Opstellen verslag voor de cliënt (3a) | Arbeidsdeskundigen

Cahier 10 – Scan Werkvermogen Werkzoekenden
Opstellen verslag voor de cliënt (3a)

Nadat u het gesprek heeft gevoerd, probeert u op zo kort mogelijke termijn het Scanverslag op te stellen en aan de cliënt te versturen. Het verslag kan de cliënt namelijk nog eens extra motiveren om daadwerkelijk aan de slag te gaan. Functie van een dergelijk verslag is ook dat bijvoorbeeld de partner dit kan lezen, zich hierdoor ook beter bewust wordt van de knelpunten die de cliënt ondervindt en de cliënt kan ondersteunen bij het uitvoeren van de actiepunten.

Verslag opstellen

Voor het opstellen van het verslag vindt u in bijlage 8 een format. Op de eerste pagina kunt u zelf het cliëntnummer en uw logo en adresgegevens opnemen. Ook kunt u – als u hier behoefte aan heeft – zelf de lay-out van het voorblad aanpassen aan uw huisstijl. Op de tweede pagina vult u de persoonskenmerken in. Deze kunt u overnemen van uw resultatenverslag of rechtstreeks van de vragenlijst van de cliënt. De score op werkvermogen hangt af van wat de cliënt heeft aangekruist bij vraag 8 van de vragenlijst: 2 of minder is slecht, 3 tot 6 is matig, 7 tot 8 is goed en 9 tot 10 is uitstekend. Op de derde pagina, onder aandachtspunten, geeft u een overzicht van de knelpunten die tijdens het gesprek zijn benoemd. Dit gebeurt via de volgende structuur, waarbij het belangrijk is om:

  • zoveel mogelijk in de taal van de cliënt te schijven, zodat deze zich er in herkent;

  • zoveel mogelijk aan te geven dat de cliënt dit zelf heeft benoemd.

Aandachtspunten

  • Benoem bij welk concept de cliënt een aandachtspunt heeft.

  • Geef aan waarom het aandachtspunt volgens de cliënt nu een probleem is of waarom dit in de toekomst een probleem zal worden.

  • Geef aan of de cliënt bereid is om iets te doen met dit aandachtspunt (veranderingsbereidheid).

Hieronder vindt u een voorbeeld van hoe u dit kunt invullen:

Actiepunten

Op de vierde pagina, bij actiepunten, geeft u een overzicht van de actiepunten die zijn benoemd. U doet dit via de volgende structuur, waarbij het belangrijk is om:

  • zoveel mogelijk in de taal van de cliënt te schijven, zodat deze zich erin herkent;

  • zoveel mogelijk aan te geven dat de cliënt dit zelf heeft benoemd;

  • zoveel mogelijk SMART te benoemen: Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden.

Actiepunt 1

  • Benoem bij welk concept de cliënt een actiepunt heeft.

  • Omschrijf wat het doel van het actieplan is: SMART.

  • Omschrijf de verschillende stappen die de cliënt hiervoor moet nemen.

Hieronder ziet u een voorbeeld van hoe u dit kunt invullen.

Accepteer de voorwaarden

Gebruik van dit werk is toegestaan conform licentie creative commons CC-BY-4.0. Deze gebruikslicentie vervalt zes maanden na het verschijnen van een nieuwe editie van het werk. Het auteursrecht op dit werk berust bij de Staat der Nederlanden, ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.


Download document Download document