Vanuit de wetenschappelijke literatuur rondom succesvolle plaatsingen weten we dat kenmerken van de werkgever én de werknemer hierin bepalend zijn. Daarom beschrijven we beiden hier kort. Deze inzichten zijn onder andere verwerkt in de instrumenten van het onderzoek (zie paragraaf 2.2).
1.2.1 Werkgeversprofiel
Hoewel onderzoek naar duurzame arbeidsplaatsingen nog wat beperkt is, zijn wel al enkele succesfactoren vanuit het werkgeversprofiel te noemen. Met name de start – voorafgaand aan de plaatsing – is een cruciale succesfactor. De aanwezigheid van een heldere visie op een inclusief personeelsbestand is essentieel (Borghoutsvan de Pas & Freese, 2016; Vanderstraeten & Banic, 2015; Wielenga-Meijer et al., 2017). Daarnaast is het belangrijk dat de leidinggevenden kennisnemen van de doelgroep en zodoende incalculeren waar een match of een mismatch zou kunnen bestaan (Borghouts-van de Pas & Freese, 2016). Ook de aanwezigheid van draagvlak bij de leidinggevenden en collega’s is een cruciaal onderdeel van een succesvolle plaatsing (Borghouts-van de Pas & Freese, 2016). Daarnaast spelen eerdere ervaringen met het plaatsen van werknemers met arbeidsbeperkingen een rol. Bij positieve ervaringen is er daarna een grotere bereidheid (Hazelzet, Putnik, Otten, Goudswaard & Blonk, 2017). Ten slotte is de ontvangen ondersteuning mogelijk een belangrijke succesfactor.
De werkgevers uit het project (zie paragraaf 3.1) zijn zeer divers. Het zijn allemaal reguliere werkgevers, maar verder variëren ze in ieder opzicht, zoals grootte, werkzaamheden, visie en ervaring met de doelgroep, en ook in de vijf punten die hierboven zijn genoemd.
1.2.2 Werknemersprofiel
Er zijn diverse onderzoeken gedaan naar factoren die van belang zijn op werknemersniveau, met name onder Wajongeren. Zo maakten Achterberg en collega’s (2010) op basis van literatuurstudie een overzicht van bevorderende en belemmerende factoren. Veel van deze factoren zijn vervolgens bevestigd in empirisch onderzoek (Holwerda, Brouwer, De Boer, Van der Klink & Groothoff, 2012). Ten eerste zijn demografische kenmerken van belang: leeftijd (jonger dan 35), geslacht (man) en opleidingsniveau (hoogopgeleid) blijken bevorderend te zijn voor arbeidsparticipatie. Ook de aard van de beperking speelt een rol: zo is een licht verstandelijke beperking een bevorderende factor, terwijl een psychische of een zwaar verstandelijke beperking belemmerende factoren zijn. Interessant is dat diverse trainbare factoren invloed hebben. Zo lijkt het gunstig voor de arbeidsparticipatie als een werknemer met arbeidsbeperking een actieve copingstijl heeft, gemotiveerd is, gelooft in eigen kunnen, doorzettingsvermogen heeft, inzicht heeft in de eigen mogelijkheden en zijn of haar ziekte of beperking heeft geaccepteerd. Ook de aanwezigheid van communicatieve vaardigheden, eerdere werkervaringen en voldoende zelfstandigheid kunnen gunstig zijn.
De werknemers uit het project zijn mensen met een arbeidsbeperking van diverse aard (zie ook paragraaf 3.2 en de casusbeschrijvingen in hoofdstuk 4).