Netto werktijd is de tijd die de werknemer feitelijk besteedt aan het maken van goederen of het verrichten van diensten, dus aan het uitvoeren van zijn hoofdtaken. Het gaat om de netto productietijd van de werknemer ten opzichte van de reguliere, vergelijkbare medewerker.
Dit wordt ook uitgedrukt in een percentage van de netto werktijd bij de normfunctie. Om dit vast te stellen, kan de loonwaardedeskundige denken aan:
problemen met het gedrag die de beschikbaarheid voor productie beïnvloeden;
kan onvoldoende met omschakeling omgaan;
verminderde aanwezigheid;
extra instructietijd/begeleidingstijd werknemer.
Iedere werknemer heeft verloonde uren, waarin hij of zij niet beschikbaar is voor het verrichten van een taak. Dit komt bijvoorbeeld door werkoverleg, instructie, feedback over prestaties of stilstand door storing, etc. Als dat in het bedrijf voorkomt en ook geldt voor de te waarderen functie, maakt dit geen deel uit van de verlaging van de netto werktijd. Het is dus zaak te vragen naar de normale mate van de netto werktijd, de inhoud daarvan en of dit verhoudingsgewijs gelijk is in de uitgeoefende functie.
Voor het waarderen van de netto werktijd gaat het om extra tijd die de werknemer niet kan werken door bijvoorbeeld afgeleid zijn, begeleiding, wachten op controle voor verder gegaan kan worden met het eigen proces, wachten op noodzakelijke hulp, etc. Belangrijk is om tijdens het onderzoek navraag te doen naar de oorzaak van de stilstand. Is de oorzaak gelegen in de mogelijkheden van de werknemer, dan behoort het bij het deelbegrip netto werktijd. Is de oorzaak gelegen in bedrijfseigen processen, dan is het geen onderdeel van de nettowerktijd.