Met verplicht vrijwilligerswerk wil de overheid bijstandontvangers dichterbij de arbeidsmarkt brengen. Uit promotieonderzoek van Thomas Kampen (UvA) blijkt echter dat het tegenovergestelde wordt bereikt, omdat mensen zich op termijn hechten aan vrijwilligerswerk en het maatschappelijk belang boven hun persoonlijk belang stellen.
Kampen onderzocht wat het voor mensen in de bijstand betekent om verplicht vrijwilligerswerk te doen. Het merendeel van de geïnterviewden gaf aan het verlies van een betaalde baan als persoonlijk falen te ervaren, waardoor ze zelf lage verwachtingen hadden van hun kansen om door vrijwilligerswerk een betaalde baan te krijgen. De nieuwe contacten en taken in het vrijwilligerswerk gaven hen hoop, maar die hoop nam vervolgens af door gebrek aan perspectief. Op het moment dat de bijstandscliënten klaar zijn voor een volgende stap, ontbreekt begeleiding en bemiddeling. Hierdoor slaan ze hun kamp op in de vrijwilligersfunctie en wordt het vrijwilligerswerk een vluchtheuvel om te ontsnappen aan de arbeidsmarkt, aldus Kampen in zijn onderzoek. Hij concludeert zelfs dat de positieve aspecten van het vrijwilligerswerk de afstand tot de arbeidsmarkt vergroten, omdat bijstandsontvangers vaak meer zin of betekenis toekennen aan hun vrijwilligerswerk dan aan betaald werk. Daarbij koesteren ze de ontspannen sfeer die naar hun idee in een betaalde baan vaak ontbreekt, en identificeren ze zich steeds meer met hun status van vrijwilliger.