Cahier 8 – Arbeidsdeskundig handelen bij het inschatten van verlies van arbeidsvermogen bij personenschade
De rol van de arbeidsdeskundige

Als onderdeel van de eerste workshop is aan arbeidsdeskundigen gevraagd welke rol zij zichzelf toedichten bij het afwikkelen van personenschade. Daaruit kwamen de volgende reacties:

  • Begeleiding van cliënt bij het verwerken van de gevolgen van het opgelopen letsel op re-integratieterrein: werk en privé (zelfwerkzaamheid, hobby’s e.d.). In dat kader contacten leggen met bijvoorbeeld (nieuwe) werkgever, arbodienst, UWV en re-integratiebedrijven.

  • Het slachtoffer vertrouwen geven in zijn eigen mogelijkheden en hem een toekomstperspectief bieden.

  • Na ongeval/trauma terug naar balans tussen belasting en belastbaarheid. Bevorderen dat slachtoffer eigen activiteiten weer kan oppakken en mede daardoor schadelast reduceren.

  • Beoordelen van de resterende mate van arbeidsongeschiktheid, in werk of in en rond het huis, en de financiële gevolgen daarvan (in vergelijking tot de situatie zonder ongeval).

Arbeidsdeskundigen leveren bij de afwikkeling van personenschade op verschillende manieren en op verschillende momenten in het proces een bijdrage. In figuur 1 staat welke drie globale rollen de arbeidsdeskundige heeft op de verschillende momenten in het proces. Deze drie rollen zijn:

  1. Advisering en begeleiding bij re-integratiemogelijkheden, aanpassingen, hulpmiddelen

    Al kort nadat bij de verzekeraar bekend is dat er een mogelijke aanspraak is, kan de arbeidsdeskundige worden ingeschakeld. Bijvoorbeeld door de verzekeraar of door het slachtoffer zelf. De arbeidsdeskundige wordt dan gevraagd te adviseren op welke wijze terugkeer naar bijvoorbeeld werk mogelijk is. Daarbij kan de arbeidsdeskundige een begeleidende/coachende rol vervullen. Hij kan zo nodig in overleg met bijvoorbeeld een werkgever voorwaarden scheppen om in een zo vroeg mogelijk stadium terugkeer naar oorspronkelijk of ander werk te bevorderen. Onderdeel van deze advisering kan zijn het in kaart brengen van noodzakelijke aanpassingen en hulpmiddelen die het functioneren van het slachtoffer bevorderen. In deze rol van proactief schaderegelen draagt de arbeidsdeskundige bij aan het beperken van de schadelast.

  2. Beoordeling van mate van arbeidsongeschiktheid

    In de periode na het ongeval, als het letsel voldoende stabiel wordt geacht, vindt er een inventarisatie plaats van de schade. Deze schade heeft betrekking op de periode direct na het ongeval en strekt zich mogelijk uit tot vele jaren daarna, als er sprake is van blijvende beperkingen. Op basis van de op dat moment bekende beperkingen en mogelijkheden van het slachtoffer kan de arbeidsdeskundige worden gevraagd om een beoordeling te geven van de mate van arbeidsongeschiktheid. Deze beoordeling vindt plaats bij een beperkt aantal gevallen. Bijvoorbeeld bij onenigheid over het lumpsumbedrag of als er behoefte is aan objectivering.

  3. Beoordelen van verlies van arbeidsvermogen door het opstellen van toekomst scenario’s met en zonder letsel

    Bij een beperkt aantal casussen – minder dan 5 procent – die veelal complex en langlopend zijn, worden arbeidsdeskundigen gevraagd om een rapport op te stellen waarin uitgewerkte scenario’s worden geschetst over de toekomst van het slachtoffer. Circa twintig arbeidsdeskundigen stellen deze rapporten op in Nederland. Deze rapporten kunnen worden gebruikt ter ondersteuning van een rechterlijke uitspraak als partijen onderling niet tot een consensus kunnen komen. Daarbij wordt in het algemeen de vraag gesteld om te beschrijven hoe de toekomstige situatie van het slachtoffer zich zou hebben ontwikkeld zonder het ongevalsletsel en met de resterende gevolgen van het ongeval. Deze rapportage vormt input voor het berekenen van het verlies van arbeidsvermogen, dat een onderdeel vormt van de totale personenschade. De werkwijze die wordt gevolgd bij het opstellen van deze scenario’s komt in hoofdstuk 3 aan de orde.

Accepteer de voorwaarden

Gebruik van dit werk is toegestaan conform licentie creative commons CC-BY-4.0. Deze gebruikslicentie vervalt zes maanden na het verschijnen van een nieuwe editie van het werk. Het auteursrecht op dit werk berust bij de Staat der Nederlanden, ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.


Download document Download document