Cahier 10 – Scan Werkvermogen Werkzoekenden
Van vragenlijst naar resultatenverslag en factsheet

Scoreformat (1b)

Zodra de werkzoekende de vragenlijst heeft ingevuld en bij u heeft ingeleverd, kunt u de vragenlijst gaan scoren. Dit doet u als de werkzoekende er niet bij is. In bijlage 3 vindt u het scoreformat. Een vakje dat gearceerd is, duidt op een signaal. Zie ter illustratie box 4.

Box 4 Illustratie scoreformat

Het resultatenverslag (1c)

Het resultatenverslag (zie bijlage 4) is bedoeld voor uzelf, ter voorbereiding op het Scangesprek. Het verslag volgt chronologisch de vragenlijst en bestaat uit drie blokken: persoonskenmerken, werkvermogen en signaalgebieden. In het kader van privacy neemt u niet de naam van de cliënt op, maar een zelf aangemaakt cliëntnummer (zie pagina <in pdf invullen>).

Box 5 Resultatenverslag

Invullen van het resultatenverslag

In het resultatenverslag is een aantal signalen gearceerd, met de opmerking: zie scoreformat voor de arbeidsdeskundige. Als u op het scoreformat kijkt, zult u zien dat het hierbij gaat om een combinatie van vragen waar afwisselend het antwoord ‘ja’, of wel of geen signaal is. Zie bijvoorbeeld in box 6 de vragen over psychische gezondheid. Als het antwoord van minimaal drie van deze vijf vragen valt in een gearceerd hokje, is er sprake van een signaal. Is dit niet het geval, dan zet u op het resultatenverslag een kruisje in de kolom ‘geen signaal’.

Box 6 Voorbeeld bij ‘minimaal 3 van 5’ als signaal

Ervaringen van arbeidsdeskundigen die hebben deelgenomen aan de praktijktest

‘Ik heb de cliënt even alleen gelaten in de spreekkamer. Toen heeft deze de vragenlijst ingevuld. Het scoreformat was prima om in te vullen, evenals het resultatenverslag.’

‘De persoon heeft het ter plekke ingevuld. Ik heb haar een kop koffie gegeven, heb de vragenlijst gescoord en ben in gesprek gegaan. Ik kon prima met het scoreformat overweg. Ook het resultatenverslag vond ik heel werkzaam.’

Factsheet (1d)

Op basis van het resultatenverslag maakt u de factsheet klaar, die u de cliënt bij het begin van het gesprek overhandigt. De score op de werkvermogenvraag is hierbij leidend: 2 of minder is slecht, 3 tot 6 is matig, 7 tot 8 is goed en 9 tot 10 is uitstekend. Als het werkvermogen goed of uitstekend is, is de aan- of afwezigheid van signalen leidend.

De factsheet kent drie varianten (zie ook bijlage 5):

  • Heeft u op het resultatenverslag bij werkvermogen aangekruist dat er een signaal is (score van 6 of lager op werkvermogen)? Dan is het werkvermogen slecht/matig en geeft u de blauwe factsheet.

  • Heeft op het resultatenverslag bij werkvermogen aangekruist dat er geen signaal is (score van 7 of hoger op werkvermogen)? Heeft u daarnaast wel signalen aangekruist bij de signaalgebieden? Dan is het werkvermogen goed/uitstekend, maar zijn er wel signalen die wijzen op factoren die het vinden van werk in de weg staan. U geeft de gele factsheet.

  • Heeft u op het resultatenverslag bij werkvermogen aangekruist dat er geen signaal is (score van 7 of hoger op werkvermogen)? En heeft u geen signalen aangekruist bij de signaalgebieden? Dan is het werkvermogen goed/uitstekend en zijn er geen signalen die wijzen op factoren die het vinden van werk in de weg staan. U geeft de witte factsheet.

Blauwe factsheet

Gele factsheet

Witte factsheet

Het kan gebeuren dat u inschat dat de overhandiging van een factsheet aan de start van het gesprek niet wenselijk is. Bijvoorbeeld omdat dit te confronterend is of dat het om een te grote lap tekst gaat. U kunt er dan ook voor kiezen om een mondelinge toelichting te geven.

Accepteer de voorwaarden

Gebruik van dit werk is toegestaan conform licentie creative commons CC-BY-4.0. Deze gebruikslicentie vervalt zes maanden na het verschijnen van een nieuwe editie van het werk. Het auteursrecht op dit werk berust bij de Staat der Nederlanden, ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.


Download document Download document