Mensen met een beperking, chronische ziekte of psychische aandoening blijven op het gebied van werk en het gebruik van buurtvoorzieningen achter bij de algemene bevolking. Dit blijkt uit onderzoek van het Nivel en het Trimbos-instituut in opdracht van het College voor de Rechten van de Mens.
Nieuwe cijfers van het CBS bevestigen dit: Ruim 60 procent van de 15- tot 75-jarigen met een chronische beperking en/of een langdurige psychische aandoening heeft betaald werk. Dit is minder dan mensen zonder een dergelijke diagnose, van wie 82 procent betaald werk heeft. Mensen met een chronische aandoening werken ook minder uren. Dit is vooral te zien bij de werkzame beroepsbevolking van 45 tot 75 jaar.
In 2016 ondertekende Nederland het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap (IVRPH). In opdracht van het College voor de rechten van de Mens monitort het CBS sindsdien de maatschappelijke participatie van mensen met een chronische aandoening. Ook het Nivel en het Trimbos Instituut doen in opdracht van het college onderzoek. Voor de derde achtereenvolgende keer zijn vragenlijsten uitgezet binnen het Nationaal Panel Chronisch zieken en Gehandicapte mensen, het Panel Samen Leven en het Consumentenpanel. Vanuit het Trimbos-instituut zijn data verzameld bij het Panel Psychisch Gezien.