Cahier 10 – Scan Werkvermogen Werkzoekenden
Bijlage 11 Programma van Eisen

Datum: 1 mei 2012

Doel notitie

In deze notitie is door AStri Beleidsonderzoek en -advies en het Erasmus MC, afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg, het Programma van Eisen (PvE) beschreven voor de te ontwikkelen ‘Scan Werkvermogen Werkzoekenden’ in opdracht van het Arbeidsdeskundig Kennis Centrum (AKC).

Het PvE is tot stand gekomen op basis van de volgende informatiebronnen:

  • aanbestedingsdocument AKC ‘WerkScan uitbreiding naar werkzoekenden’;

  • offerte AStri en Erasmus MC ‘WerkScan uitbreiding naar werkzoekenden’.

Omgevingscontext ‘Scan Werkvermogen Werkzoekenden’

De opdracht die door het AKC aan AStri en het Erasmus MC is gegeven bedraagt de wetenschappelijke en methodologische invulling van de ‘Scan Werkvermogen Werkzoekenden’. Buiten deze opdracht vallen aspecten met betrekking tot de implementatie van het instrument binnen bestaande infrastructuren, centrale regie, wijze van financiering, opdrachtgeverschap etc. Deze aspecten zijn daarom niet meegenomen in het huidige PvE.

Concept Programma van Eisen

Het PvE is in blokken opgedeeld, waarbij steeds per blok een verantwoording wordt gegeven voor de voorgestelde keuze.

Doelgroep van de ‘Scan Werkvermogen Werkzoekenden’

De ‘Scan Werkvermogen Werkzoekenden’ richt zich op werklozen in Nederland (incl. gedeeltelijk arbeidsongeschikten) met of zonder ervaren gezondheidsproblemen.

Doelen van de ‘Scan Werkvermogen Werkzoekenden’

Doel van de ‘Scan werkvermogen werkzoekenden’ is het verkrijgen van inzicht in factoren die van invloed zijn op 1) het werkzoekgedrag en 2) het werkvermogen van een werkloze. Samen bepalen deze factoren de kans op het vinden en behouden van werk. Duurzame inzetbaarheid staat centraal binnen de ‘Scan Werkvermogen Werkzoekenden’. Duurzaam inzetbaar betekent dat werknemers in hun arbeidsleven niet alleen doorlopend over daadwerkelijk realiseerbare mogelijkheden beschikken, maar ook dat ze in staat zijn om in huidig en toekomstig werk met behoud van gezondheid en welzijn te (blijven) functioneren. Dit impliceert een werk- en omgevingscontext die hen hiertoe in staat stelt, evenals de attitude en motivatie om deze mogelijkheden daadwerkelijk te benutten.

  • De ‘Scan Werkvermogen Werkzoekenden’ moet werklozen een beeld geven van hun actuele individuele situatie, en daarbij inzicht geven in de lacunes die het passeren van de drempel naar de arbeidsmarkt belemmeren.

  • De ‘Scan Werkvermogen Werkzoekenden’ moet richting geven aan het zoekgedrag van werklozen (met prioritering) en daarmee de effectiviteit van het zoekgedrag naar betaalde arbeid vergroten.

  • De ‘Scan Werkvermogen Werkzoekenden’ moet de individuele verantwoordelijkheid van werklozen stimuleren. Ook moet de Scan werklozen aanzetten tot het zelfstandig of met ondersteuning opvolgen van geformuleerde acties.

  • De ‘Scan Werkvermogen Werkzoekenden’ moet de kwaliteit en effectiviteit van de dienstverlening van professionals die de Scan toepassen vergroten.

Procesgang ‘Scan Werkvermogen Werkzoekenden’

De term ‘Scan Werkvermogen Werkzoekenden’ verwijst niet naar een instrument, maar naar een proces dat uit verschillende stappen bestaat. Binnen dit proces worden verschillende instrumenten toegepast en verschillende (tussen)producten opgeleverd. Gezien de doelgroep vraagt de inzet van de ‘Scan Werkvermogen Werkzoekenden’ om flexibiliteit. Daarom zijn er wat betreft de procesgang drie scenario’s mogelijk, namelijk:

  • de vragenlijst wordt thuis ingevuld, waarna een afspraak voor het adviesgesprek wordt gepland;

  • de vragenlijst wordt bij de arbeidsdeskundige ingevuld, waarna het adviesgesprek direct volgt;

  • de vragenlijst wordt bij de arbeidsdeskundige ingevuld, waarna een vervolgafspraak wordt gepland voor het adviesgesprek.

Op basis van zijn eigen professionaliteit schat de arbeidsdeskundige in bij wie de scan wordt ingezet. Daarnaast kiest de arbeidsdeskundige – afhankelijk van het niveau van de cliënt – het meest adequate scenario. Als cliënten een begeleider hebben, mag de begeleider de cliënt assisteren bij het invullen van de scan. Binnen het proces ‘Scan Werkvermogen Werkzoekenden’ worden de volgende stappen met onderliggende instrumenten en producten onderscheiden.

Stap 1: Vragenlijst

De werkloze ontvangt een schriftelijke uitnodiging voor afname van een ‘Scan Werkvermogen Werkzoekenden’. De uitnodiging gaat onder meer in op het doel van de Scan, de werkwijze, gegevensverwerking, planning, privacy, contactpersoon voor vragen, etc. Gezien de aard van de doelgroep wordt voorgesteld om allereerst een schriftelijke versie van de vragenlijst te ontwikkelen en te testen en in een later stadium te beslissen of deze ook als online tool wordt ontwikkeld. De vragenlijst voldoet aan de volgende kenmerken:

  • De invultijd wordt niet bij voorbaat afgebakend.

  • De voertaal is Nederlands (in de toekomst kunnen eventueel vertalingen worden gemaakt).

De vragen van de Scan hebben betrekking op een aantal thema’s. Hierbij gaat het om de perceptie van de werkloze op deze thema’s. Zowel knelpunten als mogelijke oorzaken hiervoor (determinanten) zullen worden uitgevraagd. Figuur 4 laat zien dat de Scan twee concepten in beeld brengt, werkvermogen en werkzoekgedrag, die bij elkaar het vinden en behouden van werk bepalen.

Hieronder worden de elementen van deze concepten benoemd. Bijlage I bevat een schematisch overzicht van de evidentie van elementen binnen de gehanteerde concepten.

  1. Werkvermogen (Gould, 2008; Van den Berg, 2009)

    1. In welke mate is men fysiek/mentaal in staat om te werken

  2. Gezondheid (Schuring, 2011)

    1. Algemene gezondheidsbeleving

    2. Ervaren lichamelijke en psychische gezondheid

  3. Werkzoekgedrag (Azjen, 1991; Wanberg, 2002)

    1. Intensiteit en kwaliteit van zoekgedrag

    2. Determinanten van werkzoekgedrag:

      • # i.

        Intentie; iemands bewuste plannen om te gaan zoeken naar werk. De intentie wordt beïnvloed door drie determinanten:

  4. Attitude (verwachte voor- en nadelen van werk zoeken en werken)

  5. Subjectieve norm (ervaren sociale druk)

  6. Eigen effectiviteit (vertrouwen in de eigen capaciteiten om werk te zoeken en te werken)

    • ii.

      Concessiebereidheid (Cuelenaere & Veldhuis, 2011)

    • ii.

      Gebruik formele zoekkanalen (Cuelenaere & Veldhuis, 2011)

    • iv.

      Aanwezigheid en gebruik van sociaal kapitaal (het hebben van een ondersteunend sociaal netwerk)

  7. Vaardigheden /leerhouding

    1. Eigen capaciteiten weten te presenteren

    2. Mogelijkheden weten in te schatten (werkbehoud/uitbreiding realiseren)

    3. Open houding voor tips/adviezen

    4. Bereidheid tot scholing

    5. Vermogen om te leren

    6. Beheersing van de Nederlandse taal

  8. Zelfredzaamheid en zelfwaardering (IWI, 2009; Schuring, 2009)

  9. Leefsituatie

    1. Financiële situatie

    2. Huisvesting

    3. Sociale steun

    4. Leefstijl (obesitas, lichamelijke activiteit) (Van den Berg, 2009)

    5. Sociale belemmering

  10. Persoonskenmerken

    1. Leeftijd (Van den Berg, 2009)

    2. Geslacht

    3. Gezinssituatie (Gelderblom, 2007)

    4. Opleidingsniveau (Schuring, 2011)

    5. Arbeidsverleden en werkloosheidsduur

  • Er wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van wetenschappelijk onderbouwde vragen. Het feit dat op sommige bestaande vragenlijstonderdelen mogelijk een licentie rust, sluit toepassing ervan bij voorbaat niet uit.

  • Er wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van gesloten vragen, bij voorkeur met een ja/nee-antwoordformat.

Stap 2: Factsheet

Nadat de werkloze de vragenlijst heeft afgerond, maakt de arbeidsdeskundige een factsheet aan, waarin de voornaamste uitkomsten van de vragenlijst staan. Deze factsheet voldoet aan de volgende kenmerken:

  • De factsheet is kort en bondig (maximaal twee pagina’s).

  • De factsheet geeft voor de eerder genoemde zeven thema’s aan of er voor dat specifieke thema een aandachtspunt is dat het vinden en behouden van werk kan beïnvloeden. Dit wordt visueel weergegeven, met als voorwaarden dat de uitkomsten uit de vragenlijst eenvoudig invulbaar zijn en dat de wijze van weergave neutraal is.

  • De factsheet vormt de basis voor het adviesgesprek. In het adviesgesprek wordt ingegaan op de resultaten om zo meer zicht te krijgen op de aard van de aandachtspunten (diagnostiek) en de oplossingen hiervoor (interventies).

Stap 3: Adviesgesprek

Het adviesgesprek met de werkloze wordt afgenomen door een arbeidsdeskundige die kennis heeft van de zeven eerder genoemde thema’s die de basis vormen van de vragenlijst. Startpunt voor het gesprek vormt de informatie uit de factsheet. Voor de arbeidsdeskundige wordt een gespreksprotocol ontwikkeld, gericht op motiverende gespreksvoering. Dit gespreksprotocol vormt een leidraad voor het gesprek. Het is aan de professionaliteit van de arbeidsdeskundige om in te schatten hoe dit protocol moet worden ingezet. Het doel van het gesprek is drieledig, waarbij de volgende onderdelen aan bod moeten komen:

  • Het samen met de werkloze diagnosticeren van de aandachtspunten: oorzaken en (mogelijke) gevolgen voor het vinden en behouden van werk.

  • Het samen met de werkloze formuleren van interventies om de aandachtspunten te kunnen oplossen. Deze interventies kunnen variëren van het zelf ondernemen van acties (bijvoorbeeld het volgen van een sollicitatiecursus) tot het inschakelen van derden (bijvoorbeeld doorverwijzing naar een psycholoog).

  • Het activeren en aanreiken van handvatten aan de werkloze om de geformuleerde interventies ook in de praktijk te gaan opvolgen.

Bovenstaande onderdelen moeten per aandachtspunt worden doorlopen. De prioritering van de aandachtspunten (welk aandachtspunt wordt als eerste besproken) ligt bij de werkloze. Binnen de tijd die de arbeidsdeskundige voor een consult heeft, moeten voor minstens één aandachtspunt alle drie de onderdelen doorlopen zijn.

Stap 4: Adviesrapport

Na afloop van het adviesgesprek stelt de arbeidsdeskundige een adviesrapport op. Dit rapport is bestemd voor de werkloze. Het adviesrapport voldoet aan de volgende kenmerken:

  • Uniform format waarin de voornaamste resultaten van de factsheet per thema zijn overgenomen.

  • De omvang van het rapport bedraagt maximaal vijf pagina’s.

  • In het rapport worden afspraken gemaakt over monitoring/evaluatie van de voortgang van de activiteiten.

  • De werkloze ontvangt een exemplaar van het adviesrapport.

  • Het rapportageformat dient de mogelijkheid te bezitten om eigen logo’s van arbeidsdeskundigen in te voegen.

  • Indien de werkloze naar aanleiding van het verslag nog vragen heeft, kan hij (telefonisch) contact opnemen met de arbeidsdeskundige. Hierna stopt formeel gezien het proces van de ‘Scan Werkvermogen Werkzoekenden’.

Op basis van het adviesrapport, dat bestemd is voor de werkloze, wordt een verslag (actieplan) voor de opdrachtgever gemaakt. Dit actieplan bevat alleen de doelen die in het adviesgesprek tussen arbeidsdeskundige en werkloze zijn opgesteld. De opdrachtgever heeft dus geen inzage in de ingevulde vragenlijst, factsheet en de knelpuntanalyse tijdens het gesprek.

Aanbeveling

De ‘Scan Werkvermogen Werkzoekenden’ biedt de mogelijkheid om data te verzamelen op individueel niveau en dit, na anonimiseren, in een later stadium op groepsniveau te analyseren. Deze analyses kunnen bijdragen aan inzicht over de groep werklozen als geheel.

Referenties

Cuelenaere B, Veldhuis V. Herintreding werkloze 55-plussers. AStri beleidsonderzoek en -advies i.o.v. Raad voor Werk en Inkomen. 2011

Gelderblom A, de Koning J. Effecten van “zachte” kenmerken op de reïntegratie van de WWB, WW en AO populatie. SEOR, Rotterdam; 2007

Gould R, Ilmarinen J, Järvisalo J, Koskinen S. Dimensions of work ability: results of the health 2000 survey. Vaassa, finland: Waasa Graphics Oy, 2008.

Hartman, M. Psychosocial factors in the relationship between unemployment and health: a cross-sectional study. Master thesis - Erasmus MC Rotterdam, 2006.

IWI (Inspectie Werk en Inkomen). Meedoen met belemmeringen – maatschappelijke participatie, gezondheidsbeleveing en zelfredzaamheid van langdurig uitkeringsgerechtigden. Ministerie SZW;2009.

Schuring M, Mackenbach J, Voorham A & Burdorf A. The effect of reemployment on perceived health. J Epidemiol Community Health. 2011;65:639-44.

Schuring M, Burdorf A, Voorham A, der Weduwe K & Mackenbach J. Effectiveness of a health promotion programme for long-term unemployed subjects with health problems: a randomized controlled trial. J Epidemiol Community Health. 2009;63:893-99.

Van den Berg TI, Elders LA, de Zwart BC, Burdorf A. The effects of work-related and individual factors on the Work Ability Index: a systematic review. Occup Environ Med. 2009;66:211-20.

Wanberg CR, Song Z, Hough LM. Predictive validity of a multidisciplinary model of reemployment success. J Applied Psychology. 2002;87:1100-1120.

Bijlage I Evidentie van de elementen binnen de gehanteerde concepten

Expert opinion

Evidence based

Werkvermogen

X

Gezondheid

X

X

Werkzoekgedrag - Intentie

X

X

Werkzoekgedrag - Attitude

X

X

Werkzoekgedrag- Subjectieve norm

X

X

Werkzoekgedrag- Eigen effectiviteit

X

X

Intensiteit, helderheid en kwaliteit van het zoeken

X

X

Concessiebereidheid

X

Gebruik zoekkanalen

X

Sociaal kapitaal

X

Zelfwaardering en zelfredzaamheid

X

X

Financiële situatie

X

Huisvesting

X

Gezinssituatie

X

X

Sociale steun

X

Leefstijl

X

X

Sociale belemmeringen

X

Leeftijd

X

X

Geslacht

X

Opleidingsniveau

X

X

Arbeidsverleden en werkloosheidsduur

X

X

Leef/gezinssituatie

X

X

Accepteer de voorwaarden

Gebruik van dit werk is toegestaan conform licentie creative commons CC-BY-4.0. Deze gebruikslicentie vervalt zes maanden na het verschijnen van een nieuwe editie van het werk. Het auteursrecht op dit werk berust bij de Staat der Nederlanden, ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.


Download document Download document