Ruim de helft van de 25- tot 65-jarige werkenenden leren tijdens hun werkzame leven bij. Laagopgeleiden, ouderen en deeltijdwerkers nemen het minst vaak aan deze cursussen deel.
Het onderzoek: 'Adult Education Survey', is uitgevoerd door het CBS in opdracht van Eurostat.
Een groot deel van de werkenden, 52 procent, volgde scholing voor het werk buiten de schoolbanken. Het gaat dan om doorgaans kortdurende cursussen, bedrijfsopleidingen, trainingen, privélessen, workshops en seminars. Begeleide training op de werkplek, bijvoorbeeld een inwerktraject voor nieuwe medewerkers, valt hier niet onder.
Hoogopgeleiden volgen vaker werkgerelateerde cursussen dan laagopgeleiden: 68 procent ten opzichte van 29 procent van de laagopgeleide werkenden. Hoogopgeleiden worden hiervoor beduidend vaker dan laagopgeleiden gecompenseerd door hun werkgever.
45- tot 65-jarigen volgen naar verhouding iets minder vaak cursussen dan 25- tot 45-jarigen, en mannen iets minder vaak dan vrouwen.
Ruim vier op de tien werkenden met een voltijd baan óf een grote deeltijdbaan (20 uur per week of meer) volgen een of meer werkgerelateerde cursussen. De meesten van hen (70 procent) ontvangen voor ten minste één cursus een vergoeding van de werkgever. Werkzame personen met kleine banen (minder dan 12 uur per week) volgen minder vaak een cursus voor het werk, te weten 30 procent.
Lees hier het volledige bericht en bekijk de grafische weergave van de cijfers.