Cahier 14 – Methodisch vaststellen van secundaire factoren bij re-integratie
Eigen effectiviteit

Wat veelvuldig voorkomt, is dat cliënten zich vaak niet (meer) bewust zijn van hun eigen competenties, resources, krachtbronnen, capaciteiten en veerkracht. Vaak ontnemen problemen het zicht op ieder mogelijk en denkbaar middel dat kan worden ingezet om oplossingen te genereren, of maken die problemen dat cliënten daar niet meer op durven vertrouwen. Onderzoek wijst uit dat de selfefficacy (eigen effectiviteit) van werkzoekenden – het vertrouwen in de eigen capaciteit om bij te dragen aan het voorkomen en oplossen van problemen met betrekking tot werk zoeken – afneemt naarmate de werkloosheid voortduurt en er meer faalervaringen zijn1. Vaak moet de cliënt om die reden hulp krijgen om de weg naar zijn krachtbronnen te (her)ontdekken. Krachtbronnen kunnen dan ook latent aanwezig en (daardoor) niet werkzaam zijn. Door ze actief te ontdekken en te mobiliseren worden ze werkzaam en kunnen ze een bijdrage leveren aan het re-integratietraject.

1 

Van Hooft (e.a.), Moving beyond job search quantity: towards a conceptualization and self-regulatory framework of job search quality. OrganizationalPsychology Review, 3, 3–40, 2013.

Accepteer de voorwaarden

Gebruik van dit werk is toegestaan conform licentie creative commons CC-BY-4.0. Deze gebruikslicentie vervalt zes maanden na het verschijnen van een nieuwe editie van het werk. Het auteursrecht op dit werk berust bij de Staat der Nederlanden, ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.


Download document Download document