Dit rapport is een verslag van zes deelstudies met de gemeenschappelijke hoofddoelstelling het verwerven van wetenschappelijke kennis en praktijkkennis over kansen en belemmeringen voor de duurzame arbeidsparticipatie van normaal of hoog begaafde Wajongers met een Autisme Spectrum Stoornis (ASS). Iedere deelstudie had hiervoor zijn eigen unieke vraagstelling, deelvragen en methode. Na de analyses van de resultaten hebben de onderzoekers voor elk van de zes projecten een eindrapportage geschreven. Onderliggend rapport beperkt zich tot een beknopte beschrijving van de vier deelstudies van UWV Eindhoven, Assen, Venlo en Rotterdam en de twee studies van het UMCG/RUG (een masterthesis Sociale Psychologie en een vragenlijstonderzoek). De volledige rapportages van de vier UWV-studies zijn op te vragen bij het AKC1. De masterthesis is te vinden op de site van de Wetenschapswinkel. De resultaten van het vragenlijstonderzoek zijn alleen in dit rapport beschreven.
De komende jaren verandert er naar verwachting veel voor Wajongers met ASS, hun directe omgeving en de betrokken instanties. Met de overheveling van taken naar de gemeenten (Jeugdzorg, AWBZ), de invoering van de wet Passend Onderwijs en naar verwachting op korte termijn de invoering van de Participatiewet, wil de overheid burgers met een ondersteuningsvraag meer aanspreken op hun eigen mogelijkheden. De nadruk wordt gelegd op eigen kracht en verantwoordelijkheid van burgers, met een focus op participeren in de samenleving en gebruik maken van sociale netwerken. Als er ondersteuning nodig is, wordt deze dicht bij de burger georganiseerd. Ook wordt er meer geïnvesteerd in preventie. Tegelijk moet passend onderwijs ervoor zorgen dat leerlingen in de toekomst een zo passend mogelijke plek in het onderwijs krijgen. In de huidige situatie is het financieel lonend om op basis van een diagnose in de zorg een indicatie voor (speciaal) onderwijs aan te vragen. Deze prikkel vervalt in het nieuwe stelsel. De prikkels verschuiven naar efficiënt en transparant omgaan met de beschikbare middelen voor extra voorzieningen voor leerlingen die dat nodig hebben. Dat betekent dat normaal-hoog begaafde leerlingen met ASS in principe in het reguliere onderwijs hun plek moeten krijgen. Daarvoor moeten leraren beter worden toegerust, ook voor de samenwerking met het team, de school en andere betrokkenen zoals de jeugdzorg, de Wmo-zorg en de arbeidsmarkt. Het nieuwe systeem wordt minder complex en bureaucratisch dan het huidige en het financiële systeem moet transparant en beheersbaar zijn.
Dit onderzoeksproject is uitgevoerd vóór de transities en de invoering van de wet Passend Onderwijs. Niettemin levert het zeer relevante en toepasbare kennis op, die moet worden geborgd voor de nieuwe situatie. Een situatie waarin gemeenten een spilfunctie hebben en het UWV mogelijk de uitvoerende instantie blijft op een aantal terreinen, waaronder het sociaal medisch beoordelen van arbeidsvermogen (SMBA).
Hoofdstuk 1 van dit rapport bevat de managementsamenvatting. Hoofdstuk 2 geeft een algemene inleiding, uitmondend in een probleemstelling. Daarna worden de aanleiding en het doel van het gehele project besproken, evenals de centrale vraagstelling en de deelvragen in de zes deelstudies. Een beschrijving van de problematiek van Autisme Spectrum Stoornis en de begeleiding bij het UWV vormen eveneens onderdeel van dit hoofdstuk. Hoofdstuk 3 gaat in op de methode van het overkoepelende onderzoeksproject. In hoofdstuk 4 worden in het kort de aanleiding, vraagstellingen, de gevolgde methode en de belangrijkste resultaten per deelstudie beschreven. Het rapport eindigt met hoofdstuk 5 met daarin de conclusies en aanbevelingen per deelstudie, overkoepelende conclusies en aanbevelingen over het hele project. Tot slot is de literatuurlijst toegevoegd.
De rapporten van de deelprojecten van de UWV-teams zijn op te vragen via e-mailadres akc@arbeidsdeskundigen.nl.
2 De masterthesis over samenwerking is te vinden op website http://umcg.wewi.eldoc.ub.rug.nl/root/Rapporten/2012/ASS/.