Sinds 2012 is duidelijk dat loonwaardebepaling een belangrijke rol kan gaan spelen in het vernieuwde uitvoeringsconcept Werk en Inkomen. Met het wegvallen van grote delen van de beschutte arbeidsplaatsen in de WSW, het niet meer kunnen detacheren vanuit de beschermende WSW-cao en het ontbreken van gesubsidieerde arbeid blijft de reguliere arbeidsmarkt over om de maatschappelijke arbeidsparticipatiedoelstellingen waar te maken. Het ‘zuiver’ kunnen bepalen van de waarde van de arbeidsprestatie van werknemers met arbeidsbeperkingen is – onder bovenstaande omstandigheden – een noodzakelijke randvoorwaarde voor succesvolle plaatsingen. Een eventuele quotumregeling kan ook effectiever zijn als er een gezonde balans is tussen de geleverde prestatie en het te betalen loon. Werkgevers en werknemers die samen zo’n beoogd quotum naleven, zien dan een fair loon voor een faire prestatie geborgd.
Voor de arbeidsdeskundige beroepsgroep (al jaar en dag specialisten op het gebied van loonwaardevaststelling) vormde dit de aanleiding om het AKC te vragen om een valideringstraject te starten voor de (arbeidsdeskundige) loonwaardesystematiek. Het AKC heeft de rijke expertervaring van arbeidsdeskundigen gecombineerd met de kennis en ervaring van experts van loonwaardemethoden en daar tevens een onafhankelijke en kritische wetenschappelijke blik aan toegevoegd. Drie groepen gebruikers van loonwaardemethodieken – Dariuz, VTA/DWI en UWV – bleken bereid om samen een basissystematiek op te stellen waaraan de vaststelling van loonwaarde moet voldoen. Zo ontstond een stevige basis voor de al langer gewenste consensus over de begripsinhoud van de loonwaardebepaling.
In vier sessies (29 mei, 4 juni, 11 juni en 11 juli 2013) is met een twintigtal loonwaarde-experts het consensusrapport met de basissystematiek voor loonwaardebepaling opgesteld. Dit rapport Standaardisering en uniformering van de kernbegrippen en modulen van loonwaardebepaling (AKC, oktober 2013) wordt als bijlage van deze notitie gepubliceerd nu het loonwaardevalideringsproject van het AKC in mei 2014 is afgerond. Het rapport bevat een op consensus van experts gebaseerde basissystematiek, die kan worden gezien als een expertnorm voor loonwaardebepaling. De basissystematiek is zodanig beschreven dat de systematiek overdraagbaar en trainbaar is.
De basissystematiek omvat zes deelelementen1:
Aantal uitgeoefende taken.
Normfunctie op basis van 60 procent-criterium en cao.
Normloon afgeleid uit normfunctie cao
Prestatiescore ten opzichte van de normprestatie (per taak en/of totale functie) vastgesteld met de begrippen (Tempo x Kwaliteit x Inzetbaarheid) x % tijd.
Additionele kosten.
Loonwaarde = normloon x prestatiescore x deeltijdfactor.
Het AKC veronderstelde dat deze afsprakenset zou bijdragen aan het bereiken van meer inter-beoordelaarsbetrouwbaarheid en meer validiteit van (de) loonwaardevaststellingsmethode(n).
De in het onderzoek betrokken loonwaardemethoden (Dariuz, UWV en VTA/DWI hebben hun eigen methode aangevuld met deze basissystematiek. Daarmee conformeerden deze methoden zich aan de externe expertnorm. Zo kon worden onderzocht of het toepassen van de zes deelelementen van de basissystematiek de mate van inter-beoordelaarsbetrouwbaarheid en validiteit verhoogt.
Het AKC-project beoogde niet tot één methode te komen, maar tot uitwisselbaarheid van loonwaardemethoden op basis van het gezamenlijk overeengekomen afsprakenstelsel (de basissystematiek) die een betrouwbaardere loonwaardevaststelling borgt. De resultaten van het AKC-onderzoek tonen aan dat dit is gelukt.
Zie voor een beknopte beschrijving van deze zes deelelementen Bijlage 3. De uitgebreidere beschrijving voor trainingsdoeleinden is te vinden in het separate rapport Standaardisering en uniformering van de kernbegrippen en modulen van loonwaardebepaling. AKC, oktober 2013 (gepubliceerd juni 2014).