zal dit mogelijk voorkomen, maar er is geen type professional dat op basis van het beroepsprofiel geschikt is om dit te doen. Vanuit het oogpunt van verdringing achten we deze variant bovendien onwenselijk.

Accepteer de voorwaarden

Gebruik van dit werk is toegestaan conform licentie creative commons CC-BY-4.0. Deze gebruikslicentie vervalt zes maanden na het verschijnen van een nieuwe editie van het werk. Het auteursrecht op dit werk berust bij de Staat der Nederlanden, ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.


Download document Download document