Volgens het CBS wisselen mensen de laatste jaren vaker van beroep. Sinds 2015 neemt het aantal mensen dat wisselt van beroep weer toe.
In 2017 waren er 937 duizend mensen tussen 15 en 75 jaar met een ander beroep dan het jaar ervoor. In de meeste gevallen ging het om een overstap naar een andere beroepsklasse, bijvoorbeeld van een pedagogisch beroep naar een zorgberoep.
Bijna een derde van beroepswisselaars is jonger dan 25 jaar. Deels gaat het hier om jongeren met een bijbaan die op school zitten. Denk aan kassamedewerkers (ingedeeld bij de commerciële beroepen), horecapersoneel (dienstverlenende beroepen) of vakkenvullers en dagbladbezorgers (transport en logistieke beroepen).
Van de werkende jongeren had in 2017 bijna een derde een ander beroep dan een jaar eerder. Bij de overige leeftijdscategorieën ging het om een veel kleiner deel. Bij de 25-tot 45-jarigen was dit 13 procent en bij de 45-plussers slechts 6 procent.
Onder 25-plussers neemt wisseling van beroep toe met het behaalde onderwijsniveau. Van de lager opgeleiden in deze leeftijdsgroep had 6 procent in 2017 een ander beroep dan het jaar ervoor, bij hoger opgeleiden was dit 11 procent.
Van de 633 duizend beroepswisselaars van 25 tot 75 jaar ging twee derde aan de slag in een andere beroepsklasse. Het vaakst komt dit voor bij beroepswisselaars uit de dienstverlenende beroepen (negen op de tien), en in het openbaar bestuur- en veiligheidsberoepen en agrarische beroepen.
Het overige deel van de beroepswisselaars oefende wel een ander beroep uit, maar bleef werken binnen de beroepsklasse. Dit komt relatief vaak voor bij mensen met een beroep dat met zorg en welzijn te maken heeft; in 2017 ging het om 54 procent. Het gaat dan bijvoorbeeld om verpleegkundigen die verdergaan als gespecialiseerd verpleegkundige.