Ontwikkelingen

Algemene ontwikkelingen – ver weg of dichtbij – hebben in toenemende mate effect op ons dagelijks handelen. De algemene effecten van globalisering en digitalisering raken ons allen. Afstanden stellen weinig meer voor. De internationale concurrentie neemt toe door uitbesteding van werk aan lage loonlanden. Dat vereist aanpassingen en investeringen. De arbeidsmarkt zal een grotere flexibiliteit verlangen van werknemers en de vraag naar maatwerk en totaal oplossingen neemt toe. De toenemende individualisering verlangt een grotere zelfredzaamheid en zelfzorgzaamheid van de burger. Maar burgers eisen ook een versterking van de kwaliteit van publieke diensten. Al dit soort ontwikkelingen vragen om een competentievergroting bij professionals die processen sturen.

Sociale zekerheid is, uit zowel moreel als economisch oogpunt, onontbeerlijk. Met het oog op de grijze golf krijgt arbeidsparticipatie een hoge prioriteit. Processen die zich richten op de vitalisering van oudere werknemers krijgen steeds meer navolging. Een leven lang leren begint verweven te raken bij zich steeds verder ontwikkelende werknemers. En in geval van uitval van werk komt medicalisering van de oorzaken minder op de agenda te staan. Het gaat er vooral om wat werknemers wel kunnen, nu en in de toekomst en wat voor werkomstandigheden daarvoor nodig zijn.

Het stelsel van sociale zekerheid staat fors in de steigers. Op vele fronten vinden verbouwingen en aanpassingen plaats. Bijzonder is dat nu ook de schotten verdwijnen. Zorg en reïntegratie zijn geen los van elkaar staande processen. Het wordt zelfs als vernieuwend ervaren door deze te koppelen. Niets in het hele stelsel blijft buiten de discussie.

De impact van de stelselwijzigingen is zo groot dat dit ook zijn weerslag heeft op allerlei processen die indirect met dat stelsel te maken hebben. Die weerslag is er ook voor bijvoorbeeld de beroepsopleiding van arbeidsdeskundigen. Een herpositionering daarvan is onvermijdelijk. Op het gebied van de sociale zekerheid heeft de overheid de eerste terugtrekkende bewegingen gemaakt waardoor automatisch de verantwoording van werkgevers en werknemers toeneemt. Daarnaast – en die beweging is al gestart – wordt de regierol van gemeenten veel groter. De WWB, WMO, inburgering en de modernisering van de WSW zijn daar de eerste zichtbare gevolgen van. Die algemene ontwikkelingen, de ontwikkelingen in de sociale zekerheid en de stelselverandering hebben onmiskenbare gevolgen voor de arbeidsdeskundige. Zaken als belasting en toekomstige belastbaarheid worden aan elkaar gekoppeld. Het is belangrijker te weten wat iemand nu en straks nog kan, dan wat iemand nu niet meer kan, of te wel: wat is de belastbaarheid “in de tijd”. Werk moet meer levensloop bestendig zijn. De behoefte aan maatwerk, coördinatie en begeleiding via een integrale aanpak en systematische signalering en gegevensverzameling nemen toe.

Al die veranderingen en verschuivingen zorgen voor een breder speelveld voor de arbeidsdeskundige. Er vindt onmiskenbaar een verschuiving plaats van het publieke naar het private domein. Arbeidsdeskundigen opereren van oudsher bij private en publieke verzekeraars, arbodiensten en reintegratiebedrijven. Daar komen in de toekomst nog andere werkvelden voor arbeidsdeskundigen bij als zelfstandige bureaus, UWV, gemeenten, incluis sociale werkplaatsen, werkgevers (de omvang van het bedrijf is steeds minder van belang, eerder de schadelast door uitval), pensioenfondsen, ROC’s, zorgaanbieders, HRM-bedrijven en indicatieorganisaties.