Motiverende gespreksvoering is vooral gericht op het ‘waarom’ van een verandering. Het leent zich bij uitstek voor de eerste fasen van het model van gedragsverandering. Oplossingsgericht coachen richt zich meer op het ‘hoe’ van verandering. Hierin kan de kracht van de cliënt worden benut. Het is een techniek die zich bij uitstek leent voor de verdere fasen van gedragsverandering, gericht op (het voorbereiden van) actie. De cliënt beschikt over krachten en oplossingen die in het gesprek opgespoord kunnen worden en waarop voortgebouwd kan worden. De meer traditionele hulpverlening gaat uit van cliënten met een pathologie die gediagnosticeerd en behandeld moet worden door een deskundige. Motiverende gespreksvoering gaat uit van de werkelijkheid van de cliënt. In oplossingsgericht coachen heeft de professional een meer actieve rol in het ontdekken en benoemen van krachten en oplossingen. Oplossingsgericht coachen richt zich op het vinden van de bekwaamheden van de cliënt en op de doelen en gewenste uitkomsten. De oplossingen voor het probleem liggen in wat de cliënt al doet en in de kleine, haalbare stappen die hij kan zetten om het einddoel te behalen. Oplossingsgericht coachen wordt dus meer ingezet in de latere fasen van het gesprek. In oplossingsgerichte gespreksvoering wordt bijvoorbeeld gevraagd naar positieve uitzonderingen. De arbeidsdeskundige vraagt aan de cliënt waar en wanneer de situatie beter was en wie daarbij betrokken waren en wat zij deden. Op basis hiervan kunnen arbeidsdeskundige en cliënt praktisch uitvoerbare oplossingen vinden die aansluiten bij de vaardigheden en hulpbronnen die de cliënt binnen bereik heeft. Een uitzondering kan zo een (deel)oplossing van het probleem zijn en daarmee een startpunt voor een grotere verandering. De belangrijkste taak van de professional is om de cliënt te helpen om deze intrinsiek gedreven oplossingen te ontdekken en hem in de positieve richting te leiden die hij samen met de professional definieert. Het is voor de oplossing niet nodig om het probleem tot op de bodem uit te diepen.