Cahier 19 – De arbeidsdeskundige en het preventiedomein arbeid en gezondheid
3.1 Preventieniveaus

Bij vraagstukken op het terrein van preventie worden er vaak drie niveaus onderscheiden. Dit onderscheid wordt in figuur 3.1 schematisch weergegeven.

Toelichting preventieniveaus

  1. Voorkomen: bij primaire preventie gaat het om een benadering die gericht is op het voorkomen van problemen in de gehele werkende populatie. In het algemeen zal het preventieve maatregelen betreffen die de werkbelasting of belastbaarheid van iedereen verbeteren, zodat de gehele populatie een kleinere kans heeft op disbalans.

  2. Screenen: bij secundaire preventie gaat het om een benadering die zich richt op een risicogroep of individuen met een verhoogd risico, die door vroege opsporing worden geselecteerd. In het algemeen zal het preventieve of corrigerende maatregelen betreffen die de balans tussen werkbelasting en belastbaarheid verbeteren.

  3. Oplossen: bij tertiaire preventie gaat het om het oplossen van een bestaand probleem bij mensen die al ziek zijn uitgevallen en/of waarvan al bekend is dat ze arbeidsbeperkingen hebben.

Het signaleren van een dreigende disbalans van belasting/belastbaarheid en het opsporen van verminderd werkvermogen valt onder de secundaire preventie. Voor dit onderzoek maken wij binnen het secundaire preventieniveau verder onderscheid tussen twee subniveaus:

  • 2A: bovenste helft secundaire preventie: screening waarbij alle werknemers in kaart worden gebracht en er vooraf geen risicoselectie plaatsvindt.

  • 2B: onderste helft secundaire preventie: screening waarbij enkel werknemers in kaart worden gebracht waarbij al sterke vermoedens van (dreigende) disbalans bestaan. Bij deze vorm van screening heeft er vooraf al een risicoselectie plaatsgevonden.

Ook het tertiaire preventieniveau hebben we uitgesplitst:

  • 3A: beoordelen problemen en aanreiken oplossingen of oplossingsrichtingen.

  • 3B: daadwerkelijk oplossen problemen.

Accepteer de voorwaarden

Gebruik van dit werk is toegestaan conform licentie creative commons CC-BY-4.0. Deze gebruikslicentie vervalt zes maanden na het verschijnen van een nieuwe editie van het werk. Het auteursrecht op dit werk berust bij de Staat der Nederlanden, ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.


Download document Download document