Met deze brief informeer ik u over de effecten van het ‘experiment vervroegde inzet no-risk polis Ziektewet’ en de conclusies die ik daaruit trek.
Met deze brief informeer ik u over de effecten van het ‘experiment vervroegde inzet no-risk polis Ziektewet’ en de conclusies die ik daaruit trek. In mijn eerdere brief[1] schreef ik u over de uitkomsten van het onderzoek naar effectiviteit van de no-riskpolis onder de bestaande voorwaarden. In deze brief ga ik in op de uitkomsten van het experiment waarin de no-riskpolis tijdelijk vervroegd werd toegekend aan een specifieke groep. Daarnaast bericht ik u, mede namens de staatssecretaris van SZW die hierover vragen ontving vanuit uw Kamer, over de verkenning om de no-riskpolis uit te breiden naar bepaalde groepen chronisch zieken. Deze verkenning is uitgevoerd naar aanleiding van het SER advies “Werk: van belang voor iedereen” en de petitie die stichting Emma at Work en het Jongerenpanel Zorg én Perspectief indienden[2]. Tot slot ga ik in deze brief in op andere toezeggingen en moties op het terrein van ziekte en arbeidsongeschiktheid.
[1] Kamerstukken, 2018-2019, 29544 nr 843
[2] In het advies “Werk: van belang voor iedereen” adviseerde de SER om na te gaan of er een beperkte groep chronische zieke jongeren in aanmerking kan komen voor een no-riskpolis. In de reactie (Kamerstukken 2016-2017, 29 355, nr. 59) op dat advies is door mijn ambtsvoorganger toegezegd een verkenning naar het uitbreiden van dit instrument te starten. Daarnaast boden de stichting Emma at Work en het Jongerenpanel Zorg én Perspectief op 22 januari 2019 een petitie aan de commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Tweede Kamer aan. Hierin doen zij een vergelijkbare oproep om een pilot te starten met een no-riskpolis voor chronisch zieke jongeren. Zoals de staatssecretaris tijdens het Algemeen Overleg Participatiewet op 23 januari 2019 aan heeft gegeven reageer ik in deze brief ook op deze petitie.
Lees verder op deze pagina