Vraagstellingen onderzoeksproject | Arbeidsdeskundigen

Cahier 12 – Participeren met een Autisme Spectrum Stoornis
Vraagstellingen onderzoeksproject

De centrale vraagstelling van het project luidde: Wat zijn de factoren die van invloed zijn op succesvolle duurzame arbeidsparticipatie in regulier werk van Wajongers met ASS en een normale of hoge intelligentie (IQ>80)?

Voor het vragenlijstonderzoek door het UMCG luidde de specifieke vraagstelling:

  1. Welke van de volgende persoonlijke- en omgevingskenmerken hangen samen met duurzame arbeidsparticipatie van mensen met ASS?:

    1. persoonskenmerken, zoals opleidingsniveau, geslacht, zelfbeeld, motivatie, IQ/onderwijsniveau, functionele afhankelijkheid en ervaren kwaliteit van leven;

    2. stoornisgerelateerde kenmerken, zoals de ernst van de symptomen, comorbiditeit en gebruik van medicijnen;

    3. situatiekenmerken privé, zoals steun ouders, mate van begeleiding en woonsituatie;

    4. situatiekenmerken werk(gever), zoals kennis over autisme en de mogelijkheid tot aanpassingen aan individuele kenmerken van werknemer.

Bij de start van het project zijn met de onderzoeksteams binnen het UWV de volgende deelvragen geformuleerd:

  1. Hoe kan kennis over de succes- en faalfactoren bijdragen aan het verbeteren van het systematisch handelen van arbeidsdeskundige en verzekeringsarts bij ASS? De vier teams ontwikkelden daarin hun eigen specifieke onderzoeksvraag, namelijk:

    1. Wat zijn de voor- en nadelen van het gebruik van een ArbeidsCompetentieProfiel (ACP) bij de beoordeling, advisering en opstellen van een participatieplan voor jongeren met ASS? (Rotterdam)

    2. Welke factoren zouden een plek moeten hebben in een instrument om te komen tot de vaststelling van een beroep met een zo groot mogelijke kans op succes? (Venlo)

    3. Wat zijn argumenten om aan Wajongaanvragers met een Autisme Spectrum Stoornis een urenbeperking toe te kennen en/of te kiezen voor een gefaseerde aanpak van de re-integratie en eventueel parttime werk? (Assen)

    4. Welke factoren (of cluster van factoren) in de ontwikkelingsgeschiedenis van jongeren met ASS, die duiden op overvraging, hangen samen met arbeidsparticipatie en in hoeverre kan van die kennis gebruik worden gemaakt in de beoordeling en begeleiding? (Eindhoven)

Voor het studentenproject luidde de vraagstelling: Op welke wijze kunnen arbeidsdeskundige en verzekeringsarts optimaal samenwerken in het Wajongteam rondom deze groep?

In figuur 2.1 is schematisch weergegeven hoe de zes deelprojecten zich verhouden tot elkaar en het participatieproces van de Wajonger.

Figuur 2.1: schematisch overzicht samenhang deelonderzoeken in onderzoeksproject

De groene blokjes geven het participatieproces weer voor Wajongers bij het UWV. Bij het paarse blokje en de paarse pijlen gaat het om het deelproject Samenwerking in de Wajongteams. De blauwe blokjes geven de vier deelstudie van de UWV-teams weer. De determinantenstudie van het UMCG is weergegeven in gele blokken, gerubriceerd volgens het ICF-model in ziektegerelateerde, persoonlijke en externe factoren (1).

Accepteer de voorwaarden

Gebruik van dit werk is toegestaan conform licentie creative commons CC-BY-4.0. Deze gebruikslicentie vervalt zes maanden na het verschijnen van een nieuwe editie van het werk. Het auteursrecht op dit werk berust bij de Staat der Nederlanden, ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.


Download document Download document