Vertrouwen speelt een cruciale rol in het sociale werk en het overheidsbeleid, schrijft socialevraagstukken.nl op basis van een publicatie op movisie.nl. Zonder een zekere mate van vertrouwen tussen overheden, instanties en burgers kan de verzorgingsstaat weinig betekenen voor de burgers. Hoogleraar Actief Burgerschap, Monique Kremer, legt uit hoe mensen (opnieuw) vertrouwen kunnen krijgen en hoe sociaal professionals hieraan kunnen bijdragen.
Vertrouwen is essentieel in het sociale domein
Vertrouwen is een richtinggevend concept in het overheidsbeleid en sociaal werk. Hoewel sociaal professionals zichzelf niet altijd beschouwen als 'grondpersoneel' van de overheid, worden ze vaak wel zo gezien door de burgers. Ze worden immers (indirect) betaald door de overheid. Wanneer er gesproken wordt over een 'vertrouwenscrisis', heeft dit vaak betrekking op de politiek en politici, maar ook de uitvoerende sociaal professionals zijn het gezicht van de overheid.
Vertrouwen als tweerichtingsproces
Het is belangrijk om te erkennen dat het vertrouwen tussen burgers en sociaal professionals niet vanzelfsprekend is. Het vertrouwen moet van beide kanten komen. Vertrouwen houdt in dat men gelooft dat de ander oprecht is (integriteit), de belangen van de ander kent en erkent (erkenning) en in staat is om daarmee rekening te houden (competenties). Deze drie dimensies zijn cruciaal in het sociaal werk.
Het belang van vertrouwen voor sociaal professionals
Volgens socioloog Giddens (1994) ontstaat vertrouwen in het systeem door persoonlijke ervaringen en face-to-face contact. Sociaal professionals fungeren als toegangspoorten tot het grotere systeem. Als zij niet eerlijk zijn, de ander niet voldoende erkennen en niets te bieden hebben, verdwijnt het vertrouwen. Daarnaast blijkt uit onderzoek dat sociaal professionals vooral vertrouwen hebben in mensen die op hen lijken, vaak uit dezelfde sociale klasse. Dit kan leiden tot wantrouwen tegenover andere groepen. Het is dus belangrijk dat sociaal professionals hun eigen vooroordelen en stereotypen erkennen en overbruggen om het vertrouwen van alle burgers te winnen.
Broos vertrouwen in overheid en sociaal professionals
Het vertrouwen van burgers in de overheid, instanties en sociaal professionals is kwetsbaar op alle drie de dimensies die eerder zijn genoemd.
Ten eerste worden de intenties van de overheid en haar grondpersoneel vaak bekritiseerd. Mensen hebben het gevoel dat de overheid niet het beste met hen voor heeft en niet integer handelt. Ook het gevoel van ongelijke behandeling draagt bij aan het wantrouwen jegens de overheid. Daarnaast worden steeds vaker gevallen van institutioneel racisme binnen overheidsinstanties blootgelegd, zoals bij de Belastingdienst. Dit versterkt het idee dat de overheid en haar grondpersoneel niet te vertrouwen zijn.
Ten tweede ontstaat er gebrek aan vertrouwen wanneer burgers zich niet gekend en erkend voelen in hun waarden en leefomstandigheden. De overheid en sociaal professionals staan vaak te ver van de leefwereld van burgers af en hebben weinig inzicht in de werkelijke sociale problemen waarmee mensen te maken hebben. Ze hanteren standaardmethoden zonder oog te hebben voor de gevoelens en denkwijzen van degenen die hulp nodig hebben.
Ten slotte wordt ook het geloof in de competenties van professionals en hun organisaties ondermijnd. Mensen hebben het idee dat de overheid en hulpverleners niet in staat zijn om resultaten te behalen. Er is een gebrek aan vertrouwen dat hulp daadwerkelijk effectief zal zijn. Dit wordt versterkt door een gebrek aan continuïteit in de relatie, waarbij telkens nieuwe professionals worden ingezet vanwege flexibilisering, ziekte of personeelstekort.
Om het vertrouwen in de overheid en sociaal professionals te herstellen en te versterken, zijn er verschillende maatregelen die genomen kunnen worden.
Vergroten van betrouwbaarheid
Het vergroten van de betrouwbaarheid van de overheid begint bij het tonen van oprechtheid en goede intenties. Sociaal professionals moeten te goeder trouw handelen en streven naar het beste voor de ander. Onverschilligheid en compassiemoeheid horen niet thuis in het sociaal domein. Dit vereist een herijking van de structuren waarin sociaal professionals werken, met minder bureaucratie en marktgerichtheid. Het streven naar integriteit omvat ook het nastreven van gelijke behandeling, maar met ruimte voor differentiatie wanneer dat nodig is.
Aansluiten bij diversiteit
Om het vertrouwen te vergroten, is het essentieel dat de waarden van sociaal professionals meer aansluiten bij de diverse populatie die zij bedienen. Het bevorderen van diversiteit onder sociaal professionals, zowel op het gebied van migratieachtergrond, opleiding als wijk, kan bijdragen aan het vergroten van de betrouwbaarheid van de (semi-)overheid. Daarnaast kunnen ervaringsdeskundigen en sleutelfiguren uit verschillende gemeenschappen worden aangesteld.
Het maken van daadwerkelijk verschil
Naast het tonen van oprechtheid en het streven naar gelijke behandeling, is het van essentieel belang dat sociaal professionals daadwerkelijk het verschil kunnen maken voor burgers. Het vergroten van kennis op het gebied van psychologie en sociologie met betrekking tot vertrouwen is hierbij cruciaal. Sociaal professionals moeten leren hoe ze effectief informatie kunnen verstrekken en hoe ze langdurige relaties kunnen opbouwen.
Echter, het belangrijkste aspect is dat het grondpersoneel van de overheid de capaciteit heeft en in staat wordt gesteld om daadwerkelijk iets te kunnen betekenen voor anderen. Het gaat erom dat ze laten zien, zelfs met kleine gebaren, dat ze van waarde zijn. Dit werd ook benadrukt door Marie Kamphuis, de grondlegger van het maatschappelijk werk. Positieve ervaringen zijn noodzakelijk voor mensen om vertrouwen te kunnen ontwikkelen.