De arbeidsmarkt heeft momenteel grote behoefte aan personeel, maar gemeenten en uitkeringsinstantie UWV blijken onvoldoende in staat werkzoekenden aan een baan te helpen. Het rapport 'Spiegel Bestaanszekerheid 2022' van de Nederlandse Arbeidsinspectie, dat op 16 februari verscheen, concludeert dat ten minste één op de drie klanten van de re-integratieondersteuning onvoldoende hulp krijgt. Professionals hebben vaak te maken met een te hoge caseload en er zijn veel bijstandsgerechtigden die simpelweg niet in staat zijn om te werken. De ministers van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid, CDA) en Schouten (Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, ChristenUnie) betreuren de teleurstellende resultaten in een reactie op het rapport.
Hulp schiet tekort
Mensen met een WW- of bijstandsuitkering krijgen hulp van de gemeente of UWV om (terug) te keren naar de arbeidsmarkt. Hoewel dit voor een behoorlijk aantal mensen goed werkt, schiet de hulp ook vaak tekort. Een van de oorzaken is de combinatie van grote caseloads en hoge registratiedruk, waardoor professionals te weinig tijd hebben om alle werkzoekenden voldoende aandacht te bieden. Hierdoor trekken vaker juist de meest kwetsbare mensen, die het verst van de arbeidsmarkt afstaan, aan het kortste eind.
Een ander probleem is dat veel mensen in de bijstand simpelweg niet kunnen werken. De Participatiewet gaat er in principe vanuit dat betaald werk haalbaar is. Echter geven twee op de drie bijstandsontvangers aan nu niet te kunnen werken, meestal vanwege gezondheidsproblemen. Professionals in de uitvoering zien ook dat werk op termijn lang niet voor iedereen een realistisch perspectief is. Een uitgebreid onderzoek van de gemeente Den Haag bevestigde dit beeld.
Angst voor financiële consequenties
Een uitdaging in het huidige systeem is dat uitkeringsontvangers moeilijk kunnen inschatten wat de financiële gevolgen zijn van de overstap van uitkering naar werk, vanwege de complexiteit van het systeem. Hierdoor zijn ze soms terughoudend om de stap te zetten, uit angst voor een terugval in inkomen. Deze angst is niet onterecht, want uit onderzoek is gebleken dat in bijna een derde van de gevallen de overstap naar werk niet leidt tot meer, maar juist tot minder inkomen. Van de mensen die van uitkering naar werk gaan, krijgt 60 procent te maken met concrete geldproblemen.
Gebruik van de regelingen nog ondermaats
Uit het onderzoek blijkt dat er verbeteringen nodig zijn in de inkomensondersteuning. Nog steeds maken te veel mensen geen gebruik van de regelingen waar ze recht op hebben, omdat de aanvraagprocedure te complex is of omdat ze niet op de hoogte zijn van alle beschikbare regelingen. Eerder kwam naar voren dat maar liefst 35 procent van de mensen die recht hebben op een bijstandsuitkering, daar geen gebruik van maken.
Daarnaast passen veel gemeenten hun informatievoorziening niet aan op inwoners met een lage taalbeheersing en hebben ze geen actief beleid om afhakers in het aanvraagproces opnieuw te benaderen. Mensen met een bijstandsuitkering weten vaak niet dat er nog andere minimaregelingen zijn waarvoor ze mogelijk in aanmerking komen, terwijl de gemeente deze groep al wel in beeld heeft. Er is dus ruimte voor verbetering om de toegang tot inkomensondersteuning te vergemakkelijken.
Administratieve uitdaging
Uit het onderzoek blijkt ook dat de inkomstenverrekening bij mensen die werken naast hun uitkering tot financiële problemen kan leiden. Het aftrekken van de inkomsten uit werk van de uitkering blijkt zowel voor de inkomensconsulent als voor de klant een administratieve uitdaging te zijn. Als er ergens iets fout gaat, kan dit resulteren in onvoldoende inkomen voor de uitkeringsontvanger. Dit kan vervolgens weer leiden tot financiële problemen.
Maatwerk vanuit gemeenten ondermaats
De Arbeidsinspectie heeft geconstateerd dat gemeenten terughoudend zijn in het leveren van maatwerk bij inkomensondersteuning, ondanks dat zij hier de bevoegdheid voor hebben. Het leveren van maatwerk wordt belemmerd door de tijd die het kost en inkomensconsulenten durven niet altijd van de standaardregels af te wijken. Dit komt doordat zij weinig ruimte ervaren in de wet, het lokale beleid of de organisatiecultuur om uitzonderingen te maken.
Inkomensondersteuning nite voor iedereen voldoende
Ook werd geconstateerd dat het huidige niveau van inkomensondersteuning niet voor iedereen voldoende is om van te leven. Dit wordt bevestigd door het feit dat één op de vijf bijstandsontvangers aangeeft te kampen met schulden.
Dit is een zorgelijke ontwikkeling, waarbij het leed en verdriet achter schuldenproblematiek niet onderschat mogen worden aldus verantwoordelijk ministers Schouten en van Gennip. Ze betreuren deze uitkomst dan ook ten zeerste en erkennen dat er te veel mensen in Nederland zijn die kampen met geldzorgen en armoede. ‘Het is belangrijk dat er maatregelen worden genomen om deze problemen aan te pakken en te voorkomen dat meer mensen in deze situatie belanden.’