Het kabinet heeft het wetsvoorstel voor een verplichte basisverzekering tegen arbeidsongeschiktheid voor zelfstandigen aangeboden aan de Raad van State. Op verzoek van uitvoeringsorganisaties is het voorstel aangepast. Momenteel is driekwart van de zelfstandig werkenden niet verzekerd. De belangrijkste reden: te hoge kosten of onmogelijkheid om zich te verzekeren vanwege leeftijd of medische achtergrond. Deze wetswijziging moet zorgen voor meer inkomenszekerheid voor álle zelfstandigen.
Inhoud van het voorstel
De Basisverzekering arbeidsongeschiktheid zelfstandigen (Baz) geldt voor iedere zelfstandig werkende tot aan de AOW-leeftijd. Door deelname verplicht te stellen, kunnen risico’s worden gedeeld en de kosten relatief laag blijven. In geval van arbeidsongeschiktheid ontvangen zelfstandigen een uitkering tot maximaal het niveau van het wettelijk minimumloon. Ook blijft het mogelijk om een bestaande of alternatieve private verzekering aan te houden, zolang deze voldoet aan de voorwaarden.
Een basis vangnet voor iedereen
In een reactie zegt Minister Van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid): “Een ongeluk of ziekte kan ons allemaal overkomen. En dan wil je dat er een fatsoenlijk vangnet is. Maar veel ondernemers hebben nu geen of slechts een beperkte verzekering. Voor anderen is een verzekering niet bereikbaar of betaalbaar. Door een basisverzekering te introduceren zorgen we dat iedereen zekerheid heeft. En tegelijkertijd geven we ondernemers de vrijheid om zelf iets passends te regelen via een private verzekeraar of hun huidige verzekering te behouden”
Respons op consultatie
Tijdens de internetconsultatie kwamen er 2.260 reacties binnen – van zelfstandigen, bedrijven en maatschappelijke organisaties. Ook UWV en de Belastingdienst uitten zorgen over de uitvoerbaarheid. Naar aanleiding van deze reacties is het wetsvoorstel op meerdere punten aangepast. De wachttijd is verlengd, de premie is verlaagd en er komt een jaarlijks moment om te kunnen overstappen naar een private verzekering. UWV en Belastingdienst achten de aangepaste versie onder voorwaarden uitvoerbaar.
Premie en wachttijd
In het herziene voorstel bedraagt de premie 5,4% van de winst, waar dit eerder 6,5% was. Op basis van het huidige minimumloon komt dat neer op maximaal €171 bruto per maand. Wie minder verdient, betaalt ook minder premie. De wachttijd voor het ontvangen van een uitkering wordt verlengd naar twee jaar. Dat maakt het mogelijk om gebruik te maken van definitieve inkomensgegevens van de Belastingdienst, wat het risico op terugvorderingen verkleint. Deze termijn sluit bovendien aan bij de loondoorbetalingsverplichting voor werknemers.
Alternatief via private verzekering
Zelfstandigen kunnen er ook voor kiezen een private verzekering af te sluiten, mits deze voldoet aan bepaalde voorwaarden. In dat geval hoeven zij niet mee te betalen aan de publieke basisverzekering. Er komt een vast overstapmoment per jaar – aan het eind van het kalenderjaar – vergelijkbaar met het zorgverzekeringsstelsel.
Voor zelfstandigen mét loondienstverband
Voor zelfstandigen die daarnaast ook als werknemer actief zijn, is een aanvullende regeling opgenomen. Wie al recht heeft op een WIA-uitkering op minimumloonniveau, is vrijgesteld van premiebetaling voor de basisverzekering voor zelfstandigen.