Volgens wetenschappers van Amerikaanse topuniversiteit Harvard is de hoeveelheid koffie die medewerkers dagelijks drinken grotendeels genetisch bepaald. Zij vonden tijdens hun experimenten zes nieuwe genetische varianten die corresponderen met verschillende reacties op cafeïne. Het verklaart mogelijk waarom sommige mensen al met grote ogen in bed liggen als ze ’s avonds alleen maar aan een kop koffie hebben geroken, terwijl anderen probleemloos de een na de andere espresso kunnen wegwerken en daarna prima slapen.
De wetenschappers erkennen dat er meer speelt dan alleen erfelijkheid. Gewoonten en cultuur drukken natuurlijk evengoed een stempel op het dagelijkse koffiegebruik. De volgende stap voor de onderzoekers is uitzoeken welke mensen het meeste profijt hebben van de effecten van koffie. Zo kan wellicht bepaald worden hoeveel cafeïne een mens nodig heeft om overdag zo productief mogelijk zijn.