In deze studie hebben we veertien arbeidsplaatsingen bij reguliere werkgevers langdurig gevolgd en diepgaand bestudeerd. Werkgevers en werknemers in twaalf organisaties in de arbeidsmarktregio’s Zuid-Kennemerland en IJmond, Rijk van Nijmegen en Twente zijn in de eerste jaren van hun aanstelling gevolgd. Hierbij hebben we informatie vanuit verschillende perspectieven opgehaald, namelijk vanuit 1) werknemer, 2) werkgever en 3) een arbeidsdeskundige. Deze arbeidsdeskundige is vanuit het onderzoek gekoppeld aan de werkgever en werknemer(s) om de arbeidsplaatsing te monitoren en waar nodig te adviseren. Deze manier van dataverzameling is complex, maar heeft wel veel informatie opgeleverd. Door vanuit verschillende perspectieven langdurig arbeidsplaatsingen van een brede groep werknemers met arbeidsbeperkingen te monitoren, ontstaat een unieke inkijk in hoe werkgevers in de praktijk inclusief ondernemen. Het geeft inzicht in waar werkgevers en werknemers met een arbeidsbeperking in de praktijk tegenaan lopen, wat werkt én wat de meerwaarde is van arbeidsdeskundigen bij de duurzaamheid van plaatsingen. Vanuit deze praktijkervaringen geven we in deze studie antwoord op de onderstaande onderzoeksvragen:
Welke factoren dragen bij aan duurzame arbeidsplaatsing van werknemers met een arbeidsbeperking?
Op welke manieren draagt de inzet van arbeidsdeskundigen bij aan duurzame plaatsingen van werknemers met een arbeidsbeperking?
Factoren die duurzame arbeidsplaatsingen bevorderen
(onderzoeksvraag 1)
Binnen het project hebben we een aantal specifieke succesfactoren voor duurzame plaatsingen geïdentificeerd. Dit zijn: passend werk, begeleid werk, zinvol werk, breed gedragen werk en gesubsidieerd werk. Daarnaast spelen de vaardigheden van werknemers én werkgevers een grote rol bij de duurzaamheid van arbeidsplaatsingen.
Werknemersvaardigheden. Werkgevers hechten veel waarde aan goede werknemersvaardigheden. Ook motivatie, interesse en sociale vaardigheden (passendheid in het team) vinden ze belangrijk. Openheid over (en acceptatie van) de beperkingen door de werknemer maken het gemakkelijk voor de werkgever om mee te denken wat de werknemer nodig heeft om goed te kunnen functioneren. Voor een deel van de werknemers is het accepteren van de eigen beperkingen nog lastig. Ook het geloof in eigen kunnen wordt als een bevorderende factor voor een duurzame arbeidsplaatsing gezien.
Werkgeversvaardigheden. Ook de vaardigheden van werkgevers/leidinggevende dragen bij aan de duurzaamheid van arbeidsplaatsingen. Werkgevers moeten bijvoorbeeld passend werk en adequate begeleiding organiseren. Daarnaast moeten ze over werkgeversvaardigheden, zoals gespreksvaardigheden, beschikken om op adequate wijze over de beperking van werknemers te kunnen praten en een veilige en inclusieve werksfeer te kunnen creëren. Uit het onderzoek komt duidelijk naar voren dat motivatie van werkgevers een belangrijke voorwaarde is om duurzaam werk te faciliteren.
Passend werk is een zeer belangrijke voorwaarde voor een duurzame arbeidsplaatsing. Passend werk gaat over een goede match tussen de werknemer en de functie, waarbij het gebruik van jobcarving de duurzaamheid bevordert. Werkgevers in dit onderzoek geven aan dat dit niet in alle gevallen even makkelijk te realiseren is. Wat daarbij soms meespeelt is dat sommige werkgevers vanuit een algemeen beeld van de ‘doelgroep van arbeidsbeperkten’ handelen bij het organiseren van passend werk. De doelgroep van (potentiële) werknemers met een arbeidsbeperking is zeer divers qua opleidingsniveau, ervaren beperkingen, mate van acceptatie van beperkingen en behoeften en waarden die men zoekt in werk. Het is belangrijk om daar aansluiting op te vinden, mogelijk ondersteund door arbeidsdeskundige expertise. Maatwerk is nodig bij het begin van de plaatsing zelf, maar evenzogoed daarna. De arbeidsplaatsingen in ons onderzoek kenmerkten zich door veel dynamiek, ook bij werknemers die een vast contract hebben gekregen. Passend werk is dus een ‘ongoing proces’ van afstemming en aanpassing en kan hierdoor niet gezien worden als een vastomlijnd begrip. Het vraagt om een persoonsgerichte benadering en wendbare werkgevers.
Begeleid werk is een belangrijke voorwaarde om mensen met een arbeidsbeperking duurzaam aan het werk te houden. Hierbij gaat het om begeleiding in het werk, zoals ondersteuning bij taken stellen, structuur aanbrengen, prioriteren en het bijbrengen van werknemersvaardigheden. Kenmerken die begeleiding succesvol maken zijn: adequaat, continu, laagdrempelig, gelijkwaardig en op basis van vertrouwen. Bij voorkeur vindt begeleiding meer gedurende het werk plaats dan op vaste momenten. Externe begeleiding kan succesvol zijn, maar vraagt meer inspanning van de begeleider, omdat deze de context van de organisatie vaak minder goed kent.
Zinvol werk is een andere bevorderende factor om een duurzame arbeidsplaatsing te realiseren. Werkgevers en werknemers in ons onderzoek spreken vaak over ‘een gevoel van nuttig zijn’, ‘gewaardeerd worden’ en ‘een bijdrage leveren’. De motivatie van de meeste werknemers is vooral intrinsiek: voor hen is werk een belangrijk onderdeel van het dagelijks leven, een bron van zingeving, tevredenheid, onafhankelijkheid en sociale contacten. Een aantal werknemers noemt expliciet de behoefte aan perspectief en ontwikkelmogelijkheden. Deze zijn nog niet in alle organisaties ingeregeld.
Breed gedragen werk. Draagvlak en betrokkenheid vanuit het bedrijf om werknemers met een arbeidsbeperking te plaatsen is daarnaast een succesfactor voor duurzaam werk. Het gaat hierbij om draagvlak bij de leiding van het bedrijf en bij leidinggevende en collega’s. Het hebben van een visie en beleid ten aanzien van de duurzaamheid van plaatsingen van werknemers met een arbeidsbeperking is hierbij belangrijk. De helft van de betrokken organisaties heeft geen beleid of actieplan opgesteld met betrekking tot het duurzaam plaatsen van werknemers met een arbeidsbeperking. Sommige organisaties geven aan dit bewust te doen, omdat zij geen uitzonderingspositie willen creëren voor de werknemers. Beleid lijkt met name in grote organisaties van belang, omdat de kans bestaat dat werknemers met een arbeidsbeperking anders weinig maatwerk geboden krijgen. Kleine organisaties zonder beleid zijn wendbaarder en kunnen snel inspelen op de behoeften van de werknemers.
Gesubsidieerd werk. Een laatste bevorderende factor betreft gesubsidieerd werk. Bijna alle werkgevers in ons onderzoek maken gebruik van instrumenten als loonkostensubsidie, loondispensatie, proefplaatsing, jobcoaching en de no-riskpolis en zien dit ook als voorwaarde voor een duurzame plaatsing. Daarmee is financiële ondersteuning van de werkgever een belangrijke randvoorwaarde om een duurzame arbeidsplaatsing te realiseren. Belangrijk om te benadrukken is dat, alhoewel het voor werkgevers een voorwaarde is, gesubsidieerd werk voor een deel van de werknemers in de cases juist een belemmering is om te participeren. Deels omdat zij het gevoel hebben ‘geen echte baan’ te hebben.