Er zijn veel initiatieven en projecten om statushouders aan werk te helpen, maar de resultaten blijven achter.
Uit eerder onderzoek door het CBS bleek dat van de asielzoekers die in 2014 een verblijfsvergunning kregen, 2,5 jaar later maar 11 procent betaald werk heeft gevonden.
Volgens SER blijven de resultaten van projecten achter omdat veel initiatieven kleinschalig zijn. Ook is het voortbestaan van een project vaak onzeker omdat er onvoldoende of alleen voor een bepaalde periode geld is.'Er is beleid van de lange adem nodig, want hier zijn geen snelle successen te boeken. Er moet dus langetermijnbeleid en financiering zijn.'
SER pleit ervoor om inburgeren (taallessen) en participatie (werk zoeken) veel meer tegelijk te doen in plaats van na elkaar. ,,De taal leer je het best als je aan het werk bent'', aldus SER-voorzitter Mariëtte Hamer. Ook zogenoemde ‘proefplaatsingen’ bij een werkgever kunnen een praktische oplossing zijn. Gemeenten moeten een grotere rol bij het inburgeren krijgen en de statushouders op weg kunnen helpen, concludeert de SER.
Ook is het beter asielzoekers direct op te vangen in een azc in de buurt van de gemeente waar ze later komen te wonen. Dan kunnen ze sneller in de regio naar werk gaan zoeken. 'Gemeenten en regio’s zouden hun projecten meer op elkaar moeten afstemmen zodat werkgevers weten waar ze aan toe zijn, nu kan het beleid in elke gemeente weer anders zijn.'
SER-rapport
Vluchtelingen en werk: een nieuwe tussenbalans