De belangrijkste wetswijzigingen zijn gericht op de rol en de positie van de preventiemedewerker en de rol, positie en toegang tot de bedrijfsarts.
De Tweede Kamer heeft op 13 september ingestemd met de voorgestelde wijzigingen in de Arbeidsomstandighedenwet. Als de Eerste Kamer de wet aanneemt, zal hij waarschijnlijk in 2017 in werking treden.
Eén van de wijzingen is een versterking van de rol van de preventiemedewerker. Hierin is nu bij wet geregeld dat de ondernemingsraad of het 'medezeggenschapsorgaan en de werkgever tot een gezamenlijke opvatting moeten komen – in de vorm van instemmingsrecht – over de persoon van de preventiemedewerker en diens positionering in de organisatie'. Deze instemming regelt behalve het draagvlak van de preventiemedewerker in de onderneming ook dat de ondernemingsraad medeverantwoordelijk is voor het goed functioneren van de preventiemedewerker.
Over de rol van de bedrijfsarts is nu expliciet in de wet opgenomen dat die rol bij de verzuimbegeleiding van individuele werknemers alleen adviserend is en dat de werkgever verantwoordelijk blijft voor de begeleiding van de werknemers en daarbij geadviseerd wordt over de meest wenselijke handelwijze. Voor wat betreft de positie van de bedrijfsarts is vastgelegd dat er 'ruimte wordt geboden voor professionele beroepsuitoefening'.
In de wet is meer aandacht voor preventieve zorg door de bedrijfsarts: werknemers kunnen nu altijd de bedrijfsarts bezoeken.
Verder is er in de wet sprake van een basiscontract arbodienstverlening, waarin minimumeisen zijn vastgelegd voor het contract tussen arbodienstverleners en werkgevers.
Lees hier de Memorie van Toelichting en bijbehorende stukken.