Koppelen kennisbehoefte aan de dagelijkse casuïstiek.
Ontsluiten kennis die aansluit op de dagelijkse praktijk.
Vakliteratuur (geen wetenschappelijke verhandeling).
Compacte informatie die direct bruikbaar is bij de concrete vraag in een casus.
Kant en klare oplossingen bij eigen casuïstiek, liefst realtime.
Ziet collega’s en mentoren als belangrijke kennisbron.
Heeft een beperkte ambitie als het gaat om persoonlijke kennisontwikkeling.
Is zoekende in het kader van de persoonlijke vakontwikkeling.
Stelt niet vaak de vraag: beschik ik over de juiste en laatste kennis om mijn opdracht(en) uit te voeren?
Zoekt niet actief naar methodisch op evidence steunend arbeidsdeskundig handelen, maar gebruikt de eigen praktijkervaring als referentiekader.
Reflecteert beperkt op de kwaliteit van het eigen handelen of dat van collega’s.
Is beperkt geïnteresseerd in wetenschappelijk onderzoek en literatuur.
Realiseert zich dat er wel meer tijd en aandacht naar de eigen vakontwikkeling zou moeten gaan, maar voelt nog weinig urgentie.