Afgelopen jaar werkte bijna de helft van de werkzame beroepsbevolking in deeltijd. Vrouwen werken vaker (70%) in deeltijd dan mannen (28%). Kassamedewerkers werken zelden fulltime, zo blijkt uit de jongste cijfers van het CBS. Liefst 94% procent van hen werkt in deeltijd.
Aan de andere kant van het spectrum staan de managers, die vrijwel altijd voltijds werken. Agrariërs draaien de meeste uren: zij werken het vaakst meer dan veertig uur per week. Veetelers hadden het hoogste percentage (64 procent). Van de agrariërs die meer dan 40 uur per week werkten was een 82% werkzaam als zelfstandige. Het CBS baseert zich op nieuwe cijfers en de publicatie ‘Nederland in cijfers’. Daaruit blijkt dat de werkzame beroepsbevolking in 2021 (15 tot 75 jaar) uit 9,3 miljoen mensen bestond. In totaal werkte 48 procent daarvan in deeltijd, dat wil zeggen minder dan 35 uur per week. Over het algemeen lag bij de dienstverlenende, de pedagogische en de zorg- en welzijnsberoepen het percentage deeltijdwerkers het hoogst in 2021. Deze drie beroepsklassen hadden in 2013 ook het hoogste percentage deeltijdwerkers. De totale verdeling van deel- en voltijds werkenden is weinig veranderd sinds 2013. Het percentage deeltijders was in 2013 namelijk 47 procent, in 2021 was dit 48 procent. Meer informatie? Kijk dan hier.