Vooral laagopgeleiden, mensen die al werkten of geen toeslagen ontvingen, zagen hun inkomen dalen.
De gedachte achter een inkomensprikkel is helder: door de uitkering te verlagen, ontstaat er meer motivatie om te gaan werken. Onderzoeksbureau Regioplan concludeert echter dat er vaak meer nodig is om mensen in een kwetsbare situatie daadwerkelijk richting werk te begeleiden. De verlaging van de Wajong-uitkering voor mensen met arbeidsvermogen heeft ‘vrijwel geen’ effect gehad op hun deelname aan werk. Dat blijkt uit de evaluatie van de maatregel.
Wijziging Participatiewet
In 2014 besloot het kabinet-Rutte II dat Wajongers met arbeidsvermogen vanaf 2018 nog 70 procent van het bruto wettelijk minimumloon zouden ontvangen – in plaats van 75 procent. Daarmee wilde het kabinet de uitkering in lijn brengen met die van jonggehandicapten die sinds 2015 onder de Participatiewet vallen. Tegelijkertijd moest de verlaging hen aanmoedigen om (meer) te gaan werken.
Zorgen in de Eerste Kamer
Omdat deze maatregel leidde tot een lager netto-inkomen, uitte de Eerste Kamer zorgen over de financiële gevolgen. Ook waren er twijfels over het beoogde activerende effect. Op verzoek van senator Tineke Strik (GroenLinks) werd het ministerie gevraagd om een onafhankelijk onderzoek. Regioplan kreeg de opdracht om de effecten op zowel inkomen als arbeidsparticipatie te analyseren. Het onderzoek richtte zich op mensen van wie de Wajong-uitkering in 2018 daadwerkelijk is verlaagd.
Grote verschillen tussen groepen
De analyse laat zien dat de inkomenseffecten sterk uiteenlopen. Vooral laagopgeleiden, mensen die al werkten of geen recht hadden op toeslagen, gingen er financieel op achteruit. Tegelijkertijd profiteerden sommige groepen juist, zoals hoogopgeleiden en jongeren onder de 35.
Beperkt effect van financiële prikkels
Wat betreft arbeidsparticipatie constateert Regioplan nauwelijks veranderingen. ‘De ruimte voor Wajongers om te reageren op de verlaging is klein’, aldus de onderzoekers. ‘Voor wie geen alternatief heeft, betekent de maatregel vooral extra financiële druk.’ Regioplan concludeert dat financiële prikkels op zichzelf meestal niet voldoende zijn om mensen aan het werk te helpen. In de praktijk is er vaak méér nodig om mensen in een kwetsbare positie effectief te ondersteunen.