Fasestrategie | Arbeidsdeskundigen

Leidraad Werkvoorzieningen juni 2023
Fasestrategie

Beeldvorming (fase 1 tot en met 3)
De Leidraad Werkvoorzieningen biedt op het gebied van beeldvorming een strategie waarmee de arbeidsdeskundige de disbalans kan onderzoeken. Ook kan hij nagaan hoe de bestaande disbalans(en) tussen functiebelasting en de belastbaarheid te compenseren is/zijn. De leidraad hanteert een standaardindeling in zeven hoofdgroepen van disbalansen, of een combinatie van deze:

  • Motorische disbalans: een verstoorde motorische functie in relatie tot de activiteiten behorende bij een taak.

  • Visuele disbalans: een verstoring in het gezichtsvermogen.

  • Auditieve disbalans: een verstoring in de gehoorswaarneming.

  • Verbale disbalans: een verstoring in het uiten door middel van mondelinge taal.

  • Cognitieve disbalans: een verstoring in het vermogen om informatie uit het dagelijks leven te interpreteren.

  • Energetische disbalans: een verstoring in de fysiologische respons van het lichaam door het leveren van arbeid door het lichaam.

  • Organische disbalans: een verstoorde reactie op stoffen in de omgeving.

Tip: in deze fase van het onderzoek kan blijken dat een disbalans met verschillende oplossingsmogelijkheden is op te heffen.

Oplossingsmogelijkheden
Bij oplossingsmogelijkheden gaat het om (een combinatie van) organisatorische, technische en begeleidingswerkvoorzieningen (O/T/B). De combinatie van de zeven disbalansen met de O/T/B-strategie is te zien als een ‘arbeidsdeskundige strategie beeldvorming werkvoorzieningen’. Deze pijler van de methodiek – met expliciete aandacht voor organisatorische oplossingsrichtingen – doet recht aan de groeiende aandacht voor de inclusieve arbeidsorganisatie en alternatieve methoden voor het herontwerp van werkprocessen. Het is zinvol deze drie oplossingsrichtingen globaal te inventariseren en het draagvlak voor een gevonden (mogelijke) oplossing te onderzoeken bij opdrachtgever, collega’s en werknemer. Een (organisatorische) oplossing kan immers gevolgen hebben voor de collega’s in het arbeidsproces. De arbeidsdeskundige kan deze informatie gebruiken als input voor zijn verdere oordeelsvorming.

De inclusieve arbeidsmarktaanpak
De Arbowet bepaalt dat de eerste stap het wegnemen van de bron van een disbalans is. Is er bijvoorbeeld sprake van schadelijke gassen, dan geef je werknemers geen gasmaskers als oplossing, maar zorg je dat de gassen verdwijnen of worden afgezogen. Als uit arbeids-deskundig onderzoek blijkt dat er voor de betrokken werknemer een disbalans bestaat tussen de functiebelasting en de belastbaarheid (op de betreffende werkplek of in de betreffende functie), dan is het noodzakelijk om dit bronprincipe ook te volgen (zie Artikel 4 van de Arbeidsomstandighedenwet).

Het bronprincipe sluit ook goed aan op de door Universiteit Maastricht en UWV ontwikkelde methode voor het Inclusief Herontwerp van Werkprocessen (IHW-methode). Doel van deze methode is het creëren van duurzame arbeid voor de brede groep werkzoekenden, waaronder mensen met beperkingen.1 De IHW-methode neemt niet het individu of individuele functies, maar het bedrijf en de bedrijfsprocessen als uitgangspunt, om zo meer structurele passende arbeidsplaatsen te creëren. De methode onderscheidt zich van supported employment, jobcrafting, jobcarving en customized employment. Daarom wordt deze methode geschaard onder de nieuwe term integrated employment: een methode die uitgaat van volwaardige participatie van mensen met beperkingen door het creëren van duurzaam betekenisvol werk.

De IHW-methode is vraaggericht en sluit aan op de personeelsvraagstukken van de organisatie door te verkennen hoe het werk zo te organiseren is dat de diversiteit aan talent van werkenden en werkzoekenden optimaal is in te zetten. Door werk vrij te spelen waarvoor de kwalificaties van het zittende personeel niet vereist zijn, kunnen zij zich meer richten op de kerntaken. Voor het vrijgespeelde werk kan ook geput worden uit de groep werkzoekenden die tot op heden aan de kant bleven. Door meer te differentiëren in de complexiteit en zwaarte van taken creëer je bovendien ruimte voor doorstroom en re-integratie van eigen medewerkers.

Het AKC heeft recent voor arbeidsdeskundigen door CIAO/Universiteit Maastricht de factsheet Inclusieve arbeidsorganisatie met behulp van Inclusief Herontwerp van Werk 2.0 laten ontwikkelen. De factsheet maakt inzichtelijk wat een inclusieve arbeidsorganisatie inhoudt, welke rol de arbeidsdeskundige daarin reeds speelt, wat de meerwaarde van IHW 2.0 is en welke rol de arbeidsdeskundige daarin kan spelen, en hoe de arbeidsdeskundige zich hiervoor kan kwalificeren.

Het uiteindelijke doel van de IHW-methode is het verwezenlijken van een inclusieve arbeidsorganisatie. Het kan een geschikte methode zijn voor bedrijven die meer sociaal, innovatief of maatschappelijk verantwoord willen opereren, of voor bedrijven die zich realiseren dat ze te maken kunnen krijgen met personeelstekorten. Bijvoorbeeld als gevolg van het feit dat er door de vergrijzing minder mensen beschikbaar zullen komen op de arbeidsmarkt. Het AKC heeft in 2011 door de Universiteit Maastricht een handboek voor arbeidsdeskundigen laten ontwikkelen, dat is bedoeld als hulpmiddel bij de opleiding en training van arbeidsdeskundigen in de werkprocesanalyse voor bijvoorbeeld het inclusief herontwerp van werkprocessen. Het handboek beschrijft de achtergrond van de trainingsmodule en is gebaseerd op de analysemethode die is ontwikkeld door UWV en Universiteit Maastricht. Deze analysemethode richt zich op werkprocessen in plaats van functies. Dat is voor de meeste arbeidsdeskundigen een andere manier van analyseren dan ze gewend zijn.

Meer over de kenmerken van methodes voor arbeidsparticipatie in reguliere bedrijven.

ICF-model
De Leidraad Werkvoorzieningen sluit zo veel mogelijk aan op het ICF-model (International Classification of Functioning, Disability and Health). Het is zaak dat arbeidsdeskundigen bij het beschrijven van de disbalansen en het in kaart brengen van de mogelijke activiteiten aansluiten bij de terminologie van dit model. Het ICF-model is ontwikkeld door de World Health Organization (WHO) en beschrijft in eenduidige taal het functioneren van mensen en de factoren die hierop van invloed zijn.

Het ICF-model biedt een internationaal en algemeen geaccepteerd globaal theoretisch kader voor de beschrijving van participatieproblemen in relatie tot gezondheidsproblemen. Het model geeft aan hoe vanuit verzekeringsgeneeskundig én arbeidsdeskundig perspectief tot de gevraagde analyse van de relevante factoren voor het arbeidsvermogen kan worden gekomen. De methode vormt de basis voor de beeldvorming van het arbeidsvermogen van een cliënt, de voorwaarden voor de werkomgeving en (wanneer aan de orde) de voorwaarden voor begeleiding naar werk. De methode is universeel en wetonafhankelijk toepasbaar.

ICF-model

Inventarisatie van de bestaande disbalans op persoonsniveau gebeurt in de leidraad in de termen van het ICF:

  • stoornissen;

  • activiteiten en de daaruit voortvloeiende problematiek om in arbeid te participeren;

  • de (te verwachten) disbalans (belastbaarheid/belasting) of het participatieprobleem in de arbeidssfeer.

Deze aanpak is bruikbaar voor de domeinen arbo, verzuim, re-integratie en claim. Meer informatie over het ICF-model.

Oordeelsvorming (fase 4 tot en met 6)
De Leidraad Werkvoorzieningen biedt voor oordeelsvorming in fase 4 en 5 een zoekstrategie voor het vinden van beschikbare en geschikte oplossingen. Belangrijk is dat de arbeids-deskundige tijdens de Beeldvorming heeft vastgesteld van welke disbalans(en) er sprake is in relatie tot arbeidsbelasting. Ook moet hij de knelpunten in kaart hebben gebracht en een eerste oplossingsrichting (O/T/B) hebben gekozen. Tijdens de Oordeelsvorming gaat hij op zoek naar een concreet hulpmiddel of voorziening. Veel oplossingen zijn te vinden via internet. Het vaststellen van de juiste zoeksleutels is hierbij cruciaal.

Een handig schema helpt arbeidsdeskundigen om tot de juiste zoektermen te komen of de relevante websites te zoeken. Hierbij moet de arbeidsdeskundige de volgende stappen doorlopen:

  1. Ga in het schema naar de disbalans(en) waarom het gaat.

  2. Kies binnen die disbalans voor de gekozen oplossing(en): O/T/B.

  3. Kies uit de in het schema opgenomen gestructureerde zoekwoorden de meest passende woorden, bedenk synoniemen of borduur voort op de voorzet en kies eigen zoektermen.

  4. Formuleer korte zoekvragen van maximaal één tot drie woorden. Gebruik hierbij ook de tips voor het zoeken met Google.

  5. Voer de zoektermen in en beoordeel of de zoekresultaten een adequaat antwoord bieden.

  6. Zo niet, raadpleeg dan opnieuw het schema. Kijk dit keer naar de links voor gespecialiseerde websites en zoek daaruit de meest passende.

  7. Ga op onderzoek uit op deze websites. Levert dit ook geen adequaat antwoord op, dan kan de arbeidsdeskundige het schema met links naar websites van organisaties met een algemeen karakter raadplegen.

De Bijlagen bevat ook informatie over de achterliggende wet en regelgeving. Arbeidsdeskundigen kunnen hiervoor de database globale toetsing financieringsmogelijkheden voorzieningen en een verdiepend wettelijk kader raadplegen. Zo krijgen zij een duidelijker beeld van de verschillende financieringsmogelijkheden.

Besluitvorming (fase 7)
Voor de besluitvormingsfase biedt deze Leidraad een handzaam rapportageformat.

2

Zijlstra et al. (2012); Van Ruitenbeek et al. (2013b).

1 

2  Van Ruitenbeek et al. (2011); Zijlstra et al. (2012); Van Ruitenbeek et al. (2013a).

Accepteer de voorwaarden

Gebruik van dit werk is toegestaan conform licentie creative commons CC-BY-4.0. Deze gebruikslicentie vervalt zes maanden na het verschijnen van een nieuwe editie van het werk. Het auteursrecht op dit werk berust bij de Staat der Nederlanden, ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.


Download document Download document