Cahier 19 – De arbeidsdeskundige en het preventiedomein arbeid en gezondheid
2.1 Profiel huidige arbeidsdeskundige

In deze paragraaf bespreken we het profiel van de arbeidsdeskundige aan de hand van de kerntaken en kerncompetenties.

Kerntaken

Er zijn verschillende documenten die de arbeidsdeskundigen kerntaken toeschrijven. Volgens de certificatieregeling van de NVvA1 zijn er drie kerntaken voor een arbeidsdeskundige, waarbij de opdracht bepaalt in hoeverre deze kerntaken allemaal worden uitgevoerd:

  • het voorkomen van discrepanties tussen belasting en belastbaarheid;

  • het beoordelen van discrepanties tussen belasting en belastbaarheid;

  • het herstellen van discrepanties tussen belasting en belastbaarheid.

Het Beroepscompetentie Dossier (BCD) onderscheidt zes kerntaken voor arbeidsdeskundigen. Deze zijn uitgebreid uiteengezet met bijbehorende werkzaamheden:

  • Afwegen of een opdracht aanvaard kan worden: afwegen of de opdracht binnen het eigen vakgebied en de eigen competenties past.

  • Analyseren en (be-)oordelen: uitvoeren van een probleemanalyse van de individuele belasting en belastbaarheid in relatie tot arbeid; vaststellen van arbeidsbelasting, belastbaarheid en de (rest)verdiencapaciteit in verleden, heden en toekomst; en beoordelen van de eventuele schadelast.

    • Werkzaamheden: inzicht verkrijgen in de feitelijke situatie van de cliënt aan de hand van interviews met de cliënt en het bestuderen en interpreteren van rapportages en/of interviews met betrokken actoren. Deze gegevens analyseren en beoordelen en vervolgens samen met de cliënt een re-integratieplan opstellen.

  • Re-integreren: het traject van terugkeer naar arbeid aansturen volgens het re-integratieplan.

    • Werkzaamheden: inventariseren wat de stagnaties (kunnen) zijn en afspraken maken over het tegengaan of oplossen van onderliggende problemen. De cliënt begeleiden in het re-integratieproces en dat proces bewaken. Waar nodig interveniëren en bijsturen. Schriftelijke verantwoording afleggen over investeringen, het verloop van het re-integratieproces en het resultaat.

  • Rapporteren: schriftelijk en/of mondeling de bevindingen rapporteren aan een opdrachtgever.

    • Werkzaamheden: aan de hand van de gegevens van het re-integratietraject benoemen wat de feiten zijn en de eigen standpunten onderbouwd beargumenteren. Conclusies trekken, gerelateerd aan het probleem en acties verwoorden die volgen uit de conclusies.

  • Adviseren: betrokkenen (de opdrachtgever, en/of de werkgever en/of de werknemer) adviseren bij zowel individueel verzuim en arbeidsuitval als bij het voorkomen ervan. Advies kan bijvoorbeeld gaan over: aan werk gerelateerde uitvaloorzaken, aanpassingen aan arbeidsomstandigheden, taakuitoefening of bedrijfsvoering. Dat allemaal in het kader van de uitvoering van een Variabel Individueel Personeelsbeleid (VIP-beleid).

    • Werkzaamheden: werkplekanalyses uitvoeren, samenwerken met andere arbodisciplines. Hiermee tot verbetervoorstellen komen. Analyseren van individu in combinatie met functie-inhoud, gerelateerd aan de leeftijd en daarmee concrete voorstellen bieden om de combinatie van functie en leeftijd mogelijk te maken en houden. Cliënt en eventuele betrokkenen informeren en adviseren en dit rapporteren.

  • Onderhouden van het vakmanschap: continu ontwikkelen en onderhouden van eigen kennis, kunde, vaardigheden en houdingsaspecten (c.q. competenties) die voor het werkterrein van belang zijn (al dan niet in opdracht van de opdrachtgever).

Competenties

Om aan bovenstaande kerntaken te voldoen zijn er in het BCD zes kerncompetenties en drie algemene competenties onderscheiden waarover een arbeidsdeskundige zou moeten beschikken.

De zes kerncompetenties zijn:

  • Probleemanalyse: signaleren van problemen; herkennen van belangrijke informatie; verbanden leggen tussen gegevens; opsporen van mogelijke oorzaken van problemen; zoeken naar ter zake doende gegevens.

  • Samenwerken: actieve bijdrage leveren aan een gezamenlijk resultaat of probleemoplossing, ook wanneer de samenwerking een onderwerp betreft dat niet direct van persoonlijk belang is.

  • Besluitvaardigheid: beslissingen nemen door acties te ondernemen. Of door oordelen uit te spreken en zich zo vast te leggen.

  • Organiseren eigen werk: effectief het eigen werk organiseren door het formuleren van doelstellingen en het plannen van activiteiten; beschikbare tijd en energie richten op de hoofdzaken van actuele problemen.

  • Mondelinge en schriftelijke communicatie: ideeën en meningen van anderen duidelijk maken, gebruikmakend van duidelijke taal, gebaren en non-verbale communicatie; taal en terminologie aanpassen aan anderen; juiste opzet en structuur hanteren bij een rapport of document. Dit moet grammaticaal correct zijn en de juiste taal en begrijpelijke terminologie voor de lezer bevatten.

  • Ondernemend gedrag: kansen signaleren en ernaar handelen; liever uit zichzelf beginnen dan passief afwachten; kansen signaleren en zakelijk afwegen; risico’s aangaan om zakelijk voordeel te behalen.

De drie algemene competenties zijn:

  • Klantgericht handelen: in staat zijn om op adequate wijze contact te onderhouden met de cliënt om zo de werkzaamheden naar de wens van de cliënt te kunnen uitvoeren.

  • Ethisch en integer handelen: rekening houden met ethische aspecten tijdens de beroepsuitoefening en integer handelen.

  • Competenties ontwikkelen: in staat zijn om op adequate wijze competenties te ontwikkelen om goed in het beroep te kunnen blijven functioneren.

Conclusie

Arbeidsdeskundigen zijn getraind om een disbalans tussen belasting (werk) en belastbaarheid (mens) vast te stellen. Als er bij een individu een disbalans is of dreigt te ontstaan, kan de arbeidsdeskundige deze disbalans herstellen door het opsporen van de knelpunten en het aandragen van oplossingsrichtingen hiervoor. Van oudsher zijn arbeidsdeskundigen met name actief op het tertiaire preventieniveau. Op dat niveau zijn mensen al uitgevallen en/of is al bekend dat ze een arbeidsbeperking hebben. De beschreven kerntaken en kerncompetenties van arbeidsdeskundigen sluiten aan bij hun werkzaamheden op het tertiaire preventieniveau. Hoewel arbeidsdeskundigen in de praktijk veelal niet of weinig actief zijn op de hogere preventieniveaus, blijkt uit hun kerntaken dat dit in principe wel onderdeel van hun werk is of zou moeten zijn.

1 

Bron: NVvA (2015). Certificatieregeling voor de functie van arbeidsdeskundige Toetsen van het onderhoud van de vakbekwaamheid. Versie 1.1, 1 juli 2015.

Accepteer de voorwaarden

Gebruik van dit werk is toegestaan conform licentie creative commons CC-BY-4.0. Deze gebruikslicentie vervalt zes maanden na het verschijnen van een nieuwe editie van het werk. Het auteursrecht op dit werk berust bij de Staat der Nederlanden, ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.


Download document Download document