Cahier 12 – Participeren met een Autisme Spectrum Stoornis
Methode van het onderzoek

Uitvoering en rapportage

De vier UWV-deelstudies zijn onder begeleiding van het UMCG door Wajongteams (met verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen van WERKbedrijf en SMZ) uitgevoerd en hebben geleid tot vier afzonderlijke eindrapportages. De volledige deelrapporten van deze studies zijn bij het AKC op te vragen1. De twee UMCG-deelstudies (samenwerking en determinanten) zijn uitgevoerd door het projectteam van het UMCG. Het projectteam heeft ook dit overkoepelende rapport over alle zes de deelstudies geschreven. Ook van de deelstudie over samenwerking is een samenvatting van de resultaten opgenomen. De volledige masterthesis is te vinden op de site van de Wetenschapswinkel2.

Er is een brede klankbordgroep samengesteld met mensen uit de wetenschap, mensen van het UWV, het AKC, de ledenvereniging voor mensen met autisme (NVA) en een ervaringsdeskundige. Deze klankbordgroep is regelmatig geconsulteerd om te toetsen of de richting die het project op ging nog paste en aansloot bij de praktijk en de wetenschap.

Gegevensverzameling

Elk team heeft voor het uit te voeren onderzoek een eigen aandachtspunt gekozen met een eigen vraagstelling en onderzoeksopzet. Bij alle deelprojecten is eerst een literatuurstudie uitgevoerd.

Deelstudie 1 (Arbeidscompetentieprofiel voor Wajongers met een ASS) had als doel om kennis op te doen over het meten van arbeidscompetenties bij mensen met ASS. Hierbij is aangesloten op een bestaand instrument voor mensen met een beperking in het algemeen: de Passermethode. Dit meetinstrument met veertien goed beschreven competenties is geschikt gemaakt voor toepassing in de dagelijkse praktijk bij de divisie Sociaal Medische Zaken van het UWV. De lijst is ingevuld door 24 cliënten en hun ouders en begeleiders. Zo is een goed beeld – een Arbeids Competentie Profiel (ACP) – verkregen van de (on)mogelijkheden. Ook is per cliënt de Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) ingevuld. Daarnaast zijn er evaluatieformulieren gebruikt om te meten hoe het invullen van de ACP kan bijdragen aan een betere beoordeling en begeleiding.

In deelstudie 2 (Gebruik van een beroepskeuze instrument) is bij twaalf cliënten, die succesvol en duurzaam aan het werk zijn, een semigestructureerd interview afgenomen om te achterhalen wat de bepalende factoren zijn bij het maken van de juiste keuze voor beroep en/of opleiding. Gevraagd werd onder meer naar duurzaamheidbevorderende en -bedreigende factoren. Daarnaast werd een betekenisvolle andere bevraagd over de achtergronden van de beroepskeuze. Ook werd hierover in een aantal gevallen informatie gevonden in de dossiers van het UWV.

Deelstudie 3 (Argumenten voor urenbeperking en gefaseerde aanpak) had als doel om argumenten in kaart te brengen om mensen met ASS in de Wajong een urenbeperking op te leggen en/of te kiezen voor een gefaseerde aanpak bij re-integratie in werk. Binnen deze deelstudie zijn 345 dossiers van Wajongers met ASS doorgenomen. Aan de hand daarvan zijn de urenbeperkingen bepaald (peildatum 2009) en de werkstatus drie jaar later (2012).

Deelstudie 4 (Factoren overvraging en arbeidsparticipatie) had als doel om de ernst van ASS in kaart te brengen aan de hand van het screenen van dossiers naar kenmerken van overvraging gedurende de ontwikkeling tot 18-jarige leeftijd. Vervolgens is bij dezelfde personen op 23-jarige leeftijd gekeken of er sprake was van succesvolle arbeidsparticipatie. Er is gekozen voor het screenen op kenmerken van overvraging, omdat overvraging als een signaal van de ernst van ASS kan worden opgevat. Er is voor dit deelproject een uitgebreid en systematisch dossieronderzoek gedaan bij bij állecliënten met ASS die in de regio Midden- en Oost-Brabant een beroep deden op de Wajong (122 cliënten).

Deelstudie 5 (Samenwerking in Wajongteams) had als doel om de samenwerking binnen de Wajongteams te verbeteren. In dit deelproject is bij de vier deelnemende Wajongteams getoetst in hoeverre er interdisciplinaire samenwerking aanwezig was, aan de hand van een theoretisch model over interdisciplinaire samenwerking. Tegelijkertijd is gekeken naar hoe deze samenwerking wordt beoordeeld met betrekking tot efficiëntie en werkplezier. Aan de hand van semigestructureerde interviews met alle participanten van de vier deelnemende Wajongteams is geïnventariseerd hoe de samenwerking binnen de teams verliep en welke factoren op deze samenwerking van invloed blijken te zijn.

Het doel van deelstudie 6 (Determinanten van succesvolle arbeidsparticipatie) was het in kaart brengen van de persoonsafhankelijke, stoornisgerelateerde en psychosociale kenmerken, evenals de kenmerken gerelateerd aan de privé- en werksituatie, die als determinanten van succesvolle arbeidsparticipatie kunnen worden aangemerkt. Hiervoor is op basis van het ICF-model een vragenlijst opgesteld met schalen uit gevalideerde meetinstrumenten. De ICF is voor dit onderzoek vertaald naar de volgende kenmerken: persoonsgerichte-, stoornisgerelateerde- en psychosociale factoren en kenmerken gerelateerd aan de privé- of aan de werksituatie. De vragenlijst is naar duizend Wajongers verstuurd die hun Wajongtoekenning in 2009 en 2010 ontvingen. Dat leverde 186 goed ingevulde vragenlijsten op van zowel jongeren (18-27) als laattijdigen (>28 jaar).

1 

De rapporten van de deelprojecten van de UWV-teams zijn op te vragen door een mail te sturen aan akc@arbeidsdeskundigen.nl.

2 

De masterthesis over samenwerking is te vinden op: http://umcg.wewi.eldoc.ub.rug.nl/root/Rapporten/2012/ASS/.

Accepteer de voorwaarden

Gebruik van dit werk is toegestaan conform licentie creative commons CC-BY-4.0. Deze gebruikslicentie vervalt zes maanden na het verschijnen van een nieuwe editie van het werk. Het auteursrecht op dit werk berust bij de Staat der Nederlanden, ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.


Download document Download document