Steeds meer mensen hebben meerdere banen, combineren werk met studie of werk met (mantel)zorg. Dit is een van de conclusies uit het onderzoek ‘Aanbod van arbeid 2014’, uitgevoerd door het Sociaal en Cultureel Plan Bureau (SCP). Het aandeel werkenden met meer dan één baan nam in de periode 1986-2012 toe van 3% tot 8%. Bij de zelfstandigen ging het van 4% naar 13%. Een derde van deze ‘stapelaars’ werkt meer dan 40 uur per week.
Uit het onderzoek blijkt dat de arbeidsdeelname in de periode 1986-2012 sterk gestegen is: van 64% naar 79%. Hierdoor nam ook de tijd die huishoudens (beide partners opgeteld) per week werken toe: van 44 naar 51 uur. Nu de arbeidsdeelname toeneemt, is het arbeidsaanbod gevarieerder. De vorm waarin mensen participeren en de rollen die zij innemen, gaan meer verschillen. Participeren betekent vooral combineren. Zo groeide het aandeel werkenden met meer dan één baan (stapelbanen) van 3% naar 8% in de periode 1986-2012. Steeds meer mensen combineren een baan in loondienst met werk als zelfstandige. Daarnaast groeide het aandeel studenten en scholieren dat studie met betaald werk combineert van 40% in 2004 naar 60% in 2012. Een derde combinatie betreft die van (mantel)zorg met betaald werk. Het aandeel werkenden dat zorg aan anderen verleende, nam in de periode 2004-2012 toe van 13% naar 17%.
Een ander trend is flexwerk. Dit komt relatief vaak voor onder 45-plussers die na een periode van uitval op de arbeidsmarkt weer aan het werk gaan. Van de herintreders onder de 45 jaar komt 35% in een vast dienstverband, tegen 20% van de 45-plussers. Verder signaleert het SCP dat vier op de tien werkenden een opleiding of cursus volgt. Groepen met een zwakke arbeidsmarktpositie – ouderen, laagopgeleiden, flexwerkers en mensen met een slechte gezondheid – ontvangen de minste scholing.