Ook dit en komend jaar trekt het kabinet geld uit om ggz-patiënten aan werk te helpen. Er is in totaal 21,5 miljoen euro beschikbaar voor Individuele Plaatsing en Steun (IPS), 4,5 miljoen meer dan het kabinet in 2020 en 2021 voor deze methode reserveerde.
Volgens Carola Schouten, minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, kan werk een positief effect hebben op de psychische gezondheid. ‘Maar patiënten van een ggz-instelling vallen vaak buiten de boot bij de bemiddeling voor werk.’ Met IPS bundelen ggz-instellingen en gemeenten de krachten: de gemeente zoekt werk voor de ggz-patiënt, terwijl de betrokken instelling begeleiding levert. IPS heeft in de praktijk aangetoond succesvol te zijn: 44% van de deelnemers heeft betaald werk.
Voor een volledig traject van maximaal 24 maanden (voor ggz-patiënten met lichte klachten) is 8.000 euro beschikbaar. Voor een traject van maximaal drie jaar voor patiënten met zware klachten is er een bedrag 11.325 euro. Schouten verwacht met het beschikbare budget ongeveer 2.225 IPS-trajecten te bekostigen. Het benodigde geld komt voor de helft uit het arbeidsongeschiktheidsfonds, dat gevuld wordt met premies die werkgevers betalen voor uitkeringen aan langdurig uitgevallen werknemers. De andere helft komt uit fonds waaruit gemeenten worden gefinancierd.