Als het om gezondheid en inzetbaarheid gaat, wijken zzp’ers in positieve zin af van werknemers. Ondanks de hogere disbalans tussen werk en privé zijn zzp’ers in het algemeen meer tevreden met hun werk en ervaren zij aanzienlijk minder burn-outklachten. Ze hebben werk dat beter past bij hun kennis en vaardigheden en denken vier jaar langer door te kunnen en willen werken dan werknemers. Dit blijkt uit onderzoek van TNO naar de verschillen op het gebied van arbeidsomstandigheden, gezondheid en inzetbaarheid tussen werknemers en zzp’ers.
TNO vergeleek de uitkomsten van de Zelfstandigen Enquête Arbeid met die van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden onder werknemers en concludeerde dat de verschillen tussen werknemers en zzp’ers over het algemeen klein zijn.
Enerzijds hebben zzp’ers iets vaker gevaarlijk en fysiek zwaar werk, is de emotionele belasting wat hoger en doen zij moeilijker werk dan werknemers. Anderzijds rapporteren zzp’ers iets minder arbeidsongevallen en een lagere werkdruk. Een groot verschil is dat zzp’ers aanzienlijk meer variatie in hun werk hebben maar een slechtere werk-privébalans.
Het grootste verschil zit echter in gezondheid en inzetbaarheid, zo stelt TNO. Zzp’ers wijken daar in positieve zin af. Dat geldt overigens weer niet voor alle zzp’ers: ‘Sommige subgroepen zzp’ers lijken echter relatief kwetsbaar te zijn en worden vaker blootgesteld aan slechte werkomstandigheden dan hun collega’s in loondienst.’ Dit geldt volgens TNO vooral zzp’ers in de bouwnijverheid, die veel uren per week werken en relatief vaak gevaarlijk en fysiek zwaar werk verrichten. Bovendien hebben zij vaker moeite om financieel rond te komen.