Arbeidsdeskundigen maken nu vooral gebruik van de kennis die zij hebben opgedaan in de basis- en vervolgopleidingen, trainingen (certificering) en uit eigen ervaring. Dit betreft met name de kennis in het linker benedendeel van Figuur 1 (zie hieronder). Die praktijkkennis is de afgelopen jaren gebundeld in verschillende op de gemeenschappelijke arbeidsdeskundige praktijk gebaseerde leidraden (Participatie, Jobcoach, Verzuim, Spoor 1 en 2, Voorzieningen) en tools.
Er is met de ICF-aanpak ook meer aandacht gekomen voor externe factoren, zoals de ervaringen, vragen en voorkeuren van cliënten en werkgevers. Daarmee wordt het kennisdeel rechtsonder van figuur 1 ook al beter geborgd dan voorheen.
Aan ondersteuning van evidence-based werken vanuit het bovenste deel van de piramide is gewerkt met het introduceren van de AKC-cahiers, tools als de Werkscan, de Scan Werkvermogen Werkzoekenden, de Game, de bibliotheek Chronisch Werk(t) en de Keuzetool Flexibele Arbeidsrelaties. Het gebruik van deze (wetenschappelijke) kennisproducten is nog beperkt gebleven, zo blijkt uit het onderzoek.