Het niet tijdig inzetten van spoor 2 kan leiden tot een enorme schadepost voor arbeidsdeskundigen, zo blijkt uit een recente hoger beroep uitspraak van het Gerechtshof in Den Haag.
Inzet van de zaak is de vraag of het tweede spoortraject tijdig is ingezet en wie daarvoor uiteindelijk verantwoordelijk is. Alhoewel de rechter vond dat de werkgever niet voldoende re-integratie inspanningen leverde, wordt de verantwoordelijkheid toch bij de arbeidsdeskundige gelegd omdat (vrij vertaald) de werkgever niet voldoende verstand heeft van zaken en om die reden een deskundige (registerarbeidsdeskundige) inschakelde.
De werkgever werd in de hoger beroepzaak op essentiële punten in het gelijk gesteld. Voor de arbeidsdeskundige heeft dit verstrekkende gevolgen: deze werd niet alleen veroordeeld tot betaling van de proces- en advocaatkosten, het terugbetalen van reeds voldane facturen, maar ook tot het vergoeden van de loonsanctie die de werkgever door UWV kreeg opgelegd. Het totaalbedrag overstijgt de vijftigduizend euro.
Of de uitspraak terecht is valt te betwijfelen, want de arbeidsdeskundig werd eerder door een lagere rechtbank in het gelijk gesteld: het tweede spoor werd wel degelijk op tijd ingezet. Na overleg heeft de arbeidsdeskundige dan ook cassatie ingesteld tegen het hoger beroep. De Hoge Raad zal zich nu buigen over de zaak, die al sinds 2010 speelt. Ook de betrokken arbeidsdeskundige van UWV wordt aansprakelijk gesteld en er volgt een aparte zaak tegen de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar. Deze weigert schade te vergoeden omdat de arbeidsdeskundige een overeenkomst met de klant aanging zonder de leveringsvoorwaarden mee te sturen. Dit laatste is overigens een les voor alle zelfstandige arbeidsdeskundigen: zorg dat de algemene (leverings)voorwaarden op orde zijn en stuur deze altijd mee bij het aangaan van een overeenkomst! De SRA zal hier in een volgende Aan’rader aandacht besteden.
Overigens heeft de cassatieprocedure geen opschortende werking op de uitspraak in hoger beroep. Er zit dus voor de arbeidsdeskundige voorlopig niets anders op dan de eerder genoemde kosten te voldoen. De arbeidsdeskundige heeft goede hoop een positieve afloop, maar beseft dat de scheidslijn tussen gelijk hebben en gelijk krijgen dun is. Volgens de arbeidsdeskundige moet je rekening houden met het feit dat de rechterlijke macht overbelast is en dat een voor hen wellicht kleine zaak als deze niet uitputtend behandeld kan worden. Bovendien heeft de rechtbank weinig kennis van het arbeidsdeskundig werk. Het nadrukkelijk advies is om het verloop van het re-integratie traject nauwlettend te volgen.