Onderzoekskader/aanleiding onderzoek
De arbeidsdeskundige krijgt een opdracht binnen van een arbodienst, met het uitdrukkelijke verzoek om binnen een week een arbeidsdeskundig onderzoek te verrichten voor een werknemer in verband met een langdurige ziekmelding. De betreffende werknemer is sinds enkele jaren werkzaam als sectiedirecteur bij een overheidsinstelling.
Onderzoeksvraag
De opdrachtgever legt de volgende vragen voor:
Past, uitgaande van het thans geldende beperkingenpatroon, de maatmanfunctie nog bij de betrokken werknemer?
Zo nee, is de maatmanfunctie passend te maken door aanpassingen en/of inzet van voorzieningen?
Zo nee, moet er een spoor 2-traject worden gestart? In welke vormen zou dit kunnen en wat zijn hiervoor de voorwaarden?
Onderzoek
Gesprek met werkgever
Tijdens dit gesprek kwam naar voren dat de relatie werkgever - werknemer gespannen was. Er werd nog wel met elkaar gesproken (uiteindelijk bleek dit via de juristen te zijn). De relatie werkgever - werknemer was al gespannen vanwege functioneringsproblemen in het verleden.
Gesprek met werknemer op kantoor arbeidsdeskundige
De werknemer probeerde de arbeidsdeskundige af te leiden, ging niet tot de kern van de onderzoeksvragen, gaf ontwijkende antwoorden of draaide om zaken heen. De arbeidsdeskundige besprak passende mogelijkheden, waaronder detachering. Dit laatste was een voorstel van de werkgever. Hierop reageerde de werknemer furieus en uitte dreigementen in de richting van de arbeidsdeskundige over het benoemen van de detacheringsmogelijkheden, zoals voorgesteld door de werkgever. De werknemer dreigde met het zoeken van de publiciteit en ze zou niet schuwen de naam van de arbeidsdeskundige hierin te betrekken. Daarbij eiste ze ook een andere conclusie.
Verdere acties van de arbeidsdeskundige
Conceptrapportage gemaakt en werkgeverdeel en werknemerdeel opgestuurd. Overleg met bedrijfsarts over beperkingen.
De werknemer beschuldigt de arbeidsdeskundige van partijdigheid/vriendjespolitiek en van niet-onafhankelijke besluitvorming. De werknemer eist een andere conclusie.
De arbeidsdeskundige stelt naar aanleiding van de conceptronde een driegesprek voor met hemzelf, de werkgever en de werknemer. De werkgever wijst dit af. Hij wil niet meer om de tafel en is het eens met de conclusie zoals gegeven in de rapportage.
Vanaf dit punt heeft de arbeidsdeskundige een dilemma. Wat moet hij de opdrachtgever adviseren?
Uitgevoerde onderzoeksactiviteiten arbeidsdeskundige
De arbeidsdeskundige heeft tijdens een bedrijfsbezoek gesproken met de werkgever en met de werknemer. Verder is er telefonisch overleg gevoerd met de bedrijfsarts. Een werkplekonderzoek was niet mogelijk omdat de werkplek niet meer bestaat.
Uit het oogpunt van zorgvuldigheid is het concept van het arbeidsdeskundige rapport bestaande uit een werkgeversdeel en een werknemersdeel opgestuurd naar beide partijen. De werknemer eist in de terugkoppeling een bijstelling van de conclusie. De arbeidsdeskundige heeft vervolgens overleg met de Stichting Register Arbeidsdeskundigen (SRA) over de stelling van de werknemer. Mede op advies van de SRA besluit de arbeidsdeskundige geen advies uit te brengen en de opdracht terug te geven. De werknemer mailt hierop terug dat zij het verbiedt om de reden van het teruggeven van de casus te communiceren met de opdrachtgever. De werknemer stuurt alle mailwisselingen met de arbeidsdeskundige ook aan haar jurist. De arbeidsdeskundige heeft zich ook tot een jurist gewend om advies in te winnen.
Visie werknemer
Het voorstel van de werkgever is om door middel van detachering in passende arbeid aan de slag te gaan. Hier voelt de werknemer niets voor, gezien haar beperkingen en de eisen in deze overeenkomst (langere reistijd, geen vaste werkplek, ad hoc-werkzaamheden, onduidelijk financieel deel en de (dis)balans tussen werk en privé). Ondertussen is haar functie opgeheven en daardoor is haar werkinhoud en werkplek komen te vervallen. Zij heeft hiertegen bezwaar aangetekend, deze procedure loopt nog.
Haar visie is dat zij op een passende werkplek in haar eigen functie weer aan de slag kan. Beginnend met een aanloopperiode in deeltaken en, indien zij dit nodig acht, de mogelijkheid om overleg te hebben met een sparringpartner. Zij is zeer volhardend in deze stelling en wil geen andere mogelijkheden benoemd hebben of bespreken. Zij ziet alleen mogelijkheden bij de eigen werkgever in haar eigen aangepaste functie. Andere opties mogen van haar niet worden aangekaart.
Visie leidinggevende/werkgever van werknemer
De werkgever wil de werknemer helpen om op een goede manier weer aan de slag te gaan. De werknemer heeft echter bekend gemaakt niet akkoord te gaan met de detacheringsoptie. De functie van de werknemer is inmiddels opgeheven omdat de projecten waar het om ging zijn afgelopen. De werkgever is volhardend in de stelling om de werknemer extern te bemiddelen.
Omschrijving van de beperkingen en de mogelijkheden
De bedrijfsarts geeft bij de laatste beoordeling in de functionele mogelijkhedenlijst (FML) de volgende beperkingen aan:
Persoonlijk functioneren
De werknemer is beperkt ten aanzien van het verdelen van haar aandacht, heeft geheugenproblemen, is aangewezen op werk waarbij zij niet wordt afgeleid door activiteiten van anderen en kan alleen functioneren in een werksituatie zonder veelvuldige storingen en onderbrekingen en in werk zonder verhoogd persoonlijk risico.
Sociaal Functioneren
De werknemer heeft een gehoorbeperking, zij heeft gehoorapparaten aan beide oren. Zij heeft moeite met het hanteren van emotionele problemen van anderen en met het uiten van haar eigen gevoelens (zij blokkeert).
Aanpassing aan fysieke omgevingseisen
Geluidsbelasting om haar heen beperken. Tevens licht en beweging in de omgeving beperken.
Werktijden
De werknemer kan zowel ’s avonds (18.00 - 24.00 uur) als 's nachts (00.00 - 06.00 uur) niet werken.
De uren in passende arbeid moeten worden opgebouwd.
De beperkingen zoals hierboven aangegeven zijn als blijvend te beschouwen.
Naar aanleiding van het opgestelde beperkingenpatroon heeft de arbeidsdeskundige overleg gehad met de bedrijfsarts, die vertelt dat de werknemer tijdens het spreekuur verbaal en lichamelijk agressief reageerde en dreigende taal uitte. De bedrijfsarts is bang voor een claim van de werknemer.
Resultaten overig onderzoek door arbeidsdeskundige
De arbeidsdeskundige concludeert dat de eigen functie niet meer passend is. Bij de werkgever zijn er geen andere passende functies voorhanden, waardoor het spoor 2-traject opgestart moet worden.
Tijdens het gesprek met de werknemer wordt het de arbeidsdeskundige duidelijk dat de werknemer geen genoegen zou nemen met deze conclusie. De arbeidsdeskundige is door haar uitspraken en dreigementen in een bepaalde richting geduwd. Vooral de dreigementen over het zoeken van publiciteit en het noemen van de bedrijfsnaam van de arbeidskundige zijn reden om argwanend te worden over de arbeidsverhouding. Verdere navraag bij de werkgever en bedrijfsarts wijst uit dat de medewerker ook hier dergelijk dreigend gedrag vertoonde. De communicatie verloopt via juristen en de verwachting is dat de zaak uiteindelijk bij de rechter zal belanden.
Beschouwing en visie van de arbeidsdeskundige
De afspraken voor het plannen van het werkgeversgesprek en het werknemersgesprek moesten vanuit de opdrachtgever op een zo kort mogelijke termijn, het liefst dezelfde week, nog worden ingepland. Omdat het een vaste opdrachtgever is, wordt de afspraak gemaakt voor enkele dagen later. In eerste instantie dacht de arbeidsdeskundige dat het een spoedklus was vanwege de geplande vakantie van de werkgever. Achteraf bleek dat er meer aan de hand was in de arbeidsverhouding. Hierover krijgt de arbeidsdeskundige tijdens het uitvoeren van de opdracht meer duidelijkheid.
Tijdens het gesprek met de werkgever geeft deze aan dat de werknemer in het verleden functioneringsproblemen had, dat er sessies zijn gevolgd om de mensen die onderling nauw samenwerkten weer tot een eenheid te smeden, maar dat de werknemer daar niet meer aan mee wilde werken. Daarom is er enkele jaren geleden besloten om een nieuwe functie voor haar te creëren, waarin zij veel kon netwerken. Met als onderliggend doel van de werkgever dat de werknemer zelf in haar netwerk een nieuwe baan zou vinden. Dit is niet gebeurd en de spanningen over haar functioneren zijn opnieuw opgelopen. Daarnaast heeft de werknemer zich ziek gemeld met fysieke en mentale klachten.
De arbeidsdeskundige heeft overleg met de bedrijfsarts over de FML. Deze waarschuwt de arbeidsdeskundige om voorzichtig te zijn met deze werknemer. De bedrijfsarts vertrouwt haar niet en is bang dat ze een claim zou kunnen indienen.
In eerste instantie is de opdracht toch verder uitgewerkt in een conceptrapportage en een advies. Dat is voorgelegd aan de werkgever en de werknemer. In de reactie van de werknemer op het concept beticht zij de arbeidsdeskundige van partijdigheid en eist ze een bijstelling van de uitkomst.
De arbeidsdeskundige voelt zich ondertussen dusdanig bekneld door de uitspraken van de werknemer en de onderliggende verhoudingen, dat hij de SRA telefonisch om advies vraagt. Met de adviseur van SRA is de casus besproken, zoals de stappen die de arbeidsdeskundige heeft genomen en het voorstel dat hij heeft gedaan aan de werkgever om een driegesprek aan te gaan om zaken uit te spreken en duidelijkheid te creëren. Ook is de procedure van de gesprekken besproken en het gescheiden sturen van de concepten naar de werkgever en de werknemer. De agressieve manier waarop de werknemer reageert, de dreigementen tijdens het gesprek en de beschuldigingen van partijdigheid zijn ook aan bod gekomen. De arbeidsdeskundige heeft met SRA diverse scenario’s doorgenomen, zoals doorgaan met de casus en het teruggeven van de casus. In overleg is besloten dat het teruggeven van de casus de enige optie is. Dit op basis van de eisen van de werknemer, waaraan de arbeidsdeskundige vanwege zijn neutrale positie niet kan en wil voldoen.
Het vertrouwen tussen werknemer en arbeidsdeskundige lijkt geschaad. Als er niet aan de eis van de werknemer wordt voldaan, bestaat de kans dat de arbeidsdeskundige hierop door haar wordt afgerekend. Vanwege de (privacy-)eis van de werknemer kan de arbeidsdeskundige de opdrachtgever niet volledig informeren over de reden waarom er geen onafhankelijke adviespositie meer aanwezig is. Om het afrekenen door de werknemer te voorkomen heeft de arbeidsdeskundige besloten de opdracht terug te geven aan de opdrachtgever. De arbeidsdeskundige heeft zelf ook juridisch advies ingewonnen.
Conclusies arbeidsdeskundige
De opgestelde conceptconclusies luidden:
Eigen werk is niet passend.
Er is geen ander passend werk bij de eigen werkgever voorhanden.
Als de werkgever de huidige functie op grond van hem moverende redenen niet kan aanpassen, dan starten met spoor 2-traject.
Hoewel de arbeidsdeskundige volledig achter de conclusie van het arbeidsdeskundig onderzoek staat en ook van mening is dat er integer en zorgvuldig onderzoek en weging heeft plaatsgevonden, geeft hij de opdracht terug en brengt geen definitief advies uit.
Advies en vervolgstappen arbeidsdeskundige
De casus wordt teruggeven aan de opdrachtgever.