Inleiding | Arbeidsdeskundigen

Cahier 8 – Arbeidsdeskundig handelen bij het inschatten van verlies van arbeidsvermogen bij personenschade
Inleiding

TNO heeft in 2011 opdracht van het Arbeidskundig Kennis Centrum (AKC) een onderzoeksproject uitgevoerd, dat het professioneel handelen van arbeidsdeskundigen bij het bepalen van verlies van arbeidsvermogen/verdienvermogen (hierna ‘arbeidsvermogen’) in het kader van personenschade moest bevorderen. Het gaat hierbij om een duidelijke specialisatie binnen het arbeidsdeskundig domein: minder dan 5 procent van de arbeidsdeskundigen heeft deze specialisatie. Centraal staat het vaststellen van het verschil in arbeidsvermogen voor en na bijvoorbeeld een ongeval. Dit is een proces dat een zorgvuldige, transparante en onafhankelijke inventarisatie van de feiten vraagt, een objectiverende en gedegen weging en een helder advies. Dit soort kwaliteitseisen aan het arbeidsdeskundig handelen geldt niet alleen voor het specialisme personenschade, maar speelt ook op andere terreinen een rol. Bijvoorbeeld die van claimbeoordeling en re-integratie. Vaak gaat het hierbij om dezelfde basisvakkennis en methodische aanpak. De vraagstellingen in dit onderzoek zijn daarom interessant voor de vakontwikkeling van de gehele beroepsgroep.

De volgende drie vragen stonden in het onderzoek centraal:

  1. Op welke wijze maken arbeidsdeskundigen in de huidige praktijk een inschatting van het verlies van arbeidsvermogen van cliënten op het gebied van loonvormende arbeid, huishoudelijke arbeid en zelfwerkzaamheid als het gaat om een aansprakelijkheidsverzekering?

  2. Waar begint en eindigt in de huidige praktijk de bijdrage van de arbeidsdeskundige?

  3. Is er een kader voor methodisch handelen te geven voor de arbeidsdeskundige werkzaamheden en de methoden die arbeidskundigen daarbij hanteren?

Het onderzoek vond plaats met actieve betrokkenheid van de beroepsgroep arbeidsdeskundigen en kende drie fasen:

  1. Inventarisatie van gehanteerde werkwijzen en methodieken door arbeidsdeskundigen. Daarvoor zijn in totaal 21 rapporten van arbeidsdeskundigen systematisch geanalyseerd. Er zijn vijf arbeidsdeskundigen geïnterviewd en er is in (inter)nationale literatuur gezocht naar het bestaan van consensus en best practices als het gaat om gehanteerde werkwijzen. Daarnaast zijn er twee workshops gehouden om input te krijgen van betrokken arbeidsdeskundigen over hun werkwijzen en gehanteerde methoden.

  2. Organisatie van een derde workshop met arbeidsdeskundigen. Hierin is een inventarisatie gemaakt van de werkmethoden waaraan arbeidsdeskundigen de voorkeur geven en innovaties die arbeidsdekskundigen willen.

  3. Verspreiding van resultaten, door middel van een presentatie tijdens een bijeenkomst van het Platform Arbeidsdeskundig Onderzoek (PAO) en een interview in vakblad AD Visie over de resultaten van het project. In oktober 2012 volgt een presentatie op het Platform AOV & Letsel.

Accepteer de voorwaarden

Gebruik van dit werk is toegestaan conform licentie creative commons CC-BY-4.0. Deze gebruikslicentie vervalt zes maanden na het verschijnen van een nieuwe editie van het werk. Het auteursrecht op dit werk berust bij de Staat der Nederlanden, ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.


Download document Download document