Goed arbobeleid vormt de ruggengraat van gezond en veilig werken. In de afgelopen jaren hebben werkgevers, brancheorganisaties en overheden in Nederland aanzienlijke stappen gezet om dit beleid te versterken. Echter, sommige uitdagingen blijven onopgelost. Jaarlijks sterven nog steeds ongeveer 4000 mensen in Nederland als gevolg van belastende werkomstandigheden. Bovendien blijven nieuwe uitdagingen zich aandienen, zoals een flexibiliserende arbeidsmarkt, stijgende pensioenleeftijden, snelle technologische ontwikkelingen en de toenemende fysieke en mentale gezondheidsproblemen van werknemers.
Gezond en veilig werken in het heden en de toekomst
Het is cruciaal om ons adequaat voor te bereiden op deze huidige en toekomstige ontwikkelingen. Gezamenlijk kunnen we ervoor zorgen dat werknemers in Nederland nu en in de toekomst gezond en veilig kunnen blijven werken. Hierbij rijzen belangrijke vragen: Hoe zullen deze ontwikkelingen zich de komende jaren ontvouwen? Wat is er nodig voor een nieuwe benadering en hoe ziet deze er over twee decennia uit? En welke rol spelen de overheid, werkgevers en werknemers in deze dynamiek?
In dialoog met Nederlanders en advies van de SER
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is dit traject gestart om deze cruciale vragen te beantwoorden, bekend als Arbovisie 2040. In 2021 werd de hoofdlijnennota Arbovisie 2040 opgesteld na een open dialoog met partners, werkgevers en werknemers, waarin de uitdagingen voor de komende jaren werden besproken. Als vervolg hierop heeft de Sociaal Economische Raad (SER) in mei 2023 een advies uitgebracht met de titel 'Naar een Werkend Arbostelsel voor Iedereen' (deel 1). Er volgde een diepgaande analyse en gesprekken met belanghebbenden, waarop de Arbovisie is gebaseerd.
Een belangrijk beleidsdoel
Op 27 oktober 2023 werd de Arbovisie 2040 besproken in de ministerraad, inclusief de reacties van het kabinet op het SER-advies en de Arbovisie 2040. Het uiteindelijke streven van dit beleid is om ervoor te zorgen dat werkenden in Nederland zo gezond en veilig mogelijk kunnen werken, zonder gezondheidsklachten als gevolg van hun werk, zelfs na hun pensionering.